Agatha Christie hielp Poolse vrouw concentratiekamp te overleven

De brieven die Agatha Christie (1890-1976) in de loop der jaren ontving, variëren van een brief van haar collega P.G. Wodehouse tot een schrijven van een Poolse vrouw uit Londen. De laatste schreef dat een van de romans van Christie haar hielp een concentratiekamp in Duitsland te overleven. De vrouw ruilde een stuk kaars voor de Poolse vertaling van De man in het bruine pak uit 1924. ''Ik las en herlas het zo vaak dat ik het boek bijna uit mijn hoofd kende'', aldus de briefschrijfster. ''De eerste pagina's ontbraken, zodat ik de titel en de naam van de auteur niet wist. Zeven maanden lang was het mijn enige band met een normale wereld. Ik weet dat uw boeken miljoenen mensen over de hele wereld vermaken, maar geen van uw romans heeft meer voor iemand betekend dan die beschadigde Poolse vertaling voor mij heeft gedaan.''

Christie die in totaal 66 detectiveromans en veertien verhalenbundels heeft geschreven, koesterde ook een brief uit 1958. Hij was geschreven door een veertienjarige jongen uit Bristol, die op school een boekenclub oprichtte om zo geld binnen te krijgen en haar boeken te kunnen kopen. ''Ik heb 28 boeken van u gekocht en zo deed ik dat'', schreef hij Christie. ''Ik bracht de jongens drie shilling in rekening als ze een boek op school wilden lezen en het dubbele als ze het mee naar huis wilden nemen.''

Een andere brief in haar collectie was geschreven in 1963 door een vrouw die jaren achter de tralies zat in een Roemeense gevangenis. De vrouw had geen toegang tot boeken. Ze schreef: ''Gedurende de twaalf jaar dat ik gevangen zat, zag ik nooit een beschreven pagina. Dankzij mijn geheugen, dat echter niet kon worden afgesloten, kon ik mijn celgenoten de liefde voor uw boeken overbrengen.''

Christies kleinzoon Mathew Prichard publiceerde een aantal brieven ter gelegenheid van de 125ste geboortedag (15 september dit jaar) van zijn grootmoeder.

(Bron: The Guardian)