Lees en bespreek het Boekenweekgedicht uit 'Ooievaarsblues'
Bart Chabot
Bart Chabot (1954) is dichter en schrijver. Met de zeer persoonlijke roman Mijn vaders hand vestigde hij zijn naam als romancier. Daarna verschenen de eveneens autobiografische romans Hartritme en Engelenhaar. Zijn verzamelde gedichten verschenen in Greatest Hits 1 en Greatest Hits 2. Het werk van Chabot is diverse malen bekroond.
Black Cadillac
de bel ging, de voordeur week,
ik hoorde voetstappen naderen
kort daarop werd ik behoedzaam opgetild
en naar buiten gedragen
het huis liet me uit; ik had het nakijken
misschien was het een dag als alle andere,
best mogelijk,
maar dat gold dan niet voor mij
soepel werd ik achter in de laadruimte geschoven
vervolgens viel de vijfde deur stijfjes in het slot
de straatlantarens brandden niet:
de dag was nog niet gedaan
een stadsbus kwam voorbij; de lopende zaken liepen
ik lag languit op mijn rug, gevloerd;
maar geveld was ik allerminst
al maakte ik niet langer deel uit
van het reguliere hier en nu
ik dacht dat het vrijdag was
maar voor hetzelfde geld kon het zaterdag zijn
zondag lag minder voor de hand
dan zou het stiller op straat zijn geweest
en had een klok geluid: zondag was een eitje
ik voelde wat lichte schokken,
maar een groningse aardbeving leek het niet,
en we zetten ons in beweging
van de blauwe lucht bladderde her en der
het blauw af;
het uitspansel was toe aan een lik verf
maar vooralsnog vielen er geen gaten
in de lucht: de hemel hield
we reden door den haag
langs de mij vertrouwde plekken
(de trams sponnen een web boven de stad)
en koersten via de scheveningseweg
op scheveningen aan
ik zag de zee, en de zee zag mij
maar de zee wenste niet te worden gestoord
en had het te druk om me gedag te zeggen:
het water werkte zich om de vissen heen
bovendien moest de zee nogal wat schepen
op sleeptouw nemen,
iets wat ze nog eeuwenlang zou moeten doen:
met pensioen gaan zat er voor de noordzee niet in
niet getreurd:
een stel meeuwen nam de honneurs waar
en zwaaide me uit
voor de tweede keer vandaag
trok den haag aan me voorbij
ten slotte stopten we op een voorplein,
aan het begin van een grind- of schelpenpad
de laadklep van de cadillac ging omhoog;
de ruimte werd ontsloten
daarop werd ik verschoven, het daglicht in getild
en door bekwame handen op de schouders genomen
de hengsels blikkerden in de late middagzon
mijn gezin zag ik in de gauwigheid niet,
maar de gezinsleden waren ongetwijfeld van de partij
het grind knarsetandde
we begonnen aan de laatste ronde
een verkeersvliegtuig liet van zich horen
en de maan was blijven hangen,
die had weer eens weinig omhanden
niet dat ik er veel mee opschoot, dat niet
maar hun belangstelling viel te prijzen
de wind schopte balorig van alles voor zich uit: zand,
stof, stadsvuil, de wikkel van een candybar
toen zag ik tussen de lage boomtakken door
mijn lief
ik had zo opnieuw verliefd kunnen worden
ik hield haar hand vast
en zou die blijvend vasthouden
ook als er geen hand meer over was
en er niets vast te houden viel:
wat achter ons lag, lag achter ons
uren later stond mijn kuil nog altijd open
het dichtscheppen had geen haast
en kon tot morgen wachten
het licht nam af, de zon bond in
de dag ging op huis aan en het resterende grijs
trok zich terug tussen de populieren
dwars door het nu massaal loslatende blauw heen
kwam het zwart me tegemoet, heelalzwart,
en omarmde ons land
van de wadden tot de laars van limburg, and beyond
met een beetje geluk verscheen straks de poolster;
zolang ik die in het vizier hield
zou ik bij benadering weten waar ik was en,
wie weet,
enige notie krijgen van de te volgen koers
het werd tijd om op te staan
ik schoof het deksel opzij
en ontdeed me van mijn houten jas
er waaide een prairiewind die geen grasspriet, struik
of boomblad beroerde
en me met geen vinger aanraakte,
maar die me voorging op de ingeslagen weg
en ik volgde de wind
tot ver buiten de bebouwde kom,
over platteland en door dalen en valleien,
voorbij het eindstation van de nachttrein,
aan de voet
van een mij onbekend gebergte
ik bleef in het spoor van de wind,
die langs het kruispunt
van de vier windstreken voerde,
aan de witte plekken op de kaart voorbij;
en ik wist dat ik deze weg had af te leggen
en zou blijven volgen
wat het pad ook brengen of behelzen mocht
Discussievragen
Over Black Cadillac
1.
In dit gedicht beschrijft Bart Chabot de dag van zijn eigen uitvaart in detail. Wat valt jou op aan de manier waarop hij de dag beschrijft? Welke dingen beschrijft hij wel en welke juist niet?
2.
Heb jij weleens over jouw eigen uitvaart nagedacht? Hoe zou jij willen dat die dag eruitziet? Op welke manier verschillen jouw gedachten hierover van die van Bart Chabot?
3.
Met welk gevoel laat het gedicht jou achter? Is het een hoopvol einde van de bundel of juist niet?
Over Ooievaarsblues
1.
Waarom denk je dat de bundel Ooievaarsblues is genoemd?
2.
Welk gedicht uit de bundel raakte jou het meest en waarom?
3.
Pak het Boekenweekgeschenk er eens bij. Beide boeken gaan over het ouder worden en ooit sterven van Bart Chabot en zijn vrouw Yolanda. In Ooievaarsblues schrijft Bart zelf over dit thema, in Gezinsverpakking schrijven zijn zoons erover. Wat valt je op aan de manier waarop de verschillende generaties over dit thema schrijven?
4.
Het gedicht Aan de zwier gaat over een boom die uit wandelen gaat. Voor wie of wat denk jij dat de boom, en de wandelingen die hij maakt, metaforen zijn?
5.
Op pagina 35 schrijft Chabot: 'probleem is: alleen in het theater ben ik echt/en op de televisie op mijn echtst/daarbuiten kom ik niet tot leven'. Voelt Bart Chabot, tijdens het lezen van deze bundel, als een echt, levend persoon die je beter leert kennen of blijft hij juist op afstand? Op welk moment in de bundel voelt hij het meest 'levend' voor jou?
6.
De zee komt in verschillende gedichten terug. Welke rol speelt de zee volgens jou in deze bundel? En verschilt de rol of betekenis van de zee per gedicht?
7.
Zintuigelijke ervaringen spelen een centrale rol in de bundel: Chabot beschrijft bijvoorbeeld de geur van een vest en hoe het voelt om de vermagerde schouder van zijn vader aan te raken. Kun jij nog meer voorbeelden vinden? Welke beschrijving vind je het meest geslaagd?
Discussieer mee en win!
Ben jij altijd op zoek naar een mooie nieuwe boekentas?
Praat mee over de Boekenweek themabundel Ooievaarsblues onder dit artikel en maak kans om een van de speciale Boekenweektasjes te winnen. Deze linnen tassen zijn bedrukt met een fragment uit het Boekenweekgedicht Black Cadillac en zijn perfect om je boeken in te vervoeren.
We verloten vijf tassen onder de meest enthousiaste deelnemers aan de discussie, dus duik gauw in de reacties onder dit artikel om je stem te laten horen. Veel plezier!
Boekenweek 2024
Van 16 tot en met 24 maart 2024 koop je Ooievaarsblues voor slechts € 5 in je favoriete boekhandel.
Familie en gezinsleven zijn een onontkoombaar en centraal thema in de gedichten van Bart Chabot. Speciaal voor de Boekenweek kiest en bewerkt hij zijn meest persoonlijke gedichten over familie.
Ooievaarsblues is ook de geboortegrond van de fonkelnieuwe gedichten Metaalmoeheid en Black Cadillac.
Auteursafbeelding: © Vincent Mentzel, via CPNB