Column /
Annemarie Bon: Raar, maar waar!
‘Hoe ben je schrijver geworden?’ Die vraag krijg ik steevast van kinderen te horen tijdens mijn schoolbezoeken. Die verwachten dan dat ik zal zeggen dat ik daar vroeger al van droomde en als jong meisje hele schriften vol pende. Het tegendeel is waar.
Oké, ik was een leesmonster dat zelfs op straat las en zo flink wat butsen tegen lantaarnpalen en opengehaalde benen van prikkeldraad opliep. Maar verder was rekenen mijn lievelingsvak en vroeg ik zelfs rekenboekjes voor mijn verjaardag. Geef acht heette die methode destijds. Op de middelbare school las ik weliswaar nog steeds alles wat los en vast zat en vond ik Nederlands geweldig, maar toch koos ik uiteindelijk vrij willekeurig voor een studie biochemie aan de Hogere Laboratoriumschool. Tja, raar, maar waar.
Ik vond die studie op zich erg boeiend, vooral biologie en wis- en natuurkunde, maar het laboratoriumwerk zelf bleek tamelijk geestdodend. Ik ben snel wat anders gaan doen, maar wist op mijn 28ste pas wat ik echt wilde worden: journalist. Ik had daar natuurlijk niet de geschikte opleiding voor gevolgd, maar raar maar waar kon ik toch als freelancer bij het Brabants Dagblad beginnen. En daar leerde ik het vak in de praktijk en door cursussen.
Toch was het echt bij toeval dat ik gevraagd werd om voor de kinder- en jongerenpagina’s te schrijven en dat ik ontdekte dat ik de doelgroep kinderen veel leuker vind dan volwassenen. Ook merkte ik dat ik liever de werkelijkheid verzon dan dat ik me aan de feiten hield. En op deze manier ben ik eigenlijk vanzelf in het schone ambacht van kinderboekenschrijver gerold.
‘Dan ben je helemaal voor niets ingenieur geworden,’ is vaak de reactie. Maar raar maar waar heb ik juist heel veel aan mijn technische opleiding gehad. Allereerst heb ik er geleerd logisch na te denken. Iets dat ook bij het schrijven van fictie goed van pas komt. Want fantasie is geweldig, maar zonder structuur schiet het alle kanten op. Maar nog fijner is dat ik een stevige basis exacte kennis heb opgedaan. Heel handig voor informatieve teksten! Zo schreef ik tientallen Junior Informatieboekjes en de meeste lemma’s wetenschap en techniek voor de Junior Winkler Prins online. En niet te vergeten schreef ik tien jaargangen Taptoe voor een groot deel zelf vol, toen ik van dat jeugdblad hoofdredacteur was. Het is heerlijk om kinderen enthousiast te maken voor de wereld om hen heen.
Het zal je na het voorgaande vast niet verbazen dat ik erg enthousiast ben over het thema van de aanstaande Kinderboekenweek ‘Raar, maar waar! Over natuur en techniek’.
Ook in de boeken van Haas staan tal van verhalen die geschikt zijn om met jonge kinderen in te spelen op natuur en techniek. Het enige jammere is dat het nieuwe boek Haas in de stad nog bij de drukker ligt. Ik had er graag het verhaal 'Waar of niet waar' of 'Zwaan kleef aan' uit voorgelezen.
Maar gelukkig is daar nog altijd onze klassieker Haas wil worteltjestaart. Want weten de jonge lezers wel dat worteltjes, raar maar waar, niet bóven maar ónder de grond groeien?