Oscar van Gelderen: 'Het is mijn job om ervoor te zorgen dat de schrijver kan schrijven, ik regel de rest'
Roxane van Iperen:
'Oscar heeft een enorme kennis over en liefde voor kunst en literatuur, en een sterk instinct voor wat waardevol is. Daarom koerst hij altijd op de inhoud en de lange termijn. In een literaire wereld die soms wat gesloten en op zichzelf gericht kan zijn, gooit hij de deuren open.'
Om te beginnen, waarom heb je uitgeverij Lebowski verlaten?
Ik heb besloten dat het na dertig jaar in de uitgeverijwereld, waarvan 25 jaar als uitgever, genoeg was. Het was tijd voor een andere rol, een rol die beter past bij mijn huidige interesses en manier van in het leven staan. Ik wil in Amsterdam en Antwerpen wonen en werken, ik wil met cultuur in het algemeen bezig zijn, niet alleen met boeken. En ik wil ook nog in de volle breedte werken: van het cureren van exposities tot het schrijven over kunst, van het begeleiden van auteurs tot het ontwikkelen van documentaires, films en series. Waarom jezelf beperken als je ook ten volle kunt leven?
Wat houdt je nieuwe werk in? Is het vergelijkbaar met dat van een (literair) agent?
Nee, management is in mijn optiek vooral bezig zijn – en blijven – met de inhoud en het profiel van de auteur of kunstenaar. Een agent heeft meer een commerciële inslag: het maken van deals staat voorop. Met name in de kunst kan het lang duren voordat er geld binnenkomt, zeker als je met jong of met vergeten talent werkt. Bovendien blijf ik met schrijvers werken. Ik ben dan op allerlei manieren betrokken bij het uitgeefproces. Indien gewenst kan ik de pr-campagne doen, of de buitenlandse rechten, of wat dan ook.
'Waarom jezelf beperken als je ook ten volle kunt leven?'
Naast het managen van een groep schrijvers en kunstenaars komen er ook veel auteurs – en dus boeken, titels – op mijn pad, die ik via literair agente Marianne Schönbach onderbreng bij uitgevers. Dan gaat het dus om boeken van auteurs die niet onder mijn management vallen. Ook dat vind ik interessant, omdat het me leert hoe andere uitgevers denken en werken, hoe ze hun plannen presenteren, contact maken met auteurs. De blik wordt op die manier op een organische manier verbreed. Uiteraard doe ik wel zelf de onderhandelingen voor iedereen die bij mijn management zit. Kortom, ik kan met iedereen werken die met mij wil werken, als het doel is om een sterker team om een schrijver of kunstenaar te bouwen.
Hoe groot is het contrast met je voormalige carrière als uitgever?
Het grote verschil is dat ik nu nog meer de diepte én de breedte in kan gaan met een auteur. Vroeger had ik de focus op het boek en alle andere activiteiten – zoals film, theater, buitenlandse rechten, optredens – vloeiden daaruit voort. Tegenwoordig kan ik met iemand op alle terreinen afzonderlijk aan de slag. Dat verklaart mijn liefde voor multitalenten. Als iemand een jaar geen boek wil schrijven, maar een documentaire wil maken: doen we! Bovendien kan ik met buitenlandse auteurs werken, met festivals, met uitgevers, galeries, agenten in binnen- en buitenland. Waar ik vroeger keek of een boek geschikt was voor de uitgeverij waar ik werkte, kan ik nu naar het hele veld kijken.
Wat waren tot nu toe de hoogte- en dieptepunten van je nieuwe werk?
Hoogte- en dieptepunten passen niet meer in mijn leven, ik leef welbewust in het grijze midden. Ik loop geen ererondes bij succes, maar ik zal ook niet van het dak springen bij tegenslag. Ik geloof in samen strijden en vechten om het beste uit iemand te halen. Waar het plafond zit? Dat zien we dan wel weer. In dat opzicht kunnen vijfhonderd verkochte dichtbundels een groter succes zijn dan honderdduizend verkochte romans.
Oké, is er iets waar je trots op bent dan van het afgelopen half jaar?
Vooruit, dat ik me sinds kort manager van Gummbah mag noemen vind ik wel een hoogtepuntje.
Honger naar cultuur is er altijd, het is alleen zaak daar goed op in te spelen.
Je besloot tot een carrièreswitch middenin de coronacrisis. Is de honger naar cultuur volgens jou versterkt of juist in het slop geraakt door de pandemie?
Galeries hebben in 2020 een heel goed jaar gehad. In plaats van aan vakanties of diners, gaven mensen hun geld uit aan kunst. Mensen zitten thuis, ze willen wat hebben om naar te kijken. Als gevolg daarvan komen lijstenmakers om in het werk. Daarnaast zijn veel mensen aan de wandel gegaan door corona, daar passen audioboeken dan weer goed bij. Er wordt massaal naar boeken geluisterd. Honger naar cultuur is er altijd, het is alleen zaak daar goed op in te spelen. Zo hebben de timeslots in galeries ervoor gezorgd dat bezoekers een persoonlijke ontvangst en meer aandacht kregen.
Bij kunstenaars denken veel mensen, hoe stereotiep ook, niet per se aan goed georganiseerde individuen. Zijn kunstenaars wel te managen? En hoe verschilt dat van schrijvers?
Zeker wel. Het grote verschil tussen schrijvers en kunstenaars zit hem in het businessmodel: in de beeldende kunst gaat het om een zo laag mogelijke oplage, uniek werk, en bij boeken om een zo hoog mogelijke oplage. Maar er is ook een belangrijke overeenkomst: het is mijn job om ervoor te zorgen dat de kunstenaar kunst kan maken, dat de schrijver kan schrijven. Ik regel de rest.
En het gaat voor jou om de cross-over tussen kunst en literatuur. Waarom is die zo belangrijk voor jou?
Niet alleen tussen kunst en literatuur, maar ook film en muziek. Waar ik op focus zijn mensen die niet met maar één ding bezig zijn, maar die zich in de volle breedte willen ontwikkelen. Simon de Waal is thrillerauteur, maar ook scenarist, regisseur en in het dagelijks leven politieman. Johan Fretz kan alles: theater, speechen, zingen, columns, presenteren, scenario’s schrijven. Vroeger moest ik me dan beperken tot tekst, maar nu niet meer. Veel auteurs zijn ook juist op zoek naar andere 'dragers' dan boeken om hun verhalen te vertellen. Het is dan aan mij de taak om daar de juiste vorm of vormen bij te vinden.
Heb je hier voorbeelden van?
Esther Gerritsen en Manon Uphoff schrijven hele goede scenario’s, Martin de Haan is niet alleen een begenadigd vertaler – en aanstaand romancier – maar ook een talentvol fotograaf. Arnon Grunberg maakte prachtige videobrieven over zijn liefde voor New York, Hugo Borst heeft aspiraties om actief te zijn in de kunstwereld, schrijft boeken en presenteert bij de NOS Langs de Lijn. Hugo en ik vinden elkaar op allerlei terreinen: van de liefde voor Rotterdam tot de muziek van Joy Division, van Vaandrager tot Sparta, en van de fascinatie voor de DDR tot outsider kunst. In de diepte, en in de breedte…
'Ik ben vrij om te gaan en staan, waar en wanneer ik wil, en dat is de bron van groot geluk.'
Je werkt met zowel Nederlandse als Belgische kunstenaars. Zijn ze erg verschillend naar jouw idee?
De kunst staat in België op een zeer hoog niveau, daar kunnen we in Nederland echt niet aan tippen. De kwaliteit van Belgische kunstenaars is hoog, de hele internationale top wordt er getoond, er zijn zeer grote verzamelaars. Niet een half dozijn zoals in Nederland, maar honderden. Ook op culinair terrein, mode en films of series staat het land hoog in de pikorde. Alleen dat rare idee-fixe dat je als Vlaamse schrijver toch echt bij een Nederlandse uitgeverij uitgegeven moet worden, dat is hardnekkig. Maar dat zal ook veranderen. Talent wordt niet beperkt door landsgrenzen, dus voor mij telt maar één ding: kan ik met de persoon met wie ik werk door één deur?
En terwijl je die deur door gaat, of bent, schrijf je zelf ook nog boeken… Hoe maak je daar tijd voor tussen het lezen, kunst kijken en managen door?
Ik hanteer een streng regime. Van zeven tot twaalf uur ’s ochtends werk ik aan eigen projecten. Van twaalf uur ’s middags of twaalf uur ’s nachts mag iedereen me lastigvallen – mits binnen het betamelijke. Het grote verschil met vroeger is dat ik niet meer alleen in de avonduren aan mijn 'eigen' activiteiten kan werken, omdat ik het kantoorleven vaarwel heb gezegd. Ik ben vrij om te gaan en staan, waar en wanneer ik wil, en dat is de bron van groot geluk.
Meer weten over het managementbureau van Oscar van Gelderen: OvG Management
Foto © Manuela Klerkx