Column /
Beste ter wereld
Ik verklaar me nader, ik zit toch achter het toetsenbord.
Als ik een boek af heb dan is dat het beste boek van de hele wereld, zeg maar: het allerbeste. Nobelprijsbest.
Dat vind ik en zo hoort het. Een schrijver die ik waardeer, zei een keer in een interview over zijn laatste boek: 'Het was ook niet zo goed.'
Zo'n uitspraak begrijp ik niet. Als je boek 'niet zo goed' is, gooi je de bliksemse boel weg en begin je opnieuw.
Je hebt dus dat bovenstebesteboek en je uitgever stuurt het naar jury’s, laten we zeggen die van de Gouden Strop. Dan kom je eerst op de lange lijst van boeken die zijn opgestuurd. Dat valt zonder veel onlustgevoelens te verwerken.
Maar dan.
Er komt een keer een lijst met een boek of tien. Ik ben net terug van vakantie en ik heb geen idee hoe het er dit jaar voorstaat met de Strop. Ik wil het ook niet weten. Ik ga helemaal relaxed door de maanden april en mei, want ik heb het afgelopen jaar geen boek uitgebracht. Ho, wel een boek, twee zelfs, maar geen misdaadroman.
Dus hoef ik niet te kijken ‘of ik erbij sta’. En hoef ik niet drie dagen huis en haard te terroriseren als mijn naam ontbreekt. En hoef ik niet uit te leggen dat de jury bestaat uit ongeletterden die geen idee hebben van behoorlijk taalgebruik, spanningsopbouw, humor en fantasie. Want dat doe ik, dat soort dingen uitleggen. Omdat ik het allerbeste boek van de wereld heb geschreven, weet u nog, en omdat een jury die dat niet inziet niet kan deugen.
Meestal zie ik de zaken na enkele maanden - in het geval van Een keel van glas na jaren - iets genuanceerder, maar vlak na een shortlist of een nominatie is de slachter in de Texas Chainsaw Massacre een doetje bij wat ik voor de juryleden in gedachten heb.
Niets van dit alles, dit jaar, en mijn vrouw zei een paar dagen geleden: 'Gelukkig. Rust.'
Maar nu kom ik bij het probleem waarmee ik mezelf heb opgezadeld. De Jeff Meeks-roman De dwergbowler is klaar. Er zijn uitgevers die het met plezier willen uitbrengen, maar als ik zeg: 'Ik wil dat gedonder met jury's en prijzen niet meer, dus het mag niet worden opgestuurd', betrekken de gezichten en krijg ik uitgelegd hoe belangrijk de Gouden Strop nog steeds is al staat-ie wat waardering betreft onderaan de lijst boekenprijzen.
Er zit weinig anders op dat het boek via mijn eigen uitgeverij Zwarte Zwaan uitgeven, maar dan ben ik er nog niet. Want ik weet niet of ik bestand zal zijn tegen mijn eigen nieuwsgierigheid die leidt tot de vraag: wat zal een jury ervan vinden?
De dwergbowler is beslist het beste boek ter wereld. Dat hou ik vol tot… tja, tot wanneer. In elk geval tot ik mijn volgende misdaadroman af heb en daar moet ik nog aan beginnen.
Deze column is ook te lezen op de website van Peter de Zwaan.