Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Dossier /

9 opmerkelijke winnaars van de Nobelprijs voor de Literatuur

door Hebban Crew 40 reacties
‘Het rijtje van schrijvers die de Nobelprijs hebben gehad is mooi; maar het rijtje schrijvers die de prijs niet hebben gehad, is nog mooier.’ Dat zei de in 2010 overleden schrijver Harry Mulisch, die de Nobelprijs voor de Literatuur nooit heeft mogen winnen. Hebban zet negen opmerkelijke laureaten op een rijtje.

Deze week wordt bekend wie de trofee in december krijgt overhandigd. Vorige week stond de Keniaanse schrijver Ngugi Wa Thiong’o bovenaan bij bookmaker Ladbrokes, gevolgd door de Japanner Haruki Murakami, de  Syrische dichter Adonis, Philip Roth die vier jaar geleden aankondigde te zullen stoppen met schrijven en de Noorse auteur Jon Fosse. ‘Onze’ Cees Nooteboom staat ergens voorbij de dertigste plaats, maar nog wel net boven Bob Dylan. Dat dan weer wel.

De bekendmaking van de winnaar werd dit jaar een week uitgesteld. NRC-redacteur Arjen Fortuin zag daar het bewijs in dat de jury het (nog) niet eens was over toekenning van de onderscheiding aan de mysterieuze Italiaanse auteur Elena Ferrante. We zullen het donderdag zien…

De Nobelprijs voor de Literatuur is de meest controversiële onderscheiding die naar de Zweedse industrieel Alfred Nobel is vernoemd. Bijna elk jaar is er gesteggel over de door de Zweedse Academie aangewezen winnaar. Zo wordt onevenredig vaak gekozen voor een auteur van Europese signatuur en zijn vrouwelijke schrijvers zwaar ondervertegenwoordigd.

Al bij de eerste keer dat de prijs werd uitgereikt, was er heisa. De onderscheiding ging in 1901 naar Sully Prudhomme, een Franse dichter die al een decennium niets had gepubliceerd. De prijs moest dat jaar naar een Fransman gaan, omdat Alfred Nobel in Frankrijk zijn testament had laten opstellen. Ieders favoriet Emile Zola bleef met lege handen achter, omdat Alfred Nobel zich ooit kritisch over zijn werk had uitgelaten.  Zo zijn er wel meer grote schrijvers die zijn ‘overgeslagen’:  Lev Tolstoj, Marcel Proust en Virginia Woolf. Hier negen opmerkelijke auteurs die wél deze toch prestigieuze literaire onderscheiding kregen.

De premier (1953)

‘Voor zijn meesterschap van historische en biografische beschrijvingen alsmede voor zijn briljante retoriek in het verdedigen van verheerlijkte menselijke waarden’ kreeg de toenmalige Britse premier Winston Churchill de Nobelprijs voor de Literatuur. De latere staatsman klom veelvuldig in de pen, zijn oeuvre bestaat uit 38 titels verdeeld over 59 boeken (sommige titels beslaan meerdere delen. Churchill was wat je noemt een broodschrijver, niet alleen omdat hij niet over een eigen vermogen beschikte, maar ook omdat aan het begin van de twintigste eeuw de leden van het Lagerhuis geen vergoeding kregen.

Zijn eerste boeken waren gebaseerd op zijn verslagen als oorlogscorrespondent en werden goed verkocht. Ze voldeden aan de behoefte onder mensen om te lezen over heldendaden van het Britse Rijk. Churchill, die jaarlijks 4.000 dubbele corona’s wegpafte, schreef ook een roman, Savrola, maar wist daar niet mee te scoren. Vanaf 1948 verscheen Churchills vierde grote werk The Second World War, waarvoor hij werd bekroond met de Nobelprijs. Volgens critici was dit zeker niet zijn beste werk: ze vonden dat Churchill zijn eigen rol in de wereldpolitiek groter zou hebben voorgesteld dan zij in werkelijkheid zou zijn geweest. Ook zou hij selectief zijn geweest in zijn weergave van de feiten.

Een ongeluksjaar (1954)

Ernest Hemingway kreeg zijn Nobelprijs voor de Literatuur in een ongeluksjaar. In januari werden hij en zijn vrouw Mary tweemaal het slachtoffer van een vliegtuigongeluk. Hemingway hield hier een zware hersenschudding, eerstegraads brandwonden en beschadigingen aan ruggengraat, lever, nier en milt aan over. Maar hij had het overleefd. Terwijl hij herstelde in een hospitaal in Entebbe las hij in kranten zijn eigen overlijdensbericht.

Een paar weken later ging hij uit vissen met Mary en zijn zoon Patrick. Toen hij een brand nabij hun tenten wilde blussen, viel hij door zijn beroerde conditie voorover in het vuur en hield er nog meer brandwonden aan over. Hemingway zou nooit meer helemaal herstellen van deze malheur.

In oktober van Hemingways annus horribilis kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur. Nog dezelfde dag legde hij een verklaring af waarin hij zei dat collega’s als Carl Sandburg en Bernard Berenson de prijs meer verdienden, maar dat het geld welkom was. Met het prijzengeld van 35.000 dollar kon hij een deel van zijn schulden afbetalen.

Omdat hij nog te veel last ondervond van zijn verwondingen liet hij de Amerikaanse ambassadeur in Zweden de prijs ophalen. Die las ook diens dankwoord voor: ‘Schrijven, op zijn best, is een eenzaam leven. Organisaties voor schrijvers verzachten de eenzaamheid van de schrijver, maar ik twijfel of ze hem beter doen schrijven. Hij krijgt meer publiek aanzien als hij zijn eenzaamheid afschudt maar dikwijls gaat dan zijn werk achteruit. Immers, hij werkt alleen en als hij een goed schrijver is moet hij de eeuwigheid of het gebrek eraan elke dag onder ogen zien.’

Een dokter en zijn geliefde (1958)

De Russische schrijver, dichter en componist Boris Pasternak werd bekroond voor zijn roman Dokter Zjivago, over de lotgevallen van een jonge arts en zijn geliefde tijdens de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie. De Zweedse Academie wilde hem eren ‘voor zijn belangrijke prestaties zowel in hedendaagse lyrische poëzie als in het domein van de grote Russische traditie van epos’. Pasternak kreeg van de autoriteiten echter geen toestemming de prijs in ontvangst te nemen. Het Sovjet-regime noemde de prijs ‘een politieke daad tegen de Sovjet-Unie’.

Na ook nog een hetze tegen zijn persoon vanuit de Schrijversbond, zag Pasternak uiteindelijk ‘vrijwillig’ van de prijs af. Op 25 oktober 1958 stuurde de schrijver nog een telegram naar de Zweedse Academie waarin hij verklaarde ‘immens dankbaar, geroerd en trots te zijn. Vier dagen later stuurde hij opnieuw een telegram waarin hij verklaarde de ‘onverdiende’ prijs bij nader inzien te weigeren.

Murw gebeukt door de lastercampagne stierf Pasternak in 1960 aan longkanker. In de Sovjet-Unie stond men toen juist op het punt hem zijn staatsburgerschap te ontnemen en naar het buitenland te verbannen. In 1987 kreeg Pasternak postuum volledig eerherstel in zijn eigen land, dankzij het perestrojkabeleid van Gorbatsjov. Pasternaks zoon Evgeny nam in 1989 alsnog de Nobelprijs in ontvangst.  

Een auteur met beperkt talent (1962)

De Amerikaan John Steinbeck versloeg onder anderen collega’s als Robert Graves, Karen Blixen (Out of Africa) en Lawrence Durrell, maar uit enkele jaren geleden vrijgegeven documenten blijkt dat het geen unanieme keuze was om de prijs aan de auteur van East of Eden toe te kennen. Het was toen al duidelijk dat Steinbeck zijn beste werk (Of Mice and Men, The Grapes of Wrath) al jaren eerder had geschreven.

De keuze voor Steinbeck werd hevig bekritiseerd. ‘Een van de grootste vergissingen van de Academie’, schreef een Zweedse krant. En de New York Times vroeg zich af waarom het Nobel comité de prijs gaf aan ‘een auteur met beperkt talent, die zich bedient van tienderangs filosofieën.’

De prijsweigeraar en zijn geldprijs (1964)

In navolging van Pasternak was de Franse filosoof en schrijver Jean Paul Sartre de tweede die de Nobelprijs voor de Literatuur weigerde. Maar hij deed dat om andere redenen: De Fransman was bang zijn 'vrijheid' kwijt te raken als hij een prijs zou aanvaarden. Eerder eerbetoon had hij ook steevast afgewezen. In 1945 weigerde hij de Légion d'honneur voor zijn verzetsdaden in de Tweede Wereldoorlog, vier jaar later wees hij het lidmaatschap van de Académie Française af en een keur aan literaire onderscheidingen liet hij aan zich voorbijgaan.

Voor de Nobelprijs, de hoogste eer die voor een schrijver is weggelegd, wilde hij zijn principes niet opzij schuiven. Als hij de prijs in ontvangst zou nemen, zou Sartre zichzelf, zo vond hij ‘institutionaliseren’ en daarmee niet langer meer volledig onafhankelijk kunnen werken. Nog voor de prijs werd uitgereikt stuurde hij de Academie een brief met het verzoek hem de prijs niet te geven en zijn naam ook niet te vermelden. Maar de brief bereikte de organisatie te laat. 

Sartres volharding kon op goedkeuring rekenen van schrijver W.F. Hermans. 'Sartre heeft de Nobelprijs geweigerd omdat hij niet wilde dat de mensen zijn boeken kochten omdat hij de Nobelprijs had gewonnen', zei Hermans in 1966 in Vrij Nederland. Maar zo bikkelhard was Sartres principe nu toch ook weer niet. In 1975 eiste hij alsnog het geldbedrag op dat aan de Nobelprijs was verbonden, een slordige 250.000 Zweedse kronen, zo onthulde een oud-lid van de Academie in zijn memoires. De Academie weigerde overigens op Sartres verzoek in te gaan, omdat het geld al was opgenomen in het fonds van de Nobel-stichting.

De schrijver en zijn stokpaardjes (1970)

Aleksandr Solzjenitsyn, Russisch schrijver en voormalig Sovjet-dissident. Als een van de eersten leverde hij openlijk kritiek op de terreur van Stalin en dankzij zijn kloeke werk De Goelag Archipel kon de buitenwereld kennis nemen van de werkkampen in de Sovjet-Unie.

Pas vier jaar later kon hij zijn prijs in ontvangst nemen, maar daar ging een hoop gedoe aan vooraf. Toen Solzjenitsyn van zijn uitverkiezing hoorde, stuurde hij een telegram aan het Nobelcomité, waarin hij zei de prijs te beschouwen als een eerbetoon aan de Russische literatuur en de geteisterde Russische geschiedenis. Dat laatste was volgens de Sovjetautoriteiten een politieke uitspraak. De Sovjetkranten Pravda en Izvestija portretteerden hem als een lieveling van westerse reactionaire kringen en beschuldigden hem ervan zijn werk illegaal naar het buitenland te sturen.

In een brief aan partij-ideoloog Soeslov ging Solzejenitsyn er met gestrekt been in. Zijn boeken moesten weer in de bibliotheken te vinden zijn, zo eiste hij. Ook wilde hij dat een aantal verhalen van zijn hand in kranten zouden verschijnen. De schrijver, die voor de huldiging naar Stockholm wilde gaan om daar zijn gal te spuwen, besloot thuis te blijven. Zijn maîtresse Natalia Svetlova was zwanger en hij was bang dat hij niet meer naar de Sovjet-Unie zou mogen terugkeren. In een brief aan de Zweedse Academie hij zijn weerzin tegen het aanvragen van een paspoort en zijn angst voor verbanning. Zo slim als hij was, liet Solzejenitsyn  de tekst uitlekken naar de westerse pers. Hem werd gevraagd een nieuwe verklaring op te stellen die tijdens de ceremonie kon worden voorgelezen. In die tekst verwees hij naar zijn stokpaardjes zoals mensenrechten, politieke gevangenen en hongerstakers. Het Nobelcomité was ernstig in verlegenheid gebracht en sprak de tekst over hongerstakers niet uit.

Solzjenitsyns boeken verschenen sindsdien alleen in het buitenland. In 1973 verscheen zijn beroemdste werk: De Goelag Archipel. Kort tijd hierna werd hij gearresteerd en in februari 1974 naar het buitenland gedeporteerd. Hij was nu een vrij man wat hem in december van hetzelfde jaar in staat stelde naar Stockholm te reizen en zijn prijs in ontvangst te nemen.

Bekroonde juryleden (1974)

Kent u Eyvind Johnson en Harry Martinson? Nee? Opmerkelijk, want deze twee Zweedse auteurs wonnen in dit jaar toch maar mooi de Nobelprijs voor de Literatuur. Johnson ‘voor zijn verhalende kunst, scherpzichtig in landen en tijden, in dienst van de vrijheid’ en Martinson ‘voor vertellingen die de dauwdruppel vatten en de kosmos weerspiegelen’. In dit jaar waren grote auteurs als Graham Greene, Vladimir Nabokov en Saul Bellow genomineerd, maar ze delfden het onderspit tegen het koppel Johnson-Martinson. Wellicht hadden ze hun overwinning te danken aan het feit, dat ze zelf juryleden waren, je weet het niet.

Bellow zou twee jaar later alsnog de prijs winnen, maar Greene noch Nabokov mocht in latere jaren de onderscheiding in Stockholm komen ophalen. In Zweedse kranten werd schande gesproken over de toekenning, die werd bestempeld als ‘beschamende provincialisme’. De twee winnaars zijn later nooit internationaal doorgebroken.

De politieke clown (1997)

De Nobelprijs ging dit jaar naar ‘de meest getalenteerde politieke clown van Europa’. Zijn naam: Dario Fo, een Italiaanse toneelregisseur, acteur en toneelschrijver. Fo wordt ook wel een rebel genoemd, alsmede cabaretier, minstreel en een tegen Berlusconi strijdende nar die ‘zijn narrige boodschap in een lach verpakt’. Fo, op 90-jarige leeftijd overleden op de dag dat de winnaar van de Nobelprijs 2016 werd bekendgemaakt, werd algemeen beschouwd als een van de minst terechte winnaars. Hij was voornamelijk een performancekunstenaar, die gecensureerd werd door de rooms-katholieke kerk.

Wat zijn overwinning nog zuurder maakte, was dat twee meer geaccepteerde schrijvers het tegen Fo moesten afleggen: Salman Rushdie en Arthur Miller. Dat Rushdie, tegen wie een fatwa door Iran was uitgevaardigd, achter het Nobelnet viste werd hevig bekritiseerd: twee leden van de Academie traden om die reden dan ook af. De keuze werd door de rest van de Academie verdedigd met het argument dat Fo ‘in navolging van middeleeuwse hofnarren de macht geselt en de waardigheid van de onderdrukten hoog houdt’.

Actrice Pleuni Touw die wel eens in stukken van Fo had gespeeld, was destijds hogelijk verbaasd met de toekenning van de prijs aan de Italiaan. Ze zei in de Volkskrant: ‘De verhaallijntjes van Fo zijn zo dun, daar moet je allerlei opsmuk tegenaan gooien en juist die stijl beheersen we niet. Zonder die versiering is het allemaal flinterdun.’

Een boze feministe (2004)

Toen de Oostenrijkse schrijfster Elfriede Jelinek twaalf jaar geleden de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg toegekend, was het pas de negende keer sinds de instelling van de prijs in 1901 dat een vrouw won. De achtste vrouw die deze eer was gegund, was de Poolse dichteres Wislawa Szymborska in 1996. Sindsdien lijkt het of de Zweedse Academie, die maar  drie vrouwen telt onder de voor het leven benoemde achttien leden, aan een inhaalslag bezig is, want na Jelinek werden ook nog Doris Lessing, Herta Müller, Alice Munro en – vorig jaar -  Svetlana Aleksijevitsj bekroond. Maar de mannelijke auteurs blijven nog een flink aantal jaren ruim in de meerderheid.

Jelinek (1946) kreeg de prijs voor 'haar muzikale stroom van stemmen en tegenstemmen in haar romans en toneelstukken die met een buitengewoon taalkundige geestdrift de absurditeit van de maatschappelijke clichès en hun onderwerpende kracht blootleggen'. Voor de Zweedse radio zei Jelinek direct na de bekendmaking het een 'verrassende en grote eer' te vinden. Ze stond dan ook niet op de lijstjes van kanshebbers voor de prijs. Later zei ze dat ze ervan overtuigd was dat ze de prijs had gewonnen voor het feit dat ze een vrouw is.

Harry Mulisch, zelf Nobelprijs-kandidaat, vond haar niet zo bijzonder. 'Een harde feministe, altijd maar boos, vooral op de Oostenrijkers.' Jelinek verscheen overigens niet op de uitreiking als gevolg van haar pleinvrees.

Bronnen: o.a. NRC Handelsblad, The Guardian, de Volkskrant, de Standaard, The  Daily Telegraph



Over de auteur

Hebban Crew

2587 volgers
0 boeken
0 favorieten
Hebban Crew


Reacties op: 9 opmerkelijke winnaars van de Nobelprijs voor de Literatuur

 

Over

Sir Winston Churchill

Sir Winston Churchill

Winston Leonard Spencer-Churchill (1874-1965) was een Britse staatsman die een ...

Ernest Hemingway

Ernest Hemingway

Ernest Hemingway wordt algemeen beschouwd als een van de invloedrijkste 20e...

Boris Pasternak

Boris Pasternak

Boris Pasternak (1890-1960) was een veelzijdig talent maar vestigde vanaf de jar...

John Steinbeck

John Steinbeck

John Steinbeck was een Amerikaanse auteur. Hij schreef in zijn carrière m...

Jean-Paul Sartre

Jean-Paul Sartre

De Franse filosoof Jean-Paul Sartre (1905-1980) geldt als een der belangrijkste ...