Boekenpost op Hebban | In gesprek met Sacha Bronwasser
'Ik zoek altijd naar een beter idee dan het eerste idee dat in me opkomt'
Door Marlene Lunter
Dit artikel verscheen eerder in Boek & Lezer, de gezamenlijke zomerspecial van Boekenpost en Boekblad (juli-augustus 2023)
Een tweede boek schrijven na een succesvol debuut blijkt voor veel auteurs een lastige opgave. Sacha Bronwasser slaagde er glansrijk in. Haar in februari verschenen roman Luister kreeg vrijwel uitsluitend positieve recensies en was in mei al toe aan de zevende druk.
Niets is gelogen, Bronwassers debuut uit 2019, kende een goede ontvangst. Voelde ze daardoor druk bij het schrijven van haar tweede roman? 'Ik wist niet of ik wel een heel ander boek zou kunnen schrijven dan het eerste,' zegt ze als we elkaar treffen in Amsterdam. 'Ter vergelijking: toen ik zwanger was van mijn tweede kind kon ik me niet voorstellen dat het een ander kind zou worden dan het eerste. Ik droomde dat ik hetzelfde jongetje zou krijgen, maar tot mijn grote verrassing werd de tweede een heel ander meisje. Die blijdschap voel ik nu weer, het gevoel dat de mogelijkheden oneindig zijn. Het schept enorme vrijheid. Er zijn natuurlijk overeenkomsten, maar de boeken zijn toch heel verschillend.'
Van beeld naar woord
Welke weg heb je afgelegd voor je debuut verscheen?
Bijna overal waar ik studeerde of werkte, richtte ik een blaadje op om te kunnen schrijven. Maar ik voelde nooit de ambitie om schrijver van fictie te worden – misschien schoof ik dat verlangen voor me uit. Ik studeerde kunstgeschiedenis met het idee over kunst te gaan schrijven.
In mijn werk ben ik altijd gestopt als ik wist: dit gaat mij niets nieuws meer brengen. Zo stopte ik als coördinator bij het Sandberginstituut, de masteropleiding van de Rietveldacademie, en later als freelancejournalist bij de Volkskrant. Ik was toen bijna vijftig. Vrij snel daarna las ik een oproep van mijn huidige uitgeverij die een schrijver zocht voor een boek over kunstverzamelaars. Tijdens het gesprek vertelde ik in een opwelling dat ik een idee had voor een roman. Ze hebben de vierduizend woorden gelezen die ik al had geschreven en zeiden: 'Laat dat interviewboek maar zitten, schrijf deze roman.' Een droomentree. Als ik op mijn 25ste was gedebuteerd, had ik niet zo kunnen schrijven als ik nu doe. De lange ervaring van het kijken naar en schrijven over kunst, van het vertalen van beeld naar woord, heeft mijn schrijven echt gevormd, denk ik.
'Je moet als schrijver soms hard en genadeloos zijn voor je personages.'
Wat was de kiem van Luister?
Ik begon vrij snel na mijn debuut aan het volgende boek. Dat speelde in een Oost-Europees land en ik zou voor research daarheen gaan. En ineens was er corona. Ik liep vast. Ik moest in mijn verbeelding terug naar een omgeving die ik goed kende. Eind jaren tachtig was ik als au pair in Parijs. Die stad is me blijven boeien: de sfeer, de situatie, de gebeurtenissen op het wereldtoneel die je als twintiger niet zo goed meekrijgt. Die periode was vormend voor me en staat me nog levendig voor de geest. Ik had nog veel brieven uit die tijd en het boek begon als een briefroman. Die vorm heb ik losgelaten, maar wat bleef was een vrouw, Marie, die zich tot iemand richt. Ze heeft iets af te rekenen met die persoon uit het verleden. Ik dacht: zij gaat haar verhaal doen en die ander kan niet antwoorden.
Had je genoeg aan je herinneringen om over een au pair in Parijs te schrijven?
In 2021 heb ik de hele maand september in mijn eentje in Parijs doorgebracht. Ik heb naar locaties gezocht waar mijn verhaal zich kon afspelen. Er is een groot filmarchief waar je de gekste onderwerpen kunt opzoeken. Je kunt er korte documentaires zien over bijvoorbeeld de metro in de jaren tachtig of over verschillende wijken. Dat was een rijke bron. Ik kon het eerst bekijken en dan door die straten lopen. Ik heb Parijs weergegeven zoals het toen was, geen geromantiseerde versie. Het was ook belangrijk om me in de eenzaamheid van Marie te verplaatsen. Je kunt heel alleen zijn in zo'n grote stad. Ik wilde dat voelen. Zelf had ik een leuke tijd gehad met Franse vrienden.
Hoe kwam je op het thema van grensoverschrijdend gedrag?
Jaren geleden was al in het nieuws dat dit op theateropleidingen gebeurde. De laatste tijd is er veel discussie over grensoverschrijdend gedrag op kunstopleidingen. Het trof mij dat dat nog steeds gebeurt en al zolang duurt. Wat ik erover heb gehoord, heb ik sterk uitvergroot. Flo, een docent, manipuleert Marie. Ik wilde het uit laten draaien op iets anders dan je verwacht. Ik zoek altijd naar een beter idee dan het eerste idee dat in me opkomt.
Het is nooit duidelijk hoe je in zo'n situatie terechtkomt. Marie is in eerste instantie gevlijd door de aandacht van Flo. Al schrijvende begreep ik dat wat haar overkwam behoorlijk naar moest zijn. Je moet als schrijver soms hard en genadeloos zijn voor je personages.
Inmiddels waart er een golf aan vernieuwing door de kunstacademies. Ze slaan een beetje door. Marie krijgt op een afschuwelijke manier kritiek op haar werk, maar nu wordt kritiek geven als ingewikkeld ervaren, terwijl je wel kritiek moet geven als je iemand iets wilt leren. Bovendien moeten de studenten ook leren om te gaan met kritiek. Nu lijkt het of opleidingen alleen maar bezig zijn met de sociale veiligheid.
Welke rol speelt de manier waarop Marie de Franse taal machtig wordt?
Ze spreekt geen woord Frans als ze arriveert. Ik heb haar de ervaring meegegeven die ik zelf had. Toen ik er kwam, sprak ik matig middelbare school-Frans. Als au pair kreeg je toen een taalcursus aangeboden. Eerst ben je alleen maar aan het leren, het opbouwen, je kunt het nog niet gebruiken. En ineens is er dan het moment dat je het verstaat en kunt spreken – zelfs gaat denken en dromen in die taal. Het is een omslagpunt voor Marie. Het is het eerste wat ze helemaal gaat beheersen. Ze wordt er vrijer door, kan zich gaan ontwikkelen. Eerst is ze alleen bezig met overleven. Dat laat ik in de structuur terugkomen. Nadat ze het verhaal van Flo heeft gelost, kan ze gaan groeien, ook al is het maar een beetje.
'Als ik op mijn 25ste was gedebuteerd, had ik niet zo kunnen schrijven als ik nu doe.'
Het nut van mislukken
Een derde personage is Philippe, de vader van het gezin waar Marie au pair is. Hoe is zijn inbreng in de roman ontstaan?
Ik was al een eind op weg met het verhaal toen ik begreep dat hij een rol zou spelen. Maar ik wilde niet de clichésituatie van de vader van het gezin die de au pair lastigvalt.
In de jaren tachtig zijn er veel terroristische aanslagen in Parijs geweest, veel meer dan ik heb onthouden. Ik wist dat ze een ingrediënt zouden vormen. Dat grote geweld kon ik gebruiken als een spiegel van het persoonlijke geweld dat de personages overkomt. Philippe is wat ouder, hij maakt die aanslagen bewust mee. Ik stelde me de angst voor die dat teweegbrengt.
Ik heb Philippe een slordige gave meegegeven, hij 'weet' dat iemand uit zijn omgeving 'iets' overkomt. Hij kan er niets mee, heeft er vooral last van. Ik heb geen onderzoek naar dat verschijnsel gedaan, ik was bang in een bos van mensen met allerlei gaven te verdwalen. Als zijn oudste zoon wordt geboren, weet Philippe: dit kind overkomt niets. Drie jaar is hij verlost van zijn helderziendheid. Tot Eloïse binnenloopt, een van de voorgangsters van Marie.
Het schrijven van zijn verhaal bracht me puur schrijfplezier. Het heeft een tijd geduurd voor het de juiste plaats had in het boek. Uiteindelijk heb ik het aan het begin van de roman gezet. De lezer heeft meer informatie dan Marie als zij het gezin binnenkomt.
Hoe was het om al die tijd in Maries hoofd te zitten?
Het was geen onverdeeld genoegen omdat ze iets vreselijks meemaakt en daar nog lang onder lijdt. Aan de andere kant was het heerlijk om met haar mee te kijken en om die tijd opnieuw te beleven. Wat ik ook wilde laten zien, is hoe anders je in die tijd volwassen werd.
De tijd in Parijs en mijn studietijd heb ik als heel vrij ervaren, niemand lette op je. Je kon zelf alles uitvogelen. Nu leven jonge mensen in de openbaarheid, online, maar ook in het echte leven. Het begint al op de middelbare school. Als ouder kun je elke prestatie volgen via Magister. Ik vind dat een misdadige uitvinding. Als ik een onvoldoende haalde, zorgde ik dat ik mijn cijfer ophaalde en had niemand het erover. De middelbare school is de eerste stap naar zelfstandigheid, die ontnemen wij onze kinderen zo. Ook daarna is alles wat ze doen zichtbaar. Ze worden voortdurend bekeken en beoordeeld.
Ik kon van alles uitproberen: van studierichting veranderen, een baantje nemen of een tussenjaar. Je kon je een mislukking permitteren. Het nut van mislukken wordt nu onderschat. Jonge mensen hebben een nauw pad om op te groeien. Ze moeten snel beslissen wat ze gaan studeren. Ze hebben haast: kiezen, punten halen, afstuderen. Ik heb met ze te doen.
Bij toeval komt Marie op de fotoacademie, bij toeval vertrekt ze naar Parijs. Dat geeft haar bagage voor de rest van haar leven. Tegenwoordig probeert men toeval uit te bannen. Mensen worden al zenuwachtig als alles niet tot op de seconde vastligt.
Marie kan een beetje mislukken, ze kan van de radar verdwijnen. Ze wordt een kruimel in dat gezin, ze stelt niks voor. Dat geeft haar ruimte om te observeren en te groeien. Wat haar wordt aangedaan, is vreselijk, maar in Parijs ondergaat ze een harde reset en dat brengt haar uiteindelijk een eigen stem en een eigen bestaan.
Boekenpost op Hebban
Boekenpost is een mooi uitgevoerd, toegankelijk magazine voor iedereen met liefde voor boeken en belangstelling voor literatuur. Speciale aandacht is er voor het lezen in leesclubs. Zo bevat ieder nummer een uitgebreid dossier rond één boek, dat gebruikt kan worden om een leesclubbijeenkomst voor te bereiden. Boekenpost biedt verder artikelen over moderne en klassieke literatuur, doet verslag van bijzondere vondsten van boekenverzamelaars en geeft suggesties voor literaire uitstapjes.
Headerafbeelding: Bert Wisse via Boekenpost