Column /
Annemarie Bon: Een droomberoep
Er is iets geks met boeken. Boeken voor jonge kinderen en ook de boeken van Haas staan gelukkig volop in de belangstelling en worden gepromoot door projecten als Boekstart en de Kunst van Lezen. Lezen en voorgelezen worden zijn dan ook erg belangrijk voor de creativiteit, de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Lezen staat bovenaan het lijstje met ontspannende activiteiten en er is niks dat de taalontwikkeling en woordenschat zo stimuleert. Geweldig dat iets wat zo leuk is, zo goed kan zijn! Alsof die overheerlijke worteltjestaart van Haas toch gezond is. Helaas staat voor oudere lezertjes en lezers het boek en het rustige lezen de laatste jaren onder druk. Er is te veel concurrentie van snelle media zoals internet, games en tv.
Maar nu komt het merkwaardige. Hoewel het lezen van boeken afneemt, is het schrijven van boeken populairder dan ooit, ook onder jongeren. Zeker 1 miljoen mensen schrijft in de vrije tijd verhalen, gedichten, dagboeken, brieven, blogs en zo’n 300.000 mensen hebben een compleet boek geproduceerd. Op de computer weliswaar, het betreft meestal niet een papieren exemplaar. Al ligt dat met moderne POD-technieken voor iedereen binnen handbereik.
Veel van die mensen met een tekst op hun computer noemen zich al direct schrijver. Omdat het je een goed image en een uitstraling geeft alsof je bij DWDD zit?
Maar is schrijven dan werkelijk zo’n droomberoep met een heldenstatus?
Ik moet je helaas teleurstellen.
Schrijven is een nog veel trager proces dan lezen. Het is proberen, nadenken, zoeken, schrappen, verbeteren, ploeteren, omgaan met tegenslagen, deleten, opnieuw beginnen en toch steeds weer stug doorgaan. Je moet wel op zijn minst een lichtelijk obsessieve afwijking hebben om dat vol te houden.
Het is ook allerminst een glamorous beroep. Het grootste deel van de tijd breng je immers alleen op je werkkamer door. Niemand die je dan bewonderend toejuicht. Je moet het helemaal alleen doen. Ja, natuurlijk is er een handjevol schrijvers dat daadwerkelijk een sterrenstatus heeft – denk aan J.K.Rowling – maar het gros van de schrijvers is niet zo bekend. Die krijgen te horen: ‘Ik heb nooit van je gehoord’ of ‘Publiceer je ook?’
Neem eens de proef op de som, want hoeveel nog levende kinderboekenschrijvers kun jij uit je blote hoofd opnoemen?
(Hopelijk zat ik erbij, omdat je mij van de boeken van Haas kent bijvoorbeeld.)
Nee, om roem en glorie hoef je niet te gaan schrijven. Zoiets is meestal slechts tijdelijk en geeft ook geen echte bevrediging. Je schrijft omdat je wat te vertellen hebt en je schrijft om het schrijven zelf. Je wilt wat je te vertellen hebt, verbeelden in een verhaal; ook al kost dat nog zoveel inspanning. Dat is de ware bevrediging.
Dus als je schrijver wilt worden, zeg ik: doe het niet.
Maar als je wilt schrijven, of je schrijftechniek wilt verbeteren, dan zeg ik: doen!
En als je echt gemotiveerd bent en op ambachtelijke wijze met het vak wilt kennismaken, kan ik je daarbij nog helpen ook. Op 29 augustus start ik weer met een nieuwe basiscursus Voor kinderen schrijven. Door uiteenlopende opdrachten, waartoe onderzoek, interviews met kinderen, non-fictieteksten en verhalen schrijven behoren, en degelijke feedback, leer je je bekwamen in schrijven voor kinderen. De training start met schrijfopdrachten voor kleuters en wordt gedurende het cursusjaar uitgebouwd naar teksten en verhalen voor pubers.
Wie zich op prentenboekteksten gaat toeleggen, kan er daarna bij Gertie Jaquet, de illustrator van de boeken van Haas, zelf de illustraties bij leren maken.
En wie weet, heb je wel zoveel talent dat je boek, bij een echte uitgeverij uitkomt. Meerdere oud-cursisten van me zijn je voorgegaan. Maar let wel: niet zonder proberen, nadenken, zoeken, schrappen, verbeteren, ploeteren, omgaan met tegenslagen, deleten, opnieuw beginnen en toch steeds weer stug doorgaan.