De kunst van vertalen: 'De ideale vertaling bestaat niet'
Grand Hotel Europa
Ilja Leonard Pfeijffer
De schrijver neemt zijn intrek in het illustere maar in verval geraakte Grand Hotel Europa om te overdenken waar het is misgegaan met Clio, op wie hij in Genua verliefd is geworden en met wie hij in Venetië is gaan wonen. Hij reconstrueert het meeslepende verhaal van liefde in tijden van massatoerisme, van hun reizen naar Malta, Palmaria, Portovenere en de Cinque Terre en hun spannende zoektocht naar het laatste schilderij van Caravaggio. Intussen vat hij een fascinatie op voor de mysteries van Grand Hotel Europa en raakt hij steeds meer betrokken bij het wedervaren van de memorabele personages die het bevolken en die uit een eleganter tijdperk lijken te stammen, terwijl de globalisering ook op die schijnbaar in de tijd gestolde plek om zich heen begint te grijpen.
'Nu denk ik dat de taal van Ilja Leonard Pfeijffer in alle talen mooi zal klinken, maar in het Frans hoort hij zeker thuis.'
Maar liefst 552 pagina’s. Lange zinnen. En dan ook nog in zijn eigenzinnige stijl: Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer was een flinke opdracht voor de vertalers naar het Engels, Frans, Noors en Spaans. En ook al kostte het maanden om de klus te klaren, ze genoten er allemaal van. 'Voor mij was de lengte van het boek het moeilijkst,' vertelt Michele Hutchison, die Grand Hotel Europa naar het Engels vertaalde. 'Ik had een deadline van vijftien maanden, maar soms leek het of ik niet vooruitkwam. Toch was het nooit saai. Ik hou ook gewoon van vertalen, dus ik geniet er bijna altijd van.'
Françoise Antoine, de Franse vertaler, was bij een eerste lezing meteen enthousiast. 'Ik dacht onmiddellijk dat de negentiende-eeuwse taal van Ilja Leonard Pfeijffer prachtig kon worden overgezet naar het klassieke Frans,' zegt ze. 'Een Franstalige Belgische journalist vergeleek zijn stijl met die van Proust en een enthousiaste lezeres schreef: Voltaire is back. Nu denk ik dat de taal van Ilja Leonard Pfeijffer in alle talen mooi zal klinken, maar in het Frans hoort hij zeker thuis.'
Ook in het Spaans blijkt Pfeijffers stijl goed te passen. 'Hij schrijft heel barok, met uitgebreide, lange zinnen,' zegt Gonzalo Fernández Gómez. 'Pfeijffers stijl past heel erg goed bij de Spaanse grammatica. In het Spaans wordt het onderwerp vaak weggelaten, omdat je aan de werkwoordsvorm kan zien om wie het gaat. Daardoor kun je in het Spaans ook gemakkelijk lange zinnen maken. En bovendien past deze schrijfstijl ook heel erg bij mijn eigen smaak.'
Dat geluk had ook Hedda Vormeland, de Noorse vertaler. 'Ik schrijf ook graag lange zinnen,' vertelt ze. 'Zijn stijl ligt me dus wel. En daarbij lijkt Noors genoeg op het Nederlands om dezelfde grenzen van de zinnen aan te houden. Daar bof ik wel mee. Je moet ze alleen wel helemaal uit elkaar halen en weer terug in elkaar zetten. Dat komt doordat we in het Noors geen werkwoorden vervoegen naar persoon. Wij moeten met de volgorde duidelijk maken om wie het gaat. Dat maakt zo’n vertaling wel een flinke klus.'
Samenwerking
Het is geen gebruikelijke manier van werken, maar voor de vertaling van Grand Hotel Europa hadden zo’n vijftien verschillende vertalers zich verenigd in een mailgroep. Vormeland heeft de logistiek in elkaar gezet. 'Ik zat al in een mailgroep met Noorse vertalers,' licht ze toe. 'En velen van ons kenden elkaar al een beetje. Het leek me handig om ook zo’n groep te maken voor de vertalers van Grand Hotel Europa.'
'We hadden elkaar al ontmoet tijdens vergaderingen in Amsterdam,' vertelt Antoine. 'Dat was nog voordat de pandemie uitbrak. Het was fijn om daarna contact te houden via de mailgroep, want zo waren we niet alleen met onze vertaalproblemen. Als iemand bijvoorbeeld een schilderij had opgezocht dat uitgebreid beschreven wordt in het boek, dan stuurde diegene dat plaatje meteen naar de hele groep.'
Fernández Gómez was aanvankelijk sceptisch, maar bleek toch profijt te hebben van de mailgroep. 'Het was voor het eerst dat ik op deze manier werkte,' legt hij uit. 'En opvallend genoeg kreeg ik hulp uit onverwachte hoek. Bijvoorbeeld van een vertaler in een Slavische taal, of een andere taal die totaal niet op het Spaans lijkt. We spreken natuurlijk elkaars taal niet, maar wel allemaal Nederlands. Daardoor kunnen we goed aan elkaar uitleggen welk gevoel we oproepen met een bepaalde vertaalkeuze. En daardoor kom je vaak zelf op ideeën voor je eigen vertaling.'
Ook Hutchison had veel steun aan de andere vertalers in de groep. 'We hadden veel discussie over hoe we bepaalde woorden vertalen,' vertelt ze. 'In je eentje kom je er toch minder snel uit. We bespraken dan of het beeld dat we opriepen wel klopte. Het gaat niet alleen om interpretaties, maar vaak is cultuur heel bepalend.'
'We spreken natuurlijk elkaars taal niet, maar wel allemaal Nederlands.'
Cultuurverschillen
Niet alleen woordkeuze, zinsopbouw en grammatica zijn onderdeel van vertalen. Juist cultuur is essentieel om mee te wegen, zoals Hutchison aangaf. Zo kunnen er 'typisch Nederlandse' dingen zijn, die in andere landen niet begrepen worden. Het Sinterklaasfeest is daar een voorbeeld van. 'Cultuurverschillen geven altijd een spanningsveld,' zegt Hutchison. 'Hoeveel durf je over te laten aan de lezer? Je moet inschatten wat de lezer kan begrijpen: is het nodig om uitleg "erbij te smokkelen" in een zin, of laat je het aan de lezer om zaken te googelen? Je bent continu dat soort vragen aan het beantwoorden.'
Dubbelzinnigheid in taal is vaak ook een lastige kwestie. 'Er zijn zoveel verschillende manieren waarop je "leuk hoor" kan zeggen,' legt Vormeland uit. 'De betekenis is heel erg afhankelijk van de context en de toon. Dat is niet altijd precies goed te vertalen. Soms moet je dan iets anders doen. Ironie en cynisme, dat zijn echt lastige vertaalkwesties.'
Vrijheid
Om met die lastige zaken om te gaan, neemt iedere vertaler een bepaalde mate van vrijheid. Voor de een is die speelruimte groter dan voor de ander. 'Ik sta mezelf relatief weinig vrijheid toe bij het vertalen,' zegt Antoine. 'Ik probeer zoveel mogelijk de lengte van de zinnen en de volgorde van de woorden van het origineel te behouden, waarbij ik de Franse grammatica natuurlijk in ogenschouw neem. Ik beschouw geen van de keuzes van de auteur als toevallig.'
In tegenstelling tot Antoine, vindt Fernández Gómez juist dat je als vertaler altijd veel vrijheid hebt. 'Soms moet je een lange zin uit het origineel in meerdere stukken knippen,' zegt hij. 'Of juist meerdere korte zinnen samenvoegen. Het gaat om het gevoel dat een woord, een zin of een alinea oproept. Dat gevoel moet je kunnen overbrengen. Als je geen taalgevoel hebt, is het onmogelijk om te vertalen.'
Erkenning
Het is gigantisch veel werk, het is heel erg nauwkeurig werk en er moeten allerlei moeilijke knopen worden doorgehakt: het werk van een vertaler is niet eenvoudig. Toch krijgen vertalers meestal weinig erkenning. Zo staat de naam van de vertaler niet prominent op de cover. Er gaan steeds meer stemmen op om daar verandering in te brengen. 'Van de drie Spaanse uitgevers waar ik voor werk, zet één de naam van de vertaler op de cover,' zegt Fernández Gómez. 'Ik ben er voorstander van, want vertalers zijn niet uitwisselbaar. Iemand anders zou een heel andere vertaling maken dan ik. De naam van de vertaler op de cover zetten geeft niet alleen erkenning voor het werk, maar draagt ook bij aan de zichtbaarheid van het vak.'
Die zichtbaarheid is belangrijk, want een vertaler doet belangrijk werk. 'In Engeland is weinig taalgevoeligheid,' zegt Hutchison. 'Buitenlandse talen verdwijnen in het onderwijs. In Nederland is het nog normaal dat je meerdere talen spreekt, maar in Engeland niet. Maar taalonderwijs en vertalingen zijn juist belangrijk om een alternatieve blik aan lezers te geven.'
Niet alleen de naam op de cover, maar ook speciale prijzen voor vertalingen dragen bij aan de erkenning. Vormeland ontving onlangs een prijs voor haar vertaling van Lampje, het kinderboek van Annet Schaap. 'Ik was al blij met de nominatie,' lacht ze, 'maar dat ik uiteindelijk won was echt fantastisch.'
Kunst van vertalen
Dat vertalen een kunst is, behoeft geen discussie meer. 'Een vertaling is iets waar je heel hard aan moet werken, met veel aandacht,' vindt Hutchison. 'Het is een ambacht. Je kan het leren. Je kan het perfectioneren. En het verbetert met ervaring. Ik geloof niet dat je als briljant vertaler geboren wordt, maar wel dat je het kan worden als je er aanleg voor hebt.'
'Voor mij bestaat de kunst van vertalen erin je volledig onder te dompelen in een tekst, in zijn sfeer, zijn ritme,' zegt Antoine. 'Ik denk dat de alchemie enigszins magisch verloopt, ook al vergt het uren en uren werk en ook veel zoekwerk. Ik lees mijn vertaling wel drie of vier keer na om er zeker van te zijn dat niets me ontgaat. De kunst van vertalen is het vermogen om de sfeer, het ritme, de humor en de stijl van een auteur goed aan te voelen en zo trouw mogelijk over te zetten naar een andere taal. Dat vergt veel geduld en een echte passie voor woorden en woordenboeken.'
'Als in de brontaal iets wringt, dan moet het ook in de vertaling wringen.'
Voor Vormeland is de kunst van vertalen iets nieuws opbouwen, met de puzzelstukjes van bestaande zinnen in de brontekst. 'Het gaat nooit vlot lezen als je blijft steken in de brontaal,' zegt ze. 'Als in de brontaal iets wringt, dan moet het ook in de vertaling wringen. Ik vind dat je de brontekst echt helemaal uit elkaar moet halen om er iets nieuws van te bouwen. Ik doe dan altijd alsof de auteur ook een Noor is. En mijn vertaling is dan wat de auteur zou schrijven.'
Voor Fernández Gómez is de gangbare definitie van vertalen een probleem. 'Tekst overbrengen van de ene naar de andere taal, veronderstelt dat er een ideale vertaling is; dat het mogelijk is om een exacte kopie te maken,' legt hij uit. 'Maar dat kan natuurlijk niet. Voor mij is een literaire vertaling het beste te vergelijken met bouwstenen. Je krijgt instructies om een opdracht te maken met lego, maar je moet de steentjes gebruiken van een ander bouwspel. De kunst van vertalen is dan om de originele "lego-constructie" na te bouwen met die andere steentjes, op een zo mooi mogelijke manier.'
1e rij v.l.n.r.: Hedda Vormeland met de Noorse editie, Gonzalo Fernández Gómez met de Spaanse editie, Françoise Antoine met de Franse editie. 2e rij: Ilja Leonard Pfeijffer met vertaler Michelle Hutchison en Britse uitgever Nicholas Pearson (links), Ilja Leonard Pfeijffer met vertalers Gonzalo Fernández Gómez en Françoise Antoine (rechts). 3e rij: De vertalers tijdens de eerste bijeenkomst in Het Vertalershuis in Amsterdam (pre-corona).