Welkom in het dierenmuseum

Een boek als een museum. Elk uur van de dag open. Je kunt er afdelingen bezoeken om zo even te proeven van het onderwerp of je kunt bij een afdeling blijven om een onderwerp diepgaander te bestuderen. Je kunt er  in een doorgaande lijn, van bladzijde 1 tot bladzijde 102 doorheen gaan, maar ook via het uitgebreide register op onderwerp genieten van de tekst en de zorgvuldige, gedetailleerde tekeningen.

Elk bladzijde vertelt zijn eigen verhaal. Tekst en illustraties vullen elkaar daarbij aan en bieden je wetenswaardigheden die je nieuwsgierig maken naar andere feitelijkheden. Wist je bijvoorbeeld dat 97% van de dieren op de aarde geen wervelkolom heeft? En dat olifanten weliswaar zware landdieren zijn (de Aziatische olifant eet 135 kilo voedsel per dag!), maar dat je ze nauwelijks hoort lopen?  Of dat de driebandenanemoonvis in een harem leeft met één vrouwtje en meer mannetjes? Geen nood want als het vrouwtje sterft verandert een van de driebandenanemoonvis-mannetjes gewoon van geslacht.

De hoofdstukken hebben een vaste opbouw:  na een inleiding volgt informatie over verschillende dieren uit het soort dat aan de orde is.  Per dier, als in een determinatiegids,  is er een illustratie. Elk hoofdstuk eindigt met de beschrijving van de leefomgeving, de habitat.

Van de twee miljoen soorten levende wezens worden er in Het Dierenboek van Katie Scott en Jenny Broom tweehonderd besproken. Waarom zij voor juist deze dieren hebben gekozen, wordt niet duidelijk. Niet dat dat erg is, want er is meer dan voldoende te lezen en te zien over de wonderen van het dierenrijk.

Een boek dat met zorg is gemaakt. De illustraties op het matte, wat grauwe papier, in herfsttinten die wat verouderd aandoen, roepen in het begin wat vraagtekens op: wat zullen kinderen hiervan vinden? Raak je echter geboeid door de rijke taal, geschreven vanuit die illustraties, dan gaan ze leven. Het zijn ware kunstwerkjes, dynamisch en gedetailleerd.

Iedereen kent vast kinderen vanaf 10 jaar, die van dit soort boeken houden. Kinderen die geïnteresseerd zijn in de fascinerende wereld van het dierenrijk. Voor liefhebbers die zich niet uit het veld laten slaan door woorden als ‘habitat’, ‘evolueren’ en ‘eukaryoten’. Natuurlijk leggen de makers van het boek dit soort woorden uit, maar in hun uitleg buigen zij niet voor kinderen. Zorg dat de juiste kinderen het boek in handen krijgen. Ze zullen er van smullen. Zet het boek niet zo maar in de boekenkast. Presenteer Het dierenboek minimaal frontaal of zorg dat het klaar ligt om in te bladeren - in de klas, de Bibliotheek of thuis op de salontafel. Trouwens: ook leuk voor volwassenen!