Interview /
Andy Griffiths: ‘De humor in mijn boeken is niet exclusief voor kinderen.’
De Australische auteur Andy Griffiths is in eigen land immens populair. De kinderboekenschrijver heeft inmiddels ruim 27 titels op zijn naam staan en is in Nederland hoofdzakelijk bekend om zijn ‘De Waanzinnige Boomhut’-serie, waarbij de illustraties zijn gemaakt door Terry Denton en de vertaling is verzorgd door niemand minder dan Edward van de Vendel. Deze week komt alweer het vierde deel uit, genaamd: De Waanzinnige Boomhut van 52 verdiepingen. Met dertien nieuwe verdiepingen zit ook dit boek weer vol absurde humor, waarin hoofdrolspelers Andy en Terry de mafste avonturen beleven. Dit keer hebben de jongens echter wel een heel groot probleem. Hun uitgever meneer Grootneus is verdwenen en zonder hem kunnen ze geen boek schrijven! Andy Griffiths was afgelopen weekend in Nederland om het boek te presenteren en Hebban Young Adult interviewde de sympathieke auteur.
Andy, kun je ons iets over jezelf vertellen?
“Als kind was ik al gek op lezen, vooral op boeken die net even anders waren, boeken met plaatjes, rijmpjes en vooral grappen. Toch was dat niet mijn eerste passie. Die lag bij de muziek. Toen ik nog klein was ontdekte ik de platenverzameling van mijn broer. Alice Cooper, Iggy Pop, David Cooper. Ik was gek op het shock and horror-aspect dat met name bij Alice Cooper naar voren kwam. Dat wilde ik ook schrijven en opvoeren. Ik heb altijd dingen geschreven die mensen amuseerden en in de muziekteksten deed ik dat dus ook. Voor de lol schreef ik dus een song en stelde ik een band samen. We begonnen met het spelen op school, maar daarna werden het al snel hotels en andere locaties. In Australië is Melbourne dé muziekstad. Geleidelijk aan werden mijn teksten en verhalen langer en de behoefte om te schrijven groter. Ik werd leraar en onderwees Engels, voornamelijk aan kinderen die een slechte ervaring hadden met boeken. In die tijd waren er ook nog niet echt boeken zoals deze voor kinderen. Ik begon dus voor hen te schrijven. Mijn inspiratie kwam vanuit de dingen die ik zelf had meegemaakt. Kleine beschamende voorvallen. Ze vonden het geweldig en al snel wilden ze ook schrijven. Hun verhalen bundelde ik in kleine klasboeken en ondertussen begon ik mijn eigen verhalen zelf te publiceren.”
Is jouw humor typisch Australisch en zo ja, maakt dat het lastiger om in een ander land te publiceren?
“Dat is een interessante vraag. Ik heb dat lange tijd wel zo ervaren. Tot het moment dat ik de Boomhut Serie begon te schrijven werd ik eigenlijk niet echt gepubliceerd in andere landen. Ik ging ervan uit dat dit kwam omdat onze humor in Australië nogal uitgesproken was. En eerlijk gezegd vond ik dat ook wel prima. Tegelijkertijd experimenteerden Terry en ik met andere vormen van humor. Een aantal jaren spraken we elke week af en werd er een tekening gemaakt, een rijmpje, een slapstick of iets dergelijks. We braken met elk taboe dat we maar konden bedenken. Terwijl we aan het werken waren aan een nieuw boek voor de ‘Bad book’-serie vroeg ik Terry of hij een boomhut kon tekenen. Ik was verbaasd hoe goed hij dit deed en al snel realiseerden we ons dat de Boomhut alles in zich had. Ook de verschillende vormen van humor, dus zijn we aan de slag gegaan om alles zo logisch mogelijk te maken. Eigenlijk zijn de Andy en Terry in de boek niets anders dan clowns. De logische vertelling loopt daar een beetje doorheen. Logica zoals Andy en Terry die ervaren. Een voorbeeld hiervan is wanneer meneer Grootneus vermist is en de jongens er alles aan doen om hem te vinden anders kunnen ze geen boek schrijven. Meneer Grootneus kan hen immers niet achter hun vodden aan zitten. Dat is natuurlijk niet echt logisch want ze kunnen best schrijven zonder hem, maar in het verhaal is dit compleet logisch. Net als het feit dat ze een enorme reis moeten maken om meneer Grootneus te vinden, maar de tram pakken om weer terug te gaan.
Andy en Terry halen dikwijls grappen uit. Wat voor soort grappen haalde jij als kind uit?
“Allerlei grappen (lacht), maar ik herinner me nog dat ik samen met mijn beste vriend Danny aan de kant van de weg net deed of we aan het vechten waren en er zelfs één van ons werd neergeslagen. We deden dat om te zien of mensen zouden stoppen. Dat vonden we toen ontzettend leuk om te doen.”
Wist je tijdens het schrijven van je eerste Boomhut-boek al dat deze uit zou groeien tot een serie?
“Nee, dat wisten we niet. Eerlijk gezegd wisten we niet eens wat we aan het doen waren. Delen van dat wat we toen schreven en tekenden kwam uiteindelijk in de latere boeken terecht. Tijdens het samenstellen kwamen we er achter dat sommige dingen niet in het eerste boek pasten en zo ontstond het idee voor meerdere delen.”
Hoeveel delen kunnen de lezers nog verwachten?
“Dat is een lastige vraag om te beantwoorden. Elke boek heeft het getal dertien of een meervoud van dertien in zich. Het zou dus logisch zijn om de serie uit dertien boeken te laten bestaan, maar dat betekent nog tien jaar schrijven aan deze serie. Zeven lijkt een magisch nummer, maar we zullen zien. Zolang als iedereen maar plezier beleeft aan de boeken. Er zijn in elk geval serieuze plannen voor nog twee boeken.”
Had je als kind ook een boomhut?
“Nee, helaas niet. De reden hiervoor was simpel. We hadden geen geschikte boom in onze tuin.”
Welke verdieping in de boomhut is jouw favoriet?
“Dat vind ik een hele moeilijk vraag om te beantwoorden. Maar als ik echt moet kiezen dan ben ik zelf erg trots op het Labyrint des Doods.”
De tekeningen zijn gemaakt door Terry Denton. In het verhaal zijn Terry en Andy gelijkwaardig, maar wie is degene die bij het maken van een nieuw boek de leiding neemt?
“Dat is onmogelijk te scheiden. Wanneer Terry aan het tekenen is geeft hij mij ideeën en Jill, mijn vrouw, is de rijmspecialist. Ik ben daar minder goed in. Wanneer we klaar zijn kun je niet meer onderscheiden wie wat heeft gedaan en dat maakt het juist zo goed. Het is één geheel.”
Je hebt 27 kinderboeken geschreven. Heb je er ooit aan gedacht om specifiek voor volwassenen te schrijven?
“De humor in de boeken die ik schrijf is niet exclusief voor kinderen. Volwassenen kunnen de boeken ook lezen, of leraren kunnen het voorlezen. Ik heb er wel eens aan gedacht om iets specifiek voor volwassenen te schrijven, maar ik wil niet dat iemand iets mist. Zelf las ik als kind heel graag Alice in Wonderland, ook zo’n boek dat moeilijk in een hokje is te plaatsen. En dat is precies hoe ik zelf ook wil schrijven.”
Weet je van tevoren wat de lijn is van het verhaal?
“Ik heb een globaal idee, maar verder evolueert het verhaal terwijl we eraan bezig zijn. Als ik een idee heb, ga ik met Terry voor een week naar een strandhuis. Daar vertel ik hem wat voor verhaal ik in mijn hoofd heb, waarna Terry aan de slag gaat en een storyboard in elkaar zet. Vervolgens ga ik daar weer mee aan de slag en maak daar weer een logisch verhaal van, waarop ik Terry er weer bijhaal, en ga zo maar door. Als het verhaal gereed is laat ik het verschillende keren aan Jill lezen. Zij was mijn eerste redacteur en weet precies of een verhaal loopt of niet.”
In jouw boeken komt de dood regelmatig terug, net als het verslaan van de dood. Zoals postbode Bill die eerst dood gaat en in een later boek toch weer blijkt te leven.
“Dat klopt eigenlijk wel. De dood fascineert mij, net als zombies. Dood zijn en toch weer niet. Ik denk dat dit komt omdat ik als kind een dode vogel zag liggen op de grond. Terwijl ik dichterbij kwam zag ik dat zijn vleugel licht bewoog. Hierdoor dacht ik dat hij toch nog leefde en dus pakte ik hem op. Toen zag ik dat onder de vleugel allemaal maden krioelden. Ik schrok ontzettend. Dit was een gruwelijke ervaring, bijna surrealistisch. Het fascineerde me. Je ziet dit ook terug in schilderijen van surrealistische schilders, zoals onder andere Dali.”
Terry heeft in de boeken eigenlijk de rol van God? Hij kan alles creëren met zijn potlood. Zelfs een heel universum.
“Ik vind het leuk dat je dat is opgevallen. Dit is inderdaad waar. In het volgende boek gaan Terry en Andy terug in de tijd. Ze gaan zelfs zover terug in de tijd dat ze zichzelf terugzien als kleine beestjes die net uit de zee zijn gekomen. Terry tekent dan een 65 verdiepingshoge berg waaruit de huidige samenleving kan groeien. Metaforisch staat het ook wel voor wat je bent als schrijver en waar het hele schrijfproces is. Je bent toch een soort van God die zijn eigen wereld creëert.”
Van een van jouw andere boekenseries, de ‘Just’-serie, is een tekenfilmserie gemaakt: ‘What’s with Andy’. Deze werd ook uitgezonden in Nederland. Hoe is het om je eigen creaties tot leven te zien komen?
“Geweldig. Zo’n tekenfilmserie is iets heel anders, maar als ik heel eerlijk ben dan zijn de boeken het enige waarin ik echt ben geïnteresseerd. Ik wil ook niet dat er ooit een animatieserie wordt gemaakt van de Boomhut-boeken. Het zou teveel verraden van de mystiek die er nu is. Bijvoorbeeld hoe oud Andy en Terry zijn. In het boek kunnen het kinderen zijn, jongvolwassenen of zelfs volwassenen. Dat zijn dingen die ik echt zo wil laten.”
In augustus komt in Australië De waanzinnige boomhut van 65 verdiepingen uit. Kun je al een tipje van de sluier voor ons oplichten?
“In het volgende boek draait het om de bouwvergunning van de boomhut. Het blijkt dat Terry vergeten is om die aan te vragen, omdat hij het geld gebruikt heeft voor een ‘zie in de toekomst-pinda’. Omdat er geen bouwvergunning is aangevraagd moet de boomhut worden afgebroken, omdat de bouwinspecteur zegt dat het niet veilig is. Terry bouwt vervolgens een tijdmachine en de jongens besluiten om terug te gaan in de tijd om alsnog de bouwvergunning aan te vragen. Maar hier beginnen de problemen pas echt. De tijdmachine werkt niet goed en Andy en Terry gaan ver terug in de geschiedenis, waar ze verschillende versies van zichzelf redden.”
Foto (c) N. Tardio: Andy Griffiths signeert.