Alastair Reynolds verbeeldt de verre toekomst
Alastair Reynolds gaat het bij Border Sessions hebben over het schrijven van far future sciencefiction, o.a. aan de hand van klassieke sf boeken, films en tv-series. Daarbij gaat hij ook in op de vraag hoe hedendaagse wetenschap bij kan dragen aan het denken over de verre toekomst. Er zijn nog tickets verkrijgbaar voor Border Sessions. Alastair Reynolds en Charles Stross geven acte de présence op vrijdag 30 juni 2017.
U heeft lange tijd in Nederland gewoond, waar u voor ESA werkte. Komt u nog regelmatig in Nederland, of is uw bezoek aan Border Sessions op 30 juni een speciale gelegenheid?
Ik kom niet zo vaak in Nederland als ik zou willen. Ik denk dat dit de eerste keer is een aantal jaar, afgezien van af en toe vliegtuigen wisselen op Schiphol. Er zijn veel dingen die ik mis, zoals bepaalde Nederlandse voedingsmiddelen en tradities en de geweldige, gezellige cafés. Ik ben ook verliefd geworden op het landschap, de Hollandse luchten en het altijd veranderende weer.
Uw nieuwe roman Revenger speelt zich in de verre toekomst af en gedurende Border Sessions spreekt u over het verbeelden van de toekomst. Hoe gaat u te werk bij het ontwerpen van de verre toekomst?
Er is een stroming in de sciencefiction die zich bezig houdt met grote uitzichten over ruimte en tijd, die teruggaat tot H.G. Wells. Dat is een vorm die mij erg aanspreekt, waarschijnlijk vanwege mijn blootstelling op jeugdige leeftijd aan Arthur C. Clarkes boek The City and the Stars (Stad onder de sterren) dat miljoenen jaren in de toekomst speelt. Als je naar mijn aanpak kijkt, dan volg ik doorgaans Clarkes stijl, die zich kenmerkt door niet teveel uit te leggen en ruimte te laten voor mysterie. Ik geniet er ook van om met echt kosmische tijdsschalen te werken, waar je kan spelen met dingen als de levens en het sterven van sterren, zonnestelsels, sterrenstelsels enzovoort. Je kunt speculeren over Godachtige wezens en technologieën die bijna, maar niet helemaal, magisch zijn en net niet in fantasy overgaan. Dat is erg leuk om te schrijven en hopelijk ook om te lezen.
Kunt u iets vertellen over de voorbereidingen en research die u doet voor een nieuwe roman? Is het noodzakelijk om techtijdschriften te lezen, het wetenschappelijke nieuws te volgen of bij een ruimtevaartagentschap te werken of daar vrienden te hebben? Wat is het geheim van goede en geloofwaardige scifi?
Over het algemeen doe ik geen specifieke research van te voren, maar het hele jaar door lees ik alles wat los en vast zit, in de hoop allerlei interessante dingen op te slaan, die uiteindelijk mijn fictie in filteren, ook al duurt dat proces een jaar of zelfs een decennium. Dan, als dat nodig blijkt, ga ik me verdiepen in specifieke onderwerpen die ik wil gebruiken.
Voor wat betreft de wetenschap: ik lees New Scientist (dat elke week uitkomt) en Scientific American (maandelijks) en daarnaast af en toe een populair wetenschappelijk boek over een onderwerp dat ik interessant vind.
Echter, niets daarvan is noodzakelijk om sf te schrijven; het helpt wel met het soort verhalen dat ik schrijf, maar zelfs daarbij is het veel belangrijker om een grote en actieve verbeelding te hebben en na te durven denken over de consequenties van een idee, hoe waanzinnig ook. Voor mij is het geheim van succesvol sciencefiction schrijven gewoon overtuiging: als de schrijver zich met heel zijn hart in het werk gooit en het volledig serieus behandelt, en er ook nog lol in heeft, dan kan hij of zij ver komen.
U staat bekend om het schrijven van harde, op wetenschap gebaseerde sciencefiction. Hoe werkt de wetenschap in Revenger, 10 miljoen jaar in de toekomst?
Het is met opzet wat minder wetenschappelijk onderbouwd, aangezien ik de ruimte wilde hebben om een enigszins ander, breder verhaal te vertellen dan mogelijk is in veel van mijn andere boeken. Daarbij komt dat de hoofdpersonen in Revenger geen wetenschappers zijn en dat ze maar een beperkt begrip hebben van bepaalde aspecten van hun universum, zoals hoe hun technologie werkt. De meeste tech zijn overblijfselen van eerdere culturen.
Revenger speelt in de brokstukken van ons eigen zonnestelsel: er zijn miljoenen kleine planetoïden, in plaats van acht grote planeten. Al deze kleine werelden zijn in een zwerm gepropt die ongeveer even groot is als de baan van de aarde om de zon.
Maar het is niet helemaal verzonnen; ik heb een boel berekeningen gedaan achter de schermen, om er achter te komen hoe de werelden in het verhaal werken. Zo heb ik ook de natuurkunde van zwarte gaten bekeken, om kunstmatige zwaartekracht mogelijk te kunnen maken.
De schaal van de omgeving en de actie staat ook toe dat er relatief doorsnee manieren van ruimtevaart gebruikt worden, zoals raketten, zonnezeilen en ionen aandrijvingen – allemaal min of meer realiseerbaar en zonder een noodzaak voor sneller dan licht motoren en dergelijke.
Uit de beschrijving van Revenger is het niet duidelijk, maar blijkbaar is dit uw eerste Young Adult roman. Hoe is dat zo gekomen?
Sommige mensen hebben het als zodanig benoemd, en dat vind ik niet echt erg, maar het is voor mij niet belangrijk of dit boek als YA of voor volwassen beschouwd wordt. Wat ik voor ogen had, was dat het boek toegankelijk is en dat het het soort boek is waarvan ik in mijn eigen tienerjaren zou hebben genoten. Mijn hoofddoel was om het een snel, kleurrijk en leuk verhaal te maken, inspiratie halend uit mijn waardering voor historische actieverhalen zoals Treasure Island (Schateiland), de Hornblower serie en de boeken van Bernard Cornwell.
Vindt u het belangrijk dat jonge mensen scifi lezen?
Dat kunnen die jonge mensen het best zelf bepalen! Ik hield al van sf vanaf het moment dat ik kon lezen, maar ik ben onmiskenbaar behoorlijk weird, anders was ik niet als schrijver ervan geëindigd. Als je er goed over nadenkt is sf schrijver een idioot soort baan om naar te streven: dingen verzinnen over robots en ruimteschepen... Zeker voor mij was sf een soort introductie-drug naar het lezen van populaire wetenschap (via Asimov en Clarke naar Carl Sagan) en daarvoor ben ik enorm dankbaar.
Hoe wordt Revenger tot nu toe ontvangen? Is het anders dan bij uw andere boeken?
Er is het gebruikelijke spectrum aan reacties, waar ik wel redelijk aan gewend ben inmiddels – niet iedereen vindt alles wat je doet geweldig, natuurlijk. Ik begon enorm gepolariseerde reacties van lezers te krijgen, vanaf ongeveer mijn vijfde roman en verder, toen ik ook andere dingen ging schrijven dan alleen de 'Revelation Space' serie. Bij elk boek dat ik sindsdien uitgebracht heb, zijn er altijd mensen die zeggen dat ze alle andere boeken geweldig vonden, maar dat deze beroerd is. Je krijgt er wel een dikke huid van na een tijdje, een soort opgewekte onverschilligheid. Voor Revenger ligt het misschien iets anders omdat sommige mensen hieraan beginnen met een setje vooraannames over YA, die wel of niet bevredigd worden door dit boek.
Is Revenger een standalone, of is het onderdeel van een serie?
Ik ben bezig met nog een boek in dat universum. Vanuit mijn gezichtspunt is het te leuk om niet te doen. Er zit een enorme hoeveelheid wereldbouw in Revenger en ik heb er nog veel over te vertellen. Er zou ook nog wel een derde boek bij kunnen komen, uiteindelijk. Gelukkig is mijn uitgever enthousiast, anders zou dit allemaal niet mogelijk zijn.
U gaat terugkeren naar het 'Revelation Space' universum met een vervolg op The Prefect. Kunt u daar al iets over vertellen? En wat is de werktitel?
Ik denk dat we wel een definitieve titel hebben inmiddels, en het is Elysium Fire. Het was een interessant boek om te schrijven omdat het beïnvloed is door dingen als Brexit, de opkomst van Trump en populistische politiek in het algemeen. Het begon ermee dat ik me afvroeg wat er zou gebeuren als ik een charismatische demagoog in de wereld van de prefecten – een samenleving zo dichtbij een werkend utopia als mogelijk is in mijn boeken – zou zetten en ze dan zou confronteren met de erg realistische mogelijkheid dat hun samenleving kapotgescheurd zou worden door leugens en manipulatie. De prefecten hebben daarmee een echt probleem, want hun bestaansrecht ontlenen ze aan het beschermen van de onschendbaarheid van democratie, dus ze kunnen niet zomaar zo’n destabiliserend figuur uitschakelen. Het boek speelt zo’n twee jaar na The Prefect, ook al heeft het me tien jaar gekost om te schrijven. Er zijn natuurlijk een flink aantal personages die terugkeren uit het eerdere boek, zoals Dreyfus, Sparver, Thalia enzovoort. Het is de bedoeling om uiteindelijk nog een prefectenboek te schrijven, zodra ik een crisis heb bedacht die niet het algemene achtergrondverhaal van het 'Revelation Space' universum in de war schopt.
U heeft veel korte verhalen geschreven, naast uw romans. Wat vindt u prettiger: een roman schrijven of een kort verhaal. Wat is het grootste verschil?
Waar ik ook mee bezig ben, ik zou liever het andere doen! Als je het als dagelijks werk beschouwt dan is de techniek van het schrijven van boeken en korte verhalen niet zo verschillend als sommige mensen wel beweren. Een scene is een scene.
Waar ik ook mee bezig ben, ik schrijf veel en schap achteraf. Het fijne van korte verhalen is het gevoel van voldoening als je er een af hebt, wat je meerdere keren in een jaar kunt hebben, tegenover één keer per jaar voor een roman, als je dat al haalt. Daarnaast ben ik doorgaans nogal uitgeput als ik een roman inlever (de laatste paar weken zijn een intense explosie van inspanning), terwijl ik na het afronden van een kort verhaal veel meer energie over heb. Het is een beetje zoals het verschil tussen een sprint en de marathon.
Denkt u dat een schrijver goede scifi kan schrijven zonder (scifi) boeken te lezen? Anders gezegd: zou een schrijver ook een fanatieke lezer moeten zijn?
Zeker een fanatieke lezer, maar je kunt ook prima een geweldige sf schrijver zijn zonder noodzakelijkerwijs ook veel sf te lezen, als je maar de juiste verbeeldingskracht in je gereedschapskist hebt. Het beste is het om een alleslezer te zijn.
Wat zijn uw favoriete boeken? Kunt u er vijf noemen en uitleggen waarom die vijf?
Lastig – ik weet niet zeker of ik favorieten heb. Er zijn wel boeken die ik beschouw als belangrijk voor mijn ontwikkeling als lezer en schrijver, maar ik denk er eigenlijk nooit over om ze in een bepaalde volgorde te zetten. Als ik er goed over nadenk dan zou ik de volgende boeken kunnen noemen.
The City and the Stars (Stad onder de sterren) – Arthur C Clarke
Een van Clarkes romans die anders zijn dan het merendeel van zijn oeuvre, aangezien dit boek in de verre toekomst speelt en niets te maken heeft met nabije toekomst ruimteverkenning. Geschreven in de jaren vijftig, maar het bevat zeer voorspellende ideeën, zoals virtual reality, het uploaden van persoonlijkheid enzovoort. Het heeft ook beelden die door je gedachten blijven spoken en een erg effectieve verbeelding van immense tijdsspannes.
The Book of the New Sun (Het boek van de nieuwe zon) – Gene Wolfe
Het is een vierdelige serie, ook weer in een erg verre toekomst. Het voelt een beetje als epische fantasy met een erg sombere toon en langzamerhand wordt duidelijk dat het grotendeels sciencefiction is, alleen zo ver in de toekomst dat de technologie op magie lijkt en nauwelijks begrepen wordt door de personages. Ik lees het ongeveer een keer per decennium.
Nova – Samuel Delany
Dit boek las ik in mijn tienerjaren en ik was er diep van onder de indruk. Het is snelle, verbeeldingsrijke space opera, geschreven in de zestiger jaren, maar voorsorterend op een groot aantal ideeën die bij cyberpunk naar voren kwamen, bijna twee decennia later. Het heeft ruimteschipbemanningen die neurale implantaten gebruiken om in te pluggen in hun schip en om machines te kunnen gebruiken. Het is een geweldig verhaal met een prachtige twist aan het einde.
Schismatrix – Bruce Sterling
Het is een voor de hand liggende keuze voor iedereen die mijn werk kent, maar dit boek heeft mijn hele benadering van sf en schrijven in het algemeen veranderd. Ik heb twee, drie decennia mijn best gedaan om me aan zijn invloed te ontworstelen, niet altijd met succes. Het wordt beschouwd als een cyberpunk roman, maar het lijkt veel meer op de nieuwe space opera/ nieuwe harde sf beweging, waar het ook veel invloed op bleek te hebben.
The Wind in the Willows (De wind in de wilgen) – Kenneth Graham
Dit lijkt misschien een vreemde keuze, maar ik ontdekte dit beroemde kinderboek pas later in mijn leven en het betoverde me. Het bevat een hoofdstuk dat “The Piper at the Gates of Dawn” heet en daar heeft Pink Floyd een van zijn eerste albums naar genoemd.
Technologie- en Toekomstvisiefestival Border Sessions begint op woensdag 28 juni en wordt op 30 juni afgesloten, o.a. met Reynolds en Stross. Bekijk hier het gehele programma.