Nieuws /
Voorpublicatie: UP
Over UP :
‘UP is stille pijn die zichtbaar wordt; rauw, confronterend en hartverscheurend mooi!’ - Isa Hoes
‘NIET NORMAAL’ - Theo Maassen
‘Heb ik dan nooit een normale dag gehad? Ja, de momenten tussen de depressies en dat bijna extatische gevoel van geluk in. Maar ik ben altijd op doorreis, van down naar up en weer terug. Dat die depressieve kant een probleem is snap ik, maar als nu ook alles boven de streep een probleem is… Wanneer ben ik dan géén probleem? Wanneer ben ik dan géén risico, geen belasting voor de mensen om mij heen? Wie ben ik dat ik zo mag zijn?’
Als Emma enthousiast naar het laatste gesprek met haar psychiater gaat, gebeurt er iets wat ze niet helemaal had voorzien; haar psychiater is verdwenen, de vervanger weet niets van een eindgesprek en voor het einde van de dag is ze opgenomen op de paaz; de psychiatrische afdeling van het algemeen ziekenhuis. Alweer.
Aangezien deze nieuwe paazvakantie wel een vergissing moet zijn, gaat Emma in het doolhof van pillen, psychiaters en medepatiënten op zoek naar een verklaring. Want als je niet ziek bent, hoef je toch ook niet beter te worden? Als de verklaring in de vorm van een nieuwe diagnose lijkt te komen, begint ze zich echter af te vragen of ze die wel wil weten; want wat als je je eigen waarnemingen en gedachten niet meer kunt vertrouwen, en je grootste vijand niet in de buitenwereld zit, maar in je eigen hoofd?
UP
Myrthe van der Meer
The House of Books, Amsterdam 2015
Hello darkness, my old friend,
I’ve come to talk with you again.
Because a vision softly creeping,
Left its seeds while I was sleeping,
And the vision that was planted
In my brain
Still remains
Within the sound
Of silence
– Simon & Garfunkel, ‘The Sound of Silence’
Vrijdag
Ik stop de muziek en druk op repeat. Dan spring ik met twee treden tegelijk de trap van het ziekenhuis op en glimlach breed.
Hello darkness, my old friend.
Toepasselijker kan haast niet, op mijn laatste dag op de paaz. Vandaag meldde ik me voor het laatst bij het secretariaat voor mijn afspraak. Nu loop ik met een intens gevoel van dankbaarheid en geluk naar de ziekenhuisapotheek voor mijn laatste pillen en over een klein kwartier heb ik mijn laatste afspraak met mijn psychiater, dokter Visser.
Een goede dag.
Na vandaag ben ik namelijk psychiatrisch patiënt af. Natuurlijk, therapie moet je netjes afbouwen, ook met pillen kun je niet in één keer stoppen en ik zal hier nog af en toe komen voor een gesprek met mijn psycholoog, maar dat is toch anders. Een psycholoog is als een psychisch zijwieltje: handig voor de momenten dat je even de balans verliest, maar fietsen doe je verder zelf. Een psychiater daarentegen schroeft twee zijwieltjes aan je fiets, plant er een oranje vlaggetje op, geeft je een helm en bevestigt voor de zekerheid ook nog een duwstok; of je nou wilt of niet, je komt weer thuis, hoe dan ook. Psychiaters zijn namelijk geen praters. Zij zeggen het met pillen, en pillen zeggen alles: hoe je opstaat, hoe je hebt geslapen, of je je ontbijt binnenhoudt, vrolijk en uitgerust naar je werk gaat of juist de hele dag versuft op de bank ligt. De pillen zijn de baas. De afgelopen twee jaar heb ik ze dus braaf in alle soorten en maten geslikt, inclusief de bijbehorende bijwerkingen, maar feit is: ze hebben geholpen. De depressies zijn zo ver weg dat ik ze me nauwelijks nog kan voorstellen. De energie stroomt door mijn lichaam, geen cel die er ook maar over peinst om dood te gaan, en na deze laatste trip naar de apotheek ligt pillen halen ook definitief in het verleden.
Ik klem de recepten dankbaar vast en stap de ziekenhuisapotheek binnen. De pillen hebben hun werk gedaan, maar nu ben ik zelf weer aan de beurt. Dokter Visser kan tevreden zijn; ik voel me goed. Ik voel me beter. Sterker nog: ik voel me geweldig.
‘Volgende.’
Met een licht gevoel van spijt maak ik een einde aan ‘The Sound of Silence’. Wat overblijft is het zachte gezoem van de tl-buizen boven de balie en de stoïcijnse stilte van de vrouw erachter. De apotheek is leeg. Ik stap naar voren en schuif de recepten over de balie. De apothekersassistente trekt ze naar zich toe en bestudeert ze met een nauwelijks onderdrukte gaap.
‘Emma Nieuwenhuis?’
Ik knik, geef braaf mijn geboortedatum – achtentwintig jaar oud, alweer twee jaar ouder en wijzer dan de eerste keer dat ik hier stond – en onderdruk een vreemd gevoel van opwinding als ze het lijstje afloopt. Ze zet met een frons een krabbeltje en verdwijnt achter de kastenrij.
Tevreden laat ik mijn blik door de lege hal van het ziekenhuis glijden. Blijkbaar wordt de mens pas na halfnegen ’s ochtends ziek. Ik onderdruk met een vreemd gevoel van verwondering een lach. Het zonlicht spat door de hal als een jonge vrouw met haar zoontje, gevolgd door een klein, verfomfaaid hondje, door de draaideuren naar binnen loopt. Ze knikt even in mijn richting en ik voel het geluk aanzwellen in mijn borst. Het leven is verrukkelijk.
‘We hebben alles, behalve de lithium. Die is op.’
Ik draai me om en zie de assistente achter de balie staan. ‘Sorry?’
Ze zucht en draait het computerscherm naar me toe. ‘We hebben niet genoeg lithium op voorraad om je alles in één keer mee te geven. Ik kan je nu wel een strip met tien pillen meegeven, dan kun je de rest over twee dagen hier ophalen. Is dat goed?’
Een plotselinge vlaag van paniek, maar die veeg ik weer opzij. ‘Geen probleem. Of trouwens, kun je voor de rest van de pillen een herhaalrecept maken? Dan probeer ik het bij mijn eigen apotheek. Daar moest ik toch nog langs en die hebben vast nog wel wat op voorraad.’
De vrouw haalt haar schouders op en lost weer op tussen de pillen.
Ik werp snel een blik op de klok in de hal. Nog tien minuten en dan zit ik bij dokter Visser en dan is alles eindelijk... Hondje?
Fronsend kijk ik om. Het licht is zo fel dat ik moeite moet doen om mijn ogen niet af te wenden, maar dan zie ik het groepje weer, halverwege de hal. Het jongetje voelt mijn blik en verschuilt zich half achter zijn moeder. Het hondje volgt ze uitdrukkingsloos. Een hond in het ziekenhuis? Verbaasd volg ik zijn bewegingen, maar hij trekt zich niets van me aan. Natuurlijk, besef ik. Een therapiehond. Dan zie ik een flard van een roodkleurig tuigje op zijn rug en begin te lachen. De assistente kijkt op en ik zoek snel naar een verklaring.
‘Mooi weertje,’ zeg ik maar en ik knik naar de draaideur.
‘Zeg dat wel,’ mompelt ze hoofdschuddend. ‘De paraplu’s liepen nog nooit zo hard.’ Ze groet een man die achter me de apotheek binnenkomt. Een waaier van regendruppels spat van zijn haren op de toonbank uiteen en verrast volg ik hun sporen terwijl hij naar de paraplubak loopt.
Regen? Nu? Argwanend draai ik me om. Het hondje wacht naast zijn baasjes voor de lift en negeert me professioneel. Dan zie ik hoe zich vier geruststellende plasjes rond zijn pootjes vormen en ik voel hoe mijn lichaam zich weer ontspant. Het is herfst. Natuurlijk regent het. De kunst is om door de regen de zon te blijven zien.
‘Dit zijn ze dan.’ Een stapel doosjes wordt in mijn richting geschoven met het herhaalrecept erbovenop. ‘Tasje nodig?’
Ik schud mijn hoofd en voel hoe mijn hart opspringt als ik mijn tas weer sluit. Pillen, herhaalrecept, ik heb alles wat ik nodig heb. En zelfs al had ik dat niet, dan maakte het ook niet uit. Vandaag mijn laatste gesprek in de psychiatrie, morgen de vrijheid.
Met een zwierig gebaar gooi ik de tas over mijn schouder en stap over de drempel. Dan blijf ik staan. Bedachtzaam draai ik me om.
‘Hebt u trouwens ook vijzels?’
Vorige maand was Myrthe van der Meer te gast in het programma 24 uur met...
Bekijk de uitzending hier.
Benieuwd naar UP ? In samenwerking met The House of Books mogen we maar liefst 5 'Myrthe van der Meer-pakketjes' weggeven met daarin gesigneerde exemplaren van zowel PAAZ als UP ! Deze actie mag je niet missen! Doe gauw mee met de giveaway!