Vermakelijke en ontroerende avonturen van een mysterieuze schrijver
Oud is hip. In de boekenwereld én daarbuiten. Na de droogkomische avonturen van de honderdjarige man volgt nu het boek Pogingen iets van het leven te maken – Het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83 ¼ jaar. Ook deze bejaarde weet zijn leven avontuurlijk te houden, al is het dan binnen de muren van het verzorgingshuis.
Hendrik Groen is volgens uitgeverij Meulenhoff een pseudoniem, en het is een raadsel of er een bekende schrijver achter deze naam schuilgaat of dat een man op leeftijd werkelijk een dagboek bijhield. Voor het verhaal heeft dit geen gevolgen, het boek is zonder twijfel vermakelijk, grappig en ontroerend en bovendien weet de mysterieuze schrijver tussen de rake beschrijvingen van het tehuis door een belangrijke boodschap aan de lezer mee te geven.
In Pogingen iets van het leven te maken besluit de bejaarde Hendrik Groen een jaar lang een dagboek bij te houden. De eerste dagen van het jaar laat hij de wereld binnen het bejaardenhuis zien door middel van korte dagelijkse observaties. Daarmee laat hij de lezer regelmatig hardop lachen. Groen beschrijft niet alleen zijn medebewoners op treffende wijze, ook het strikte regime van mevrouw Stelwagen, de directrice, moet eraan geloven. Om de sleur in het huis te doorbreken en zijn eigen humeur wat op te vrolijken richt Hendrik samen met enkele medebewoners de Omanido Club op. Ieder lid van de Oud-maar-niet-dood Club organiseert op zijn of haar beurt een dagje weg voor het groepje. Zo blijven ze geestelijk fit en in contact met de buitenwereld.
Hoe vermakelijk en luchtig de meeste passages ook zijn, actuele gebeurtenissen komen ook voorbij de muren van het huis en worden door de ouderen uitgebreid besproken. Zo spelen de bezuinigingen op de zorgsector in het verhaal een belangrijke rol. Geruchten over sluiting van huizen of verbouwingen om de kosten te drukken maken de bewoners onrustig. In theorie worden de bewoners door middel van memo’s en bijeenkomsten bij alle veranderingen betrokken, maar in de praktijk komt hier niks van terecht en worden ze als kleine kinderen buiten alle beslissingen van het bestuur gehouden. Samen met zijn vriendengroepje laat Hendrik het er ook hier niet bij zitten. En hoewel hij zijn gedachten door alle gebeurtenissen én de aanschaf van een scootmobiel weet te verzetten, komt ook zijn wens naar euthanasie op subtiele wijze naar voren in zijn dagboekfragmenten. En hoe moeilijk het is om die wens kenbaar te kunnen maken en gehoord te worden. Hij schetst op een ontroerende manier hoe oude mensen met een actief leven die vrolijke momenten meemaken ook naar de dood kunnen verlangen.
Naarmate het verhaal vordert beschouwt de lezer het groepje vrienden niet meer als bejaarden, maar als unieke persoonlijkheden. Ieder personage heeft zijn of haar eigen karakter tot op late leeftijd behouden. Mensen verliezen met de jaren hun lichamelijke kracht, hun zelfstandigheid en de controle over hun blaas, maar hun karakter is gevormd en dat maakt de bejaarden niet inwisselbaar voor elkaar. De lezer hecht zich aan het groepje vrienden dat laat zien dat alledaagse zaken uit de ‘gewone’ wereld, zoals vriendschap, verliefdheid, pesten en jaloezie, ook in een verzorgingshuis aan de orde van de dag zijn. De schrijver, wie het ook is, laat de lezer op de laatste pagina dan ook met een brok in de keel achter.
Reageer op deze recensie