10 vragen aan Boekenweekgeschenk-auteur Lize Spit
Lize Spit (1988) groeide op in de Antwerpse Kempen, maar woont sinds 2005 in Brussel. In 2016 verscheen haar debuutroman Het smelt. Er volgden vertalingen in zestien landen en een verfilming, die in het voorjaar van 2023 wordt uitgebracht. Het boek won de Bronzen Uil, de Boekhandelsprijs, de Hebban Debuutprijs, de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, werd NRC boek van het jaar en haalde de shortlist van de Libris Literatuurprijs en de Premio Strega Europeo. Lize is gastdocent creatief schrijven aan het RITCS. Ze is columnist bij dagblad De Morgen. Haar tweede – volgens NRC 'onweglegbare' – roman verscheen in december 2020: Ik ben er niet.
Auteursafbeelding: © Shody Careman, via CPNB
Tien vragen aan Lize Spit
1.
Vertel eens over de totstandkoming van je Boekenweekuitgave, waar(uit) en hoe is je idee ontstaan?
Ik kreeg de vraag van de CPNB of ik het geschenk wilde schrijven in de tweede week van januari 2022. Ik zat nog niet kniediep in een nieuwe roman op dat moment, en ben meteen de dag na de vraag aan het brainstormen gegaan. Ik heb enkele ideeën gewikt en gewogen, en heb uiteindelijk gekozen voor het idee dat meteen het meeste leefde. Ter voorbereiding op het schrijven heb ik Werther Nieland van Gerard Reve herlezen, omdat ik als lezer erg gesteld was op Elmer, de hoofdpersoon uit deze novelle. Elmer is een angstig en eigenwijs joch dat krampachtig, soms op een dwingende manier, op zoek is naar vriendschap en houvast.
Mijn novelle speelt zich af in de jaren negentig, in een Vlaams dorp, ten tijde van de Kosovo-oorlog. Al schrijvend heb ik het personage Jimmy ontworpen, een jongen van net gescheiden ouders die fanatiek op zoek is naar een houvast door het verzamelen van flippo’s. Met hetzelfde fanatisme als waarmee hij flippoverzamelaar wil worden, stort hij zich op de vriendschap met Tristan, een Kosovaarse jongen die met zijn ouders en broer en zussen in het dorp wordt opgevangen. De novelle bestaat uit verschillende delen, waarbij we eerst Jimmy als verzamelaar leren kennen, en daarna de manier zien waarop hij er alles aan doet om te voorkomen dat het Kosovaarse gezin wordt uitgewezen.
Bij wijze van research voor deze roman heb ik contact gezocht met mijn Kosovaarse jeugdvriendin Elbie, die met haar gezin in het dorp terecht kwam waar ik zelf opgroeide. We hebben uren met elkaar gesproken, en veel van wat zij mij verteld heeft – hoe zij haar integratie heeft ervaren en hoe het oorlogstrauma haar gevormd heeft – heb ik in de novelle verwerkt.
2.
Hoe voelde het om voor de Boekenweek 2023 gevraagd te worden?
In de weken na de vraag voelde het op de een of andere manier alsof ik een paar centimeter gegroeid was zonder dat iemand het opmerkte, alsof ik steltjes droeg en ik me met net iets grotere stappen kon verplaatsen. Later, in de verdere fase van het schrijfproject en nadat het nieuws bekend raakte, begon ik de druk toch te voelen en heb ik de stelten weer moeten inleveren.
3.
Van wie hoop jij dat er ooit eens een Boekenweekgeschenk/-essay verschijnt?
Jaap Robben lijkt me een ideale geschenk-auteur, hij schrijft met milde precisie over menselijke verhalen die een breed publiek aanspreken. Manon Uphoff als Boekenweekauteur lijkt me ook prachtig én meer dan verdiend. Als Bregje Hofstede of Marja Pruis het essay schrijven bivakkeer ik voor de boekhandel om het eerste exemplaar te bemachtigen.
4.
Wat betekent het Boekenweekthema 'Ik ben alles' voor jou?
'Ik ben alles' slaat op de veelzijdigheid van onze identiteit. Identiteit gaat niet enkel over weten wie je zelf bent, een verhaal over jezelf hebben waar je in kan geloven, het gaat ook over jezelf kunnen identificeren met het verhaal van anderen, herkenningspunten vinden en verschillen vaststellen. Het woord identiteit is inmiddels zo politiek geladen, en vaak dient het een defensief doel, terwijl identiteit iets fluïde en speels is. Zelf zie ik bij 'identiteit' het beeld van een jukebox voor me, een verzamelkast die verschillende platen bevat, van slows tot punkrock. In die zin is elke mens een jukebox, met verschillende personages in zich, die een voor een de hoofdrol spelen, afhankelijk van de situatie.
Ik ben een vrouw, Vlaams, Belgisch, die in Brussel woont, verloofd met een Nederlander, ik ben zus, dochter, vriendin, ik ben diabetespatiënt, ik ben schrijver en nog duizend andere dingen.
Dat ik schrijf is een van de belangrijkste, meest vormende aspecten van mijn identiteit, omdat het een rol is die altijd aanwezig is, die ik niet kan uitzetten, waar ik ook ben en met wie ik ook optrek – misschien is Lize de schrijver de jukebox zelf, en zitten daarin alle andere rollen verzameld.
Ik ben alles, betekent voor mij eerder: ik ben het allemaal, en tegelijk ben je nooit klaar met jezelf te worden, een mens is een verzamelaar die nooit klaar is met z’n werk.
5.
Welk thema zou jij nog wel eens als middelpunt van de Boekenweek willen zien?
'Verwondering', 'de roes' en 'verveling', ze hoeven niet per se allemaal in één thema samengebald te worden.
6.
Welk boek ligt er nu op jouw nachtkastje?
Oeroeg van Hella Haasse (net uit) en De jaren van Annie Ernoux (De jonge man heb ik net gelezen, om er een beetje in te komen, dat smaakte naar meer). Ook: Van dieren en mensen, een verhalenbundel van Caroline Lamarche. En: Zij. van Maaike Neuville, om me voor te bereiden op een dubbelinterview later deze maand.
7.
Welk boek is jouw ultieme guilty pleasure?
Ik voel me nooit schuldig wanneer ik lees. De verzamelboekjes met cryptogrammen van Karel Vereertbrugghen komen misschien in de buurt, maar eigenlijk voel ik ook daarbij geen schuldgevoel, alleen maar plezier.
8.
Welk boek maakte recentelijk veel indruk op je?
De geest geven van Hilary Mantel. Aanvankelijk kwam ik niet goed in de tekst, die erg associatief is en de lezer aan z’n lot overlaat, (haar scherpe, ironische beschrijvingen maken veel goed) – maar bij de laatste veertig pagina’s raakte ik toch ontroerd. In korte, rake alinea’s schrijft ze over de relatie tot haar eigen lichaam en haar onbeantwoorde kinderwens. Ik denk er elke dag wel even aan terug.
9.
Welk boek kostte jou je nachtrust?
Vallen is als vliegen van Manon Uphoff. Dat kroop zo onder mijn huid, de taal nam fysieke vormen aan, na het lezen volgde een koortsachtige nacht.
10.
Welk boek had je zelf wel willen schrijven?
Op een paar uitzonderingen na, vrijwel elk boek dat ik net uitgelezen heb. Ik ben snel onder de indruk van andere stemmen, juist omdat die niet binnen handbereik liggen. Afdeling ongewisse zaken van Jenny Offil opende, door de fragmentarische en associatieve opbouw, vele nieuwe deurtjes in m’n gedachten.
Bonus!
11.
Wat is het mooiste compliment dat je ooit over jouw werk kreeg?
Dat een lezer na het uitlezen van een van mijn romans niet meteen in een nieuw boek kon beginnen, vind ik een erg mooi compliment. En ik heb ook een paar keer van een lezer de complimenteuze klacht ontvangen dat hij of zij al lezend van de trein vergat te stappen.
12.
Hoeveel ongelezen boeken heb jij in huis?
Een ontstellende hoeveelheid – ongeveer dertig lopende meter aan boekenruggen. Dat komt omdat mijn partner, schrijver Rob van Essen, met (een selectie van) zijn bibliotheek bij mij in Brussel is ingetrokken.
13.
Wanneer heb je jouw schrijversdroom bereikt?
De vele erkenning die ik voor mijn werk tot nog toe heb gekregen is ontzettend fijn, maar de kern waar alles om draait, is toch het schrijven zelf, en het geluk dat ik ervaar wanneer ik goed aan het werk ben. Heel mijn leven te mogen blijven schrijven, voor enthousiaste en zorgvuldige lezers, dat is mijn grote droom.
Meer Lize Spit
Boekenweek 2023
Boekenweek 2023 vindt plaats van zaterdag 11 tot en met zondag 19 maart. Lezers krijgen het Boekenweekgeschenk bij besteding van € 15 aan Nederlandstalige boeken cadeau van de boekhandel. Het Boekenweekessay ligt voor € 5 in de winkel.