Column /
Ariënne Bolt (1): Boten
1 Boten
Er was eens een verhaal. Tijdens een schrijfcursus schreef ik het op. Het werd langer en langer en op een gegeven moment paste het niet meer in één boek, vreesde ik. Na lang schaven wilde ik het eerste deel opsturen en dan verder schrijven aan het volgende stuk. Ik had een uitgeverijen-top-twintig gemaakt waarvan ik hoopte dat mijn boek er eventueel misschien wellicht per ongeluk toevallig enigszins een beetje zou kunnen passen. Om het lot niet te tarten deed ik het eerst mijn envelop op de bus naar nummer één, mijn gedroomde uitgeverij. Daarna verstuurde ik negen enveloppen tegelijk, naar mijn nummers twee tot en met tien.
Een paar maanden en negen afwijzingen later had ik van één van de tien uitgevers nog steeds niets gehoord, en gesterkt door het beetje zelfvertrouwen dat sommige persoonlijke, onderbouwde afwijzingen me toch hadden opgeleverd, schreef ik deze uitgeverij een mailtje.
Beste mensen, vier maanden geleden heb ik het eerste deel van mijn manuscript naar jullie opgestuurd. Ik heb een ontvangstbevestiging gekregen. Kunnen jullie mij vertellen wat er met mijn manuscript is gebeurd?
Maar op send drukken durfde ik niet, te bang voor het antwoord dat ik zou krijgen. Inmiddels was ik niet langer van plan dit negen keer afgewezen verhaal naar de rest van mijn top twintig te sturen. Dankzij reacties van een paar uitgevers en redacteurs wist ik nu veel meer over ‘de boekenmarkt’ en werkte ik ondertussen aan ‘iets realistisch’. Niet te geloven dat ik me nooit eerder had afgevraagd welke genres goed in de markt zouden liggen en welke niet. Gewoon zonder nadenken was ik begonnen aan een verhaal dat ik leuk vond! Tot overmaat van ramp zag ik in de winkel een kinderboek liggen met een boot op het omslag. Van de uitgever van wie ik nog niets had gehoord, mijn nummer één. In mijn verhaal komen ook boten voor. Nu kan ik het zeker schudden, wist ik. Ze geven natuurlijk niet twee keer een verhaal uit waarin een schip een grote rol speelt…
Een paar dagen later stond ik te schilderen aan een speelgoedkist voor een buurjongetje toen mijn telefoon ging. ‘Goedemorgen!’ riep iemand opgewekt in mijn oor. ‘Met Jean Christophe Boele van Hensbroek van uitgeverij Lemniscaat!’
Wordt vervolgd…
Lees de volgende column op maandag 18 januari.
© Illustratie: Linde Faas
© Auteursfoto: Huib van Wersch