Column Persis Bekkering: Als alles smelt, ook de woorden
Hanna Bervoets:
'Ik was enorm onder de indruk van Een heldenleven, de eerste roman van Persis Bekkering. Zelden kom ik zo’n gaaf, intelligent debuut tegen. Ik heb dus ontzettend veel zin in haar net verschenen tweede boek. Exces speelt zich voor een deel af in technogemeenschap van de jaren negentig, heb ik al ergens gelezen. Ik ben benieuwd naar Bekkerings ideeën achter haar nieuwe roman.'
Als alles smelt, ook de woorden
Door Persis Bekkering
Het moment dat de woorden verdampen, daar gaat het om. Bezwete lijven voor je en achter je, net iets te dichtbij maar dat maakt niet uit, dat is juist wat je wilt, dat je ophoudt als jij te bestaan in die glibberige, zacht botsende massa mensen waarvan je later geen enkel gezicht meer zult herkennen, en je zal niet kunnen uitleggen waarom het juist nu gebeurt, nu nu, dat vervloeien en verdampen en het stokken van de taal en de tijd, dat oceanische gevoel, de muziek is goed maar dat was het de hele avond al, en toch word je juist nu uit jezelf geslingerd. Je gilt en lacht en danst, na een tijdje – god weet na hoe lang – is het weer voorbij en zit je in de rookruimte uit te dampen en daaraan zul je de meeste herinneringen hebben, want in die ruimte praat je en verzamel je indrukken en erger je je aan de mensen.
Nou ja, dat moment wilde ik dus beschrijven, in mijn roman Exces. Het smeltende gevoel op de dansvloer. Dat woordeloze moment, een herhaling van nu’s, waarin er enkel een intens heden bestaat, geen plot, geen ik. En toen kwam het virus, werd de dansvloer iets gevaarlijks en moest ik steeds verder in mijn herinneringen graven om die sfeer weer op te roepen, dat gevoel dat toch al geen woorden kan verdragen.
'Dat woordeloze moment, een herhaling van nu’s, waarin er enkel een intens heden bestaat, geen plot, geen ik.'
Zelfs na jaren onderzoek kan ik nog steeds moeilijk duiden wat daar gebeurt, wanneer alles samenvalt, de juiste alchemie van muziek, licht en lichamen. Misschien gaat het om een herhaling van een oeroud gevoel, iets dat ten diepste menselijk is, iets met rituelen, grenzeloosheid. Misschien lijkt het op hoe je de wereld ervaart als baby, wanneer je nog geen onderscheid maakt tussen jezelf en de wereld.
De club, rave of wat we vroeger 'disco' noemden, wordt in romans en films vaak geportretteerd als de holle, oppervlakkige achtergrond van een personage dat zichzelf verloren heeft. Die verhalen hebben meestal hetzelfde verloop: iemand ontdekt de clubscene, gaat er een paar jaar uitbundig in op dankzij veel drank en drugs, wordt verlaten door een geliefde die wel iets in het leven wil opbouwen, en leert uiteindelijk dat er meer is in het leven dan kortstondig plezier. Zo’n boek heb ik dus niet willen schrijven. Ik wilde niet over de rave schrijven, ik wilde de rave oproepen in taal.
Ik denk namelijk dat rave, dat begon als illegale massabijeenkomsten in weilanden en in verlaten tunnels, ontstond als utopie. Een grote blije viering van het aanbreken van de toekomst en nu zou de wereld alleen nog maar beter worden. We spreken eind jaren tachtig: Het IJzeren Gordijn begon doorschijnend te worden, de economie trok aan, de wereld was vrij, leuker dan in de donkere jaren daarvoor, iedereen streed samen tegen homofobie, racisme en seksisme.
'Het was moeizaam schrijven in de lockdown, ook dat was een woordeloos moment, maar niet vreugdevol.'
Waar de twintigste eeuw voor een groot deel in het teken stond van allesomvattende ideologieën en utopieën vierde rave dat die verhalen verdwenen waren, en wat er overbleef, wat echode, was het zogenaamd 'universele' gevoel van gemeenschap en lichamelijkheid. Dus wel de vorm, maar niet de inhoud van de utopie. Zo heet ook de podcastserie die ik over rave heb gemaakt, waarin ik over dit thema verder praat met schrijvers, denkers en muzikanten: Laatste utopie.
De rave moest daarom de achtergrond worden van mijn roman, niet voor een dolend personage op zoek naar zingeving, en ook niet als ideaalbeeld, maar als gevoel, als uitzinnig contrast met een tijd waarin het lijkt alsof de crisis nooit meer weggaat. Ik had al heel lang niet meer vol verwachting naar de toekomst gekeken, eerder met angst en beven. Met een aanloopje vanaf de jaren tachtig wilde ik laten zien hoe de toekomst als project van vooruitgang langzaam verdwenen is en het nu nu nu beklemmend is geworden in plaats van bevrijdend. De pandemie versterkte die beklemming, dat gevoel dat elke dag hetzelfde was. Het was moeizaam schrijven in de lockdown, ook dat was een woordeloos moment, maar niet vreugdevol.
Even voelde ik me heel dicht op de tijd, door het schrijven van Exces. Alsof de tijd een spelletje met me speelde. Maar nu het boek verschenen is lijkt alles anders. Wie weet hoe snel het alweer kan, omringd zijn door dampende lichamen. Dan toch: de verwachting, van zomer, van iets nieuws, van de mogelijkheid van samenzijn, van morgen. Ineens voelt het ver weg, de beklemming waarmee ik Exces heb geschreven. Ik heb het alweer achter me gelaten, als een talig testament van een woordeloos moment, en mijn volgende boek dringt zich op. Nu, nu.
Na een onstabiele jeugd die haar langs een rijtje dubieuze vaderfiguren stuurt, staat danseres Nim op het punt volwassen te worden. Ze heeft de tijd mee: de jaren tachtig zijn bijna voorbij, de economie trekt aan, de dreiging van oorlog verdwijnt uit beeld, alles wordt nu alleen nog maar beter. In Europa staat een nieuwe jeugdcultuur in de startblokken, die massa’s mensen in robotische extase bij elkaar brengt.
Wanneer de golem sterft, Nims laatste patriarch, schiet ze op volle kracht de toekomst in. Die brengt lange nachten zonder slaap in zweterige clubs en een eindeloze parade nieuwe geliefden. Een uitbundig leven langs de epicentra van de westerse cultuur volgt, maar Nim heeft het gevoel niet vooruit te komen. Want waarom voltrekt zich in elke episode dezelfde ramp?
Exces is een verhaal met een structuur als het repetitieve ritme van techno. Een even uitdagende als melancholische roman over het afscheid van de toekomst in een heden dat permanent in crisis is, en een ode aan de ravebeweging, als laatste echo van de utopieën van de twintigste eeuw.
Persis Bekkering (1987) is literatuurcriticus voor NRC Handelsblad en schrijft columns, proza en essays voor onder andere De Gids, Mister Motley en De Nederlandse Boekengids. In 2018 debuteerde ze met de roman Een heldenleven (shortlist ANV Debutantenprijs).
Foto: © Stine Sampers
Winactie
Maakt de column van Bekkering je nieuwsgierig naar haar roman Exces en wil je je onderdompelen in het gevoel van de rave? Hebban mag in samenwerking met uitgeverij Prometheus vijf exemplaren van het boek weggeven. Ga via onderstaande knop naar de winactie en doe mee!