Auteur van de Week | Jan Siebelink
Sievez toen en later
Jan Siebelink werkte als leraar Nederlands en Frans toen hij in 1975 debuteerde met zijn verhalenbundel Nachtschade. In deze eerste bundel zijn de motieven terug te vinden die in Siebelinks verdere oeuvre belangrijk bleven: de bloemenkwekerij van zijn vader in Velp, het streng-calvinistische geloof dat zijn vader aanhing en het onderwijs. Hoewel Siebelink na Nachtschade vrijwel elk jaar een nieuw boek schreef, kennen de meeste lezers de auteur vooral van zijn vaderroman Knielen op een bed violen uit 2005, dat is geïnspireerd op Siebelinks jeugdjaren. In deze roman krijgt vader Hans Sievez op een beslissend punt in zijn leven een diepreligieuze ervaring die hem ervan overtuigt dat hij in direct contact met God heeft gestaan. Wat volgt is een zoektocht naar zingeving en het eeuwige leven, maar Hans gaat hierin zo ver dat hij het zicht op de werkelijkheid en het contact met zijn omgeving verliest. Zowel zijn huwelijk als de relatie met zijn kinderen komen onder grote druk te staan. Met Knielen op een bed violen bereikte Jan Siebelink een groot lezerspubliek: 600.000 exemplaren werden er van het boek verkocht en de roman leverde de auteur de AKO Literatuurprijs op. Negen jaar later volgde een boekverfilming, met onder meer Barry Atsma, Noortje Herlaar en Gijs Scholten van Aschat.
In zijn in 2015 verschenen roman Margje keert Siebelink terug naar de familie Sievez, maar verschuift hij de blik van vader Hans naar de andere gezinsleden. Zoon Ruben is inmiddels een oudere man die gedurende een lange oudejaarsnacht op zijn leven terugkijkt. Hij vraagt zich af of zijn moeder Margje meer van zijn jongere broer Thomas hield dan van hem. Margje is volgens Siebelink geen vervolg op Knielen op een bed violen, maar heeft duidelijk wel een link met dat boek. ‘Ik had nog een verhaal te vertellen over mijn moeder. Het benadrukt hoe de zaken anders hadden kunnen lopen als mijn moeder was meegegaan met de oom bij wie zij ooit dienstmeisje was’, aldus de auteur in een interview met Zin. Ook in zijn meest recente roman, De buurjongen (2017), vinden we de bekende personages uit Knielen op een bed violen en Margje weer terug. Nu is het buurjongen Henk Wielheesen wiens eenvoudige leven we volgen. Het leven is Henk altijd moeilijk afgegaan, en het is de familie Sievez die hem in veiligheid brengt.
Onderwijs, religie en bloemen
Jan Stoel, lid van de Hebban Literatuur Club en groot liefhebber van Siebelinks boeken, hoorde in 1975 voor het eerst van de auteur. ‘Iemand uit het onderwijs die schreef. Zelf studeerde ik voor onderwijzer, dat schept een band.’ Jan las Siebelinks debuut Nachtschade en werd door de eerste zin meteen het verhaal in gesleurd:
“Mijn God, ik sla hem op zijn bek, ik sla hem die vale, afgebladderde portefeuille uit zijn grove, harige handen; ik druk hem zijn ogen uit of ik spuit er gas in, zodat de oogleden gaan trekken...”
Ook in zijn latere werk herkende Jan Stoel steeds het onderwijs als ‘Siebelinkthema’, net als het zoeken naar houvast, de zoektocht naar zijn vader, het verlangen hem te begrijpen. Collega clublid Helena van Dijk zat in 1990 ook op de lerarenopleiding toen een studiegenoot haar op de literatuur van Siebelink wees. ‘Na het lezen van De overkant van de rivier ben ik regelmatig boeken van Siebelink blijven lezen. Zijn boeken gaan vaak over relaties tussen ouders en kinderen, over de rol van religie en over onderwijs.’ In een interview met Trouw op 17 maart jongstleden beaamt de auteur dat zijn ouders een belangrijk thema in zijn werk zijn:
'Ik denk sowieso dagelijks aan mijn ouders en de kwekerij in Velp. Het was thuis weliswaar conflictueus, door het strenge geloof van mijn vader, en er waren geldzorgen. Maar tegelijk was het liefelijk en fijn. Mijn ouders hielden intens van elkaar. In de jaren zeventig, toen ik in Dieren lesgaf en in Den Bosch een opleiding volgde, reed ik tussendoor met mijn Renault Dauphine vaak even langs de kwekerij. Ik had maar een paar minuten. Mijn ouders wachtten me bij het waterbassin op met een kopje koffie. Ik omhelsde hen en ging als er een speer weer vandoor. Ik dacht dat het altijd zo zou doorgaan, maar binnen enkele jaren was alles verdwenen. Ik verlang enorm terug naar die tijd, in feite gaat mijn hele oeuvre daarover.'
Volgens Jan Stoel is Siebelink zo goed in het schrijven over gewone mensen. ‘Die weet hij op een of andere manier toch bijzonder te maken.’ Helena is het daarmee eens: ‘Ik vind dat hij geweldig personages tot in detail kan neerzetten. Je krijgt het gevoel dat je ze op straat zou kunnen tegenkomen en dan zelfs zou herkennen.’ Maar naast het scheppen van onvergetelijke personages, nemen bloemen en planten ook altijd een belangrijke plek in Siebelinks boeken in. Niet vreemd, als zoon van een kweker. Omdat de bloemen en planten een eigen verhaal vertellen, de geschiedenis van de kwekerij uiteenzetten en daarmee ook veel zeggen over Jan Siebelink zelf, verscheen vorig jaar bij De Bezige Bij De bloemen van Jan Siebelink, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Een boek vol illustraties en 109 bloemen en planten uit Siebelinks schrijversuniversum. De bijgevoegde citaten werden door de auteur zelf gekozen, en hier en daar heeft hij een herinnering aan zijn vader toegevoegd.
Jas van belofte
Het was op zijn tachtigste verjaardag dat Jan Siebelink een knielende Eppo van Nispen (destijds directeur van Stichting CPNB) voor zijn deur vond, hem bijna smekend het Boekenweekgeschenk van 2019 te schrijven. Hoewel Siebelink na de afronding van zijn De buurjongen net had besloten wat meer rust te nemen en wat vaker bij het voetballen van zijn kleinkinderen te gaan kijken, voelde hij zich enorm vereerd en zei hij direct ja. ‘Het Boekenweekgeschenk mogen schrijven is de bekroning van ruim veertig jaar schrijverschap,’ was zijn reactie in Trouw.
Het kostte Siebelink slechts zes weken om het Boekenweekgeschenk te schrijven. De beroerte die hij in mei 2017 kreeg vormde een bron van inspiratie voor het boekje. De auteur wist meteen dat het geschenk daarmee moest beginnen. Hoofdpersonage Arthur wordt in Jas van belofte met hoge snelheid per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Hij is er zeker van dat hij niet meer thuis zal komen. Al bijna vanaf de andere zijde overziet hij wat hij achterlaat, en vraagt zich af of dat genoeg is. Zijn vrienden Edwin en Loetje voelden eerder aan dat hij een verhaal in zich droeg dat verteld moest worden. Maar zij wisten ook dat het een bijna onmogelijke opdracht zou zijn dit daadwerkelijk uit te voeren. ‘Je mag nooit meer tevreden zijn over jezelf, zolang de zoektocht van de jongen op de meest volmaakte wijze is verteld,’ bezwoer Edwin Arthur. Jas van belofte is een ode aan een vriendschap, aan een vader en aan het schrijven.
Zijn pensioenleeftijd is Siebelink allang voorbij, maar de pen neerleggen doet hij voorlopig nog niet. Zijn Boekenweekgeschenk is naar eigen zeggen dan ook zeker geen zwanenzang, zo vertelt hij aan Trouw: ‘Ik werk hard aan een nieuw boek. Het verkeert in zo’n ver stadium dat mijn redacteur het kan afmaken, mocht mij iets overkomen. (…) Zolang ik schrijf, komt de dood me niet halen, daar ben ik van overtuigd.’
Een hele geruststelling voor de vele liefhebbers van zijn werk.
Van 23 maart t/m 31 maart krijg je het Boekenweekgeschenk van Jan Siebelink cadeau bij besteding van ten minste €12,50 aan Nederlandstalige boeken. Op vertoon van het Boekenweekgeschenk kun je op zondag 31 maart gratis reizen met de trein.
Wat vind jij van Siebelinks Boekenweekgeschenk?