Boekenkrant interviewt Thomas Olde Heuvelt
Door Sanne van der List
Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2022
November
Thomas Olde Heuvelt
Welkom in Lock Haven, Washington, thuisplaats van de gelukkigste straat ter wereld. Een wandeling door Bird Street zal niet merkwaardig aanvoelen, behalve dat je zou zien dat het alle bewoners voor de wind gaat. Er staan kasten van huizen, en onder sommige carports zie je mooie auto’s. Als je de bewoners zou ontmoeten, dan valt het op dat ze allemaal oprecht gelukkig zijn. Ze hebben succesvolle carrières of doen precies de dingen die ze altijd al wilden doen. Maar er is meer: ze zijn allemaal gezond. Fysiek, mentaal én spiritueel: het zijn stuk voor stuk vitale, weldenkende, ontwikkelde en – de meeste van hen althans – ruimhartige mensen. En hun kinderen? Die zijn perfect. Ieder van hen is een talent. Een belofte. Ja... je zou kunnen zeggen dat het met de bewoners van Bird Street iets té goed gaat.
Tot het november wordt. Dan breekt de Zwarte Winter aan. Luana en Ralph weten het, en hun kinderen Kayla en Django ook. Zij wonen in het meest bescheiden van de vijf huizen. November is ieder jaar het moment dat hun geluk omslaat en ze worden overvallen door pech. Daar zijn de pijntjes, de ongelukjes, de financiële tegenvallers. Periodes van ziekte, mentale verwarring en depressie. Meestal niets onoverkomelijks, maar de Zwarte Winter kunnen ze elk jaar maar beter uitzitten. Na een week of vier trekt het voorbij en zal het geluk terugkeren... maar alleen tegen een prijs. En elk jaar vragen Luana en Ralph zich af of die prijs niet veel te hoog is.
November is thematisch misschien wel je meest duistere, maar tegelijkertijd ook je meest menselijke boek tot nu toe.
Dat denk ik ook. Ik wilde enerzijds een superspannend boek schrijven waarvan je tijdens de donkere dagen van het jaar rillend kan gaan genieten, gewoon omdat het heerlijk creepy is, maar ik wilde ook een verhaal schrijven over waartoe wij mensen in staat kunnen zijn voor ons eigen geluk. De vier personages met wie we meeleven in November zijn eigenlijk hele normale mensen, die allemaal door omstandigheden gedwongen worden onmenselijke keuzes te maken. In die zin houdt het verhaal echt een spiegel voor naar de lezer: het stelt je steeds de vraag of je zelf ook deze grenzen over zou gaan, als er zoveel consequenties aan je handelingen zitten.
Je liep al jaren met het idee voor November rond. Waarom was je er nu pas klaar voor?
November is subtieler en genuanceerder dan mijn voorgaande werk. Het handelt over ethisch gevoelige thema’s als zelfdoding, euthanasie en vrijwillige levensbeëindiging. Ik denk dat je dit alleen maar goed kan uitwerken met de juiste finesse, nuance en levenservaring. Ik had nu pas het gevoel dat ik er klaar voor was om dat op de juiste manier te doen. Dit soort vraagstukken vergen een bepaalde volwassenheid van een schrijver die ik een aantal jaar geleden nog niet had, maar nu wel. Bovendien ben ik technisch een veel sterker schrijver geworden, en veel meer in staat om een complex verhaal te vertellen op een manier dat het doet lijken alsof het eigenlijk heel eenvoudig is.
Hoe was het voor jouzelf om met zulke gevoelige onderwerpen bezig te zijn?
Als ik eenmaal schrijf, komt dat als vanzelf. Ik vind dat er geen taboes mogen zitten op het behandelen van gevoelige onderwerpen in thrillers en horrorverhalen, zolang je dat op een stijlvolle manier doet. Horrorverhalen zoeken altijd de grens op van dingen die we niet prettig vinden, omdat ze gaan over dingen die ons angst aanjagen – soms gaat het dan over bovennatuurlijke zaken, maar vooral ook over échte angsten. In November hebben de personages een pact dat hen dicteert dat ze ieder jaar in november een offer moeten brengen. Maar het zijn stuk voor stuk gewone mensen die dat moeten doen, geen monsters. Daarom gaan ze uit praktisch oogpunt maar op zoek naar mensen die toch al hun leven willen beëindigen. Ethisch nogal een hellend vlak natuurlijk … en af en toe laat ik mijn personages wel heel akelige dingen doen. Er zit een scène in, aan het eind van de eerste november (het boek beschrijft er twee), die heel akelig is. Zoiets schrijft zich vanzelf – dan kan het me niet duister genoeg – maar ik moest wel even slikken toen ik het teruglas.
'De verhalen die ons bijblijven zijn de verhalen die ons aan het lachen maken, of aan het huilen, of die ons zo bang maken dat we voor het slapengaan onder ons bed moeten kijken.'
November is een moderne twist op het klassieke Faustiaanse pact: een deal met de duivel. Die komt bij jou in de vorm van het sinistere personage de Accountant.
Klopt, ik houd wel van dit soort klassieke archetypen uit mijn genre, maar ik probeer daar dan altijd een moderne twist aan te geven. Ik heb bijvoorbeeld niet zoveel op met religie. De Accountant in November is veel meer een natuurwezen, iets dat het koude novemberbos symboliseert, en meer nog dan dat: de tijd zelf, de donkere dagen aan het einde van het jaar waarin alles sterft. November is een verhaal over een seizoensgebonden kwaad, dat vond ik origineel en interessant. Toch herken je hem wel als het archetype duivel, met alle eigenschappen van dien: een trickster, een wezen aan wie je je ziel verkoopt. Ze noemen hem de Accountant, omdat hij de balans opmaakt tussen goed en kwaad. Het is een erg aantrekkelijke antagonist: ik vond het heerlijk om over hem te schrijven.
Waarom speelt het verhaal zich af in Amerika en niet in Nederland, zoals bij bijvoorbeeld bij Hex en Orakel wel het geval is?
Het is een hele praktische keuze geweest. De ethische gevoelige kwesties uit het boek, daar denken ze in de VS nog wat conservatiever over dan bij ons in Nederland. Daar vroeg het verhaal om, en daarom was het praktischer om het verhaal zich daar te laten afspelen. Bovendien heb ik inmiddels ook een groot internationaal lezerspubliek. Ik denk dat ik in de toekomst een beetje zal afwisselen met de setting van de verhalen: de ene keer hier, de andere keer daar, afhankelijk van waar het verhaal om vraagt.
Wil je met die ethische kwesties in Amerika een statement maken?
Nee, dat is niet mijn opzet. Ik schrijf een verhaal om mensen te entertainen, een verhaal waar mensen van kunnen genieten, en het is nooit mijn bedoeling om moralistisch te zijn. Natuurlijk zetten alle goede verhalen aan tot denken, en dat is prima. Maar het is nooit mijn eerste opzet. Ik schrijf verhalen omdat ik hoop dat ze je bijblijven. De verhalen die ons bijblijven zijn de verhalen die ons aan het lachen maken, of aan het huilen, of die ons zo bang maken dat we voor het slapengaan onder ons bed moeten kijken … of die ons een handdoek over de spiegel laten hangen, omdat we niet vertrouwen wat we erin zien. Dat laatste zou na November weleens het geval kunnen zijn …
Boekenkrant op Hebban
Iedere eerste maandag van de maand verschijnt een nieuwe editie van de Boekenkrant. De Boekenkrant wordt verspreid via boekhandels, bibliotheken en scholen in Nederland en Vlaanderen. Interviews van de Boekenkrant zijn met enige regelmaat ook op Hebban te vinden.
Auteursafbeelding: © Nina Schollaardt via Boekenkrant