Dossier /
Alice Munro, de winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur 2013
Alfred Nobel
Iedereen heeft wel van de Nobelprijzen gehoord, maar weten we ook hoe oud ze al zijn en hoe dit prijzenfonds ontstaan is? Het begon allemaal met Alfred Nobel (1833- 1896), een Zweeds chemicus en industrieel. Zijn bekendste uitvinding is het dynamiet. De familie Nobel was erg ondernemend en na diverse zakelijke mislukkingen werden ze eigenaar van een goed lopende machinefabriek in Sint-Petersburg. Alfred raakte al op jonge leeftijd geïnteresseerd in explosieven en kon dankzij het succes van de fabriek een goede opleiding krijgen. In de fabriek vonden diverse onbedoelde explosies plaats omdat er gezocht werd naar een manier om nitroglycerine te stabiliseren. In 1864 kwam Alfreds jongere broer om het leven bij een fatale explosie. Niet lang daarna vond Alfred het dynamiet uit en al gauw werd hij schatrijk met de verkoop hiervan. In 1888 las Alfred in een plaatselijke krant in Parijs dat hij was overleden. In zijn necrologie werd er over hem geschreven dat hij een ‘handelaar in de dood’ was en dat ‘hij rijk was geworden door het uitvinden van manieren om meer mensen sneller dan ooit te doden’. De redactie van de krant had hem verward met een andere broer, die recent in Cannes gestorven was. Echter, de negatieve strekking van het doodsbericht had grote invloed op hem en zette hem ertoe aan na te denken over de manier waarop hij herinnerd zou worden.
Op 27 november 1895 herschreef Alfred Nobel zijn laatste wil en testament, waarbij hij het grootste deel van zijn enorme fortuin naliet aan een nog op te richten fonds. Dit fonds moest jaarlijks een serie prestigieuze prijzen toekennen die naar hem vernoemd moesten worden: de Nobelprijzen. Het te verdelen prijzengeld bestaat uit de jaarlijkse renteopbrengst van zijn fortuin. Het testament leidde na Nobels dood tot veel verbazing en kritiek en het duurde dan ook tot 1897 voor er daadwerkelijk een fonds (de Nobel Stichting) werd opgericht. Deze stichting houdt zich hoofdzakelijk bezig met het beheer van het fortuin van Nobel en bemoeit zich niet met de toekenning van de prijzen. Er worden jaarlijks vijf Nobelprijzen uitgereikt in de categorieën natuurkunde, scheikunde, geneeskunde, literatuur en de vrede. De Nobelprijzen worden ieder jaar op 10 december, zijn sterfdag, uitgereikt aan de winnaars.
De Nobelprijs voor Literatuur wordt jaarlijks toegekend aan een auteur die, in de woorden van Alfred Nobel, het meest opmerkelijke werk met een idealistische trend heeft geschreven. Het ‘werk’ verwijst naar het oeuvre van de auteur in het geheel en niet naar een werk specifiek, alhoewel er soms wel een afzonderlijk werk wordt aangehaald bij de uitreiking van de prijs. De Zweedse Academie beslist elk jaar wie de prijs toegekend krijgt en maakt deze naam op een donderdag in oktober bekend.
Interessante feiten over de Nobelprijs voor Literatuur
De Nobelprijs voor Literatuur is aan 110 personen toegekend sinds zijn start 1901. De gemiddelde leeftijd van de winnaars is 65 jaar. De jongste laureaat was Rudyard Kipling, bekend van Jungle Book. Hij was 42 jaar toen hij de prijs kreeg in 1907. De oudste laureaat was Doris Lessing. Zij was 88 jaar toen ze de prijs kreeg in 2007. In de geschiedenis van de prijs is deze twee keer geweigerd. In 1958 accepteerde Boris Pasternak de prijs eerst, maar moest hij deze later van de regering van zijn land (de Sovjet-Unie) weigeren. In 1964 weigerde Jean-Paul Sartre de prijs omdat hij consequent alle officiële eerbetoningen weigerde. Dertien vrouwen kregen de prijs toegekend: Selma Lagerlöf (1909), Grazia Deledda (1926), Sigrid Undset (1928), Pearl Buck (1938), Gabriela Mistral (1945), Nelly Sachs (1966), Nadine Gordimer (1991), Toni Morrison (1993), Wislawa Szymborska (1996), Elfriede Jelinek (2004), Doris Lessing (2007), Herta Müller (2009) en in 2013 dus Alice Munro.
That's something I think is growing on me as I get older: happy endings. (Alice Munro)
Alice Munro
Alice Munro (1931) geldt als een van de belangrijkste Canadese schrijfsters. Ze groeide op in provinciaal Ontario. Haar vader fokte nertsen en haar moeder was lerares. Ze verliet het platteland na de middelbare school om journalistiek te gaan studeren en begon toen ook met het schrijven van verhalen. Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw werden haar korte verhalen regelmatig gepubliceerd in verschillende tijdschriften. In 1963 begon ze samen met haar eerste man James Munro een boekwinkel in Victoria: Munro’s Books. De winkel bestaat nog steeds en vierde in september zijn vijftigjarige bestaan. Haar eerste boek werd gepubliceerd in 1968, de verhalenbundel Dance of the Happy Shades, en die werd erg goed ontvangen in Canada. Er staan inmiddels veertien verhalenbundels op haar naam; de meest recente verscheen in 2012 (Dear life, in Nederland uitgegeven als Lief leven). Dit zal waarschijnlijk ook haar laatste boek zijn, omdat ze vorig jaar aan The National Post, een Canadese krant, vertelde dat ze klaar was met schrijven en het wat rustiger aan wilde doen. In 2009 ontving Munro de Man Booker International Prize voor haar gehele oeuvre. De Nobelprijs voor Literatuur mag de kroon op haar werk worden genoemd.
Schrijfstijl
De verhalen van Munro gaan over vrouwen wier omgeving wordt gekenmerkt door een dorpsmentaliteit, een inwaarts gerichte blik en een gebrek aan aspiraties. De hoofdpersonen voelen zich vrijwel altijd door die externe omstandigheden geremd. Ze dromen van vluchten. Haar schrijfstijl wordt omschreven als zeer gedetailleerd met als belangrijkste karakteristieken de helderheid en het psychologische realisme. Haar verhalen vinden meestal plaats in kleine stadjes, waar de dagelijkse worsteling om een sociaal acceptabel bestaan te hebben resulteert in gespannen relaties en gewetensconflicten. Veel gebruikte thema’s zijn seks, verlangen, ontevredenheid en ouder worden. Een boekcriticus schreef ooit over de verhalen van Munro: “In een kort verhaal van Munro staat net zo veel als in vele romans”.
Korte verhalen
In een interview met de New Yorker in 2012 over Lief leven vertelde Alice Munro het volgende over het schrijven van korte verhalen: “Jarenlang dacht ik dat korte verhalen alleen maar oefeningen waren, tot ik de tijd had om een roman te schrijven.” Ze schreef de verhalen namelijk naast het werk dat ze had in de boekwinkel en de tijd die ze nodig had om haar drie dochters groot te brengen. Het was meer toeval dat haar schrijfwerk korte verhalen opleverde. “Maar op een gegeven moment ontdekte ik dat ik alleen maar korte verhalen kon schrijven en confronteerde ik mezelf daarmee. Het zou goed kunnen dat het feit dat ik zoveel in mijn korte verhalen probeer te vertellen hiervoor een compensatie is.’
De bekendmaking
Alice Munro bleek de dag voor de bekendmaking niet bereikbaar voor het comité van de Nobelprijs en moest op 10 oktober van haar dochter vernemen dat ze gewonnen had, nadat de wereld het nieuws al gehoord had. In een reactie op de Canadese radio zei ze het volgende: “Het is helemaal geweldig wat er gebeurt, ik had het niet omschrijven. Het is meer dan ik onder woorden kan brengen.” Later voegde ze hier nog aan toe: “Ik hoop echt dat dit ervoor zorgt dat mensen het korte verhaal als belangrijke kunst gaan zien, en niet als iets waar je mee speelt tot je een roman schrijft.” Toen ze later op die dag eindelijk sprak met iemand van de organisatie voor de Nobelprijzen herhaalde ze dit nog eens: “Ik hoop dat dit voor nieuwe lezers zorgt, niet alleen voor mijn werk, maar voor het korte verhaal in het algemeen. Het wordt vaak tekortgedaan, weet je, als iets dat mensen doen voor ze hun eerste roman schrijven. En ik zou het leuk vinden om het korte verhaal op de voorgrond te zien treden, zonder voorwaarden, zonder dat er een roman hoeft te zijn.”
Dit artikel is eerder verschenen in Azra Magazine.
Verder lezen over deze auteur (in het Engels) :
Het telefoongesprek van Alice Munro met het Nobelprijscomité
Artikel in New York Times
Interview in New Yorker