Boekenpraat - The Builders
The Builders van Daniel Polansky
'A missing eye. A broken wing. A stolen country. The last job didn't end well. Years go by, and scars fade, but memories only fester. For the animals of the Captain's company, survival has meant keeping a low profile, building a new life, and trying to forget the war they lost. But now the Captain's whiskers are twitching at the idea of evening the score.'
Daniel Polansky is een fantasyauteur die we kennen van de Low Town-trilogie en het Empty Throne-tweeluik. Het eerste deel van Low Town is bij Uitgeverij Q verschenen als De wreker van Laagstad, vertaald door de Nederlandse fantasyschrijfster Natalie Koch. In 2015 verscheen de novelle The Builders.
Debbie: 'Ik snap wel waarom ik voor dit boek heb gekozen. Het is een novelle en door mijn gruwelijke werktijden reik ik dit jaar sneller naar dat type romans. Daarnaast is het een Richard Anderson-cover en die vind ik onweerstaanbaar. Een boek móet wel goed zijn als Anderson de plaat tekent. Plus, er staan beestjes op. Dan ben ik al snel verkocht. Waarom ging jij mee in mijn keuze?'
Martijn: 'Sinds vorig jaar heb ik ook een speciale interesse in novelles. Niet alleen omdat ik een paar erg goede heb gelezen (zoals All systems red van Martha Wells bijvoorbeeld), maar ook omdat het een erg interessante tussenvorm is tussen (kort)verhaal en roman. Meer ruimte dan een verhaal, maar toch veel compacter dan een roman. Ook vond ik de omschrijving van het boek en de - ook deze keer al - door het huis schallende quotes interessant.'
'Het is een soort Waterschapsheuvel on steroids. En tegelijk is het een western. In gedachten rollen de tumbleweeds voorbij en fluit er iemand een melancholisch deuntje.'
Debbie: 'Het is een soort Waterschapsheuvel on steroids. En tegelijk is het een western. In gedachten rollen de tumbleweeds voorbij en fluit er iemand een melancholisch deuntje. D'r zit ook iets exotisch in, Mexicaans. Hoe noemde jij het ook alweer na het lezen van de flaptekst?'
Martijn: 'Zoiets als "Grimdark met fluffy animals" geloof ik... En grimmig is het! Polansky kijkt niet op een ledemaat, een ontploffing of een dode meer of minder. En dat het gedaan wordt door - toegegeven, als stoere wezens beschreven - dieren, maakt het niet minder heftig.'
Debbie: 'Wat is er met die rare hoofdstukaanduidingen? Het is net of Yoda bezig is geweest: "Part the First". Of is dat een onnozele vraag?'
'De dubbele deuren die opengegooid worden, de schaduw die over de bartender heenvalt en de duistere dreiging die er vanuit gaat: klassieke westernopening.'
Martijn: 'Die notatie zie je wel vaker, zeker bij klassieke boeken. Geen idee waarom Polansky er hier voor gekozen heeft, afgezien van de klassieke feel. De hoofdstuktitels zijn inderdaad bijzonder. Sommige zijn net zo lang als het hoofdstuk zelf. Dat geeft wel een interessante structuur, waarmee het doorlezen ook zeker aangejaagd wordt.'
Debbie: 'De introductie is heel bijzonder. Er is een zwaar gehandicapte kroegbaas (een rat) bezig met opruimen en schoonmaken na sluitingstijd als een dreigende aanwezigheid binnenstapt. Het blijkt een muis te zijn en ondanks zijn piepkleine gestalte, krimpt de rat ineen van ellende en angst. Je zou denken dat een auteur dat maar moeilijk kan verkopen of alleen in humoristische sferen, maar Polansky zet hier een bloedserieuze miniatuur badass neer. Tof gedaan!'
Martijn: 'De dubbele deuren die opengegooid worden, de schaduw die over de bartender heenvalt en de duistere dreiging die er vanuit gaat: klassieke westernopening. Inderdaad tof gedaan. En vanaf het begin kwam er bij mij geen enkele twijfel op over de geschetste wereld.'
Debbie: 'Het boek is duister, naargeestig, gewelddadig en cynisch, maar er ontsnapt Polansky af en toe toch wat humor. "'I'm the first?'" the Captain asked in a high soprano, though none would have called it that to his face." Ik vind dat hij al die elementen buitengewoon goed weet te balanceren. De humor haalt niet de sting uit de dreiging, integendeel. Knap.'
Martijn: 'En dat terwijl het eerste hoofdstuk begint als een grap: "A Mouse Walks into a Bar". Ik denk dat het komt omdat het geen grappen zijn die de personages en het gekozen genre op de hak nemen, geen parodie, maar juist goed opgezette humoristische details die de personages versterken.
Wat vind je dan van de opbouw van het boek?'
Debbie: 'Dat was me niet eens opgevallen, dat begin. Maar je hebt gelijk, een klassieke grap, alleen is het helemaal niet grappig allemaal. George R.R. Martin kan wel in de feelgoodsectie worden geplaatst in vergelijking met dit verhaal. In de opbouw van het boek wordt de hele stoet aan teamleden van Captain wordt voorgesteld. Een das, een opossum, een hermelijn, een mol, et cetera. Het is nog steeds niet ongeloofwaardig. Zelfs niet als die hele rare mix aan zwaar bewapende beesten zich helemaal lam zuipt in de kroeg waar ze samenkomen. Ik vraag me af waar dit naartoe gaat. Een novelle is maar zo kort en er is een flink deel gereserveerd voor het vormen van een team, voor een bepaald doel dat lang niet duidelijk wordt. Ik word nog niet ongeduldig.'
Martijn: 'Het tempo van elk hoofdstukje lijkt ook afgestemd op het personage: kort bij wezens die geen zin hebben in toelichting geven, langer bij breedsprakige types.
Debbie: 'Polansky maakt heel apart gebruik van intermezzo's, kleine hoofdstukjes met minibeetjes informatie. Ik hou hier wel van. Hij kauwt je niets voor, je mag zelf in elkaar puzzelen en afwachten hoe het in elkaar hoort.'
Martijn: 'In "Part the Fourth" zitten een aantal hoofdstukjes van drie regels, die ook nog eens een paar keer identiek zijn. En toch werkt het: het voert de spanning op, voedt je anticipatie.'
Debbie: 'Die paar vrijwel gelijke minihoofdstukjes vond ik geweldig. Ik las ze allemaal wel vijf keer. Wat kan er veel staan in weinig zinnen. De onderhuidse lading is enorm en de spanning die het opbouwt, terwijl er eigenlijk níets gebeurt, is geweldig. Wat vond je van het boek in het geheel?'
Martijn: 'Ik vond het een uitstekende novelle. De aanleiding voor de auteur om het te schrijven vond ik - zoals hij zelf ook zegt - een beetje puberaal, maar dat doet niets af aan de kwaliteit van het verhaal en de uitstekende schets van de personages. Welke van de dieren was jouw favoriet?'
Debbie: 'Barley, de stoere das die een pacifistisch leven probeert te leiden, maar de grootste killer is als het erop aankomt en enorm geniet van hele legers ommaaien met zijn mitrailleur. Hij weet dat dat is waar hij het beste in is. Die tegenstelling, die innerlijke strijd, maar toch ook die acceptatie van zijn eigen wrede kant vind ik mooi. En die van jou?'
Martijn: 'Ik twijfel... letterlijk tussen allemaal, want ze zijn allemaal heel eigen, interessant en krachtig. Als ik er toch één moet kiezen... dan toch Barley. Bruut en met zwaar geschut, een stoere, sterke das.'
'Zou het zijn omdat Nederlanders altijd zeggen dat ze waar voor hun geld willen?'
Debbie: 'De Wreker van Laagstad kreeg in de Hebban Leesclub een gemiddelde waardering van vier sterren en vooral zijn humor werd gewaardeerd. Zijn stijl bevalt mij wel. Ik denk dat ik toch die Empty Throne eens ga oppakken.
Waarom zouden dit soort genrenovelles nooit vertaald worden?'
Martijn: 'Zou het zijn omdat Nederlanders altijd zeggen dat ze waar voor hun geld willen? Dikke fantasyboeken, geen dunne novelles?'
Debbie: 'Of is het misschien omdat lezers dan denken geen volwaardig verhaal voorgeschoteld te krijgen? Zonde, wat een boek(je) als dit geeft veel stof tot nadenken. Door de vorm, de stijl, de keuzes die de auteur maakte. Ik ben blij dat ik verleid ben door de cover. De auteur laat een knapstaaltje schrijftalent en -vaardigheid zien.'
Debbie van der Zande en Martijn Lindeboom ontmoetten elkaar in 2007, bij de prijsuitreiking van een verhalenwedstrijd waar zij jurylid en hij deelnemer was. In 2015 publiceerden zij samen het boek Hoe schrijf je Fantasy & Sciencefiction in de fameuze witte Schrijfbibliotheek-reeks van Atlas Contact. Zij is redacteur en communitymanager bij Hebban. Hij is freelance jurist en schrijver, heeft een eigen Taekwon-Do school en is redacteur bij Hebban. Samen wonen ze in een huis met 7.777 boeken, verzorgen ze een stel bejaarde katten, vangen ze pleeghonden op en dan is er ook nog een Japie.
De Hebban Reading Challenge 2018
Dit boek past uitstekend in Challenge Categorie #46 - Lees een beestachtig boek of Challenge Categorie #17 - Lees een boek dat je in één avond uit hebt. Doe je nog niet mee aan de Hebban Reading Challenge 2018? Breng daar meteen verandering in! Kies je leesdoel voor het jaar 2018, laat je inspireren door Hebban en je medelezers, inspireer op jouw beurt weer anderen en lees, lees, lees!