Boekenweekgeschenkauteur Gerwin van der Werf: 'Ik woog mijn kansen en kwam erop uit dat die bijna nul waren'
De krater
Gerwin van der Werf
'Ik begreep niet dat een ruimtesonde vijfentwintig miljard kilometer kon reizen in een halve eeuw, en dat wij om de haverklap moesten tanken en niet eens meer thuis zouden komen.'
Eden is met haar twee broers op weg naar een meteorietkrater, ergens in Duitsland. Ze heeft een missie: haar jongste broer redden. Benjamin heeft een depressie, Johnny een rijbewijs. Benjamin weet alles van sterren en meteorieten, Johnny weet de weg – hopelijk. En Eden? Die zit ertussenin. Altijd ertussenin.
Gefeliciteerd, je 'won' het Boekenweekgeschenk! Wat betekent dat voor jou?
Het is echt fantastisch, ik ben er nog steeds dolblij mee. Aan welke schrijver je het ook vraagt, ze zullen zeggen dat het Boekenweekgeschenk schrijven het hoogst haalbare is. Het is de grootste eer die je in het Nederlandse taalgebied ten deel kan vallen. En als je de lijst van auteurs ziet, dan wordt ook wel duidelijk waarom dat is. Zowel in het verleden als het heden zie je alleen maar grote namen op de lijst. En daar sta ik dan straks tussen, dat is echt een doorbraak.
Dit jaar werd niemand gevraagd om het geschenk te schrijven, maar werd een wedstrijd uitgeschreven. Hoe ging dat voor jou in zijn werk?
Vorig jaar rond deze tijd kreeg ik een brief van de uitgeverij met een oproep om mee te doen. Er waren wel een aantal selectiecriteria en we moesten er op tijd bij zijn, zodat een redacteur van de uitgeverij nog mee kon kijken. Ik woog mijn kansen en kwam erop uit dat die bijna nul waren, maar toch besloot ik mee te doen. Ik had al een leuk idee voor een verhaal. Tijdens het schrijven is dat idee zich verder gaan ontwikkelen. Ik had echt heel veel plezier in het schrijven. En de uitgever vond het verhaal zo goed, dat ze het hoe dan ook wilde publiceren. Eigenlijk kon ik al niet meer verliezen.
Je werd uitgekozen door de jury zonder dat zij wisten wie het verhaal geschreven had.
De keuze om de wedstrijd anoniem te doen vond ik heel goed, anders krijg je als organisatie toch weer met allerlei belangen en vooroordelen te maken. Nu hebben ze totaal objectief een verhaal gekozen, echt om het verhaal. En toevallig heb ik dat geschreven.
De krater gaat over Eden, die haar depressieve broertje Benjamin wil meenemen naar een krater in Duitsland omdat hij zo van meteorieten houdt. Ze heeft wel de hulp nodig van broer Johnny, want hij heeft een rijbewijs en een auto. Hoe kwam je op dit idee?
Ik wilde wel iets schrijven over jongeren die op een roadtrip gaan, want ik wist dat ik daar veel schrijfplezier aan zou beleven. Daarnaast wilde ik altijd al iets met meteorieten en ruimtevaart, omdat ik daar van jongs af aan al belangstelling voor had. Mentale problemen bij jongeren, of eigenlijk bij mensen in het algemeen, kwamen daar nog bij. Ik wilde laten zien dat verbondenheid, samen iets doen, kan helpen bij psychische klachten.
'Een literaire tekst zonder humor vind ik niet om door te komen.'
Is De krater daarmee een soort maatschappijkritiek op de individualistische maatschappij?
Nee, eigenlijk niet. Het is natuurlijk wel bekend dat corona en social media invloed hebben op het mentale welzijn van jongeren, maar ik heb daar geen kritiek op willen leveren. Het ging me meer om een zekere somberheid die mensen kunnen hebben. Je hoeft het leven niet altijd even leuk te vinden.
Af en toe somber zijn hoort er een beetje bij?
Ja, en literatuur kan helpen om je daartoe te verhouden. Als lezer heb ik dat ook altijd zo ervaren. Je kan herkenning vinden in hoe personages doen en denken. Zo heb ik vroeger veel boeken van W.F. Hermans gelezen. Zijn personages zijn op een bepaalde manier vaak mislukt, maar toch gaan ze dapper door in het leven.
Benjamin, het jongste broertje uit De krater, weet alles van de ruimtevaart. Je vertelde al dat dat jouw eigen fascinatie was?
Ja, als kind vond ik dat al heel interessant – al denk ik dat ieder kind dat wel vindt. Ik struinde in de bibliotheek alle boeken over planeten af. Als kind word je wereld langzaam groter en als je dan ontdekt dat er iets nog groters is, de ruimte, en hoe groot de ruimte echt is, dan raak je daar niet over uitgedacht. Die interesse is altijd wel gebleven, dus ik vond het ook leuk om er extra onderzoek naar te doen. Er is nu natuurlijk veel meer bekend dan toen ik klein was. Zo werd de Voyager Golden Record, waar allemaal begroetingen in allerlei talen op staan, toen ik een jaar of acht was de ruimte in gestuurd. En die zweeft nu ergens buiten het zonnestelsel.
Delen Eden en Johnny ook nog karaktereigenschappen met hun maker?
Personages zijn altijd een beetje afsplitsingen van jezelf. De introverte studiebol die niet naar school gaat omdat het niet goed met hem gaat, die zit ook een beetje in mij. Johnny, de opvliegende doener, ook. Ik kan soms heel rücksichtslos zijn. Eden zit eigenlijk tussen die twee in, dus die zit ergens ook in mij.
Personages maken natuurlijk een ontwikkeling door, maar wel altijd binnen de situatie waarin de auteur ze zet. Dus er zit veel van de auteur in de manier waarop ze uiteindelijk over hun situatie denken en hoe ze ermee omgaan.
Een van die situaties in De krater is dat Eden regelmatig de vraag krijgt of ze een jongen of meisje is. Is het belangrijk voor je om dit bespreekbaar te maken?
Het is vooral belangrijk dat we er normaal over doen. De krater is geen LHBTIQA+-boek, omdat het daar niet over gaat. Dat Eden misschien non-binair is, komt wel terloops aan bod. En dat is ook hoe we er in het dagelijks leven mee om zouden moeten gaan, als iets dat er gewoon is. Als docent heb ik de afgelopen tien jaar gezien dat het is opengebroken, het is bespreekbaar. Jongeren kunnen makkelijker zichzelf zijn in de klas, terwijl kinderen jaren geleden hun genderidentiteit of seksuele gerichtheid veel meer zouden onderdrukken. Tegelijkertijd lijken we onder druk van religieuze en conservatieve partijen binnen een paar jaar tien stappen terug te zetten. Dat is echt zorgelijk. Hoe moeilijk is het nou om te accepteren dat iemand een ander gender heeft dan jij voor mogelijk houdt? Als iemand er blij van wordt als je die of diens zegt, dan kun je dat toch gewoon doen?
Mentale gezondheid, gender, lastige relatie met ouders: de zware thema's worden wel met humor gebracht. Is dat belangrijk voor je?
Humor is hoogstnoodzakelijk. Niet alleen om dingen te relativeren, maar ook om ze dragelijk te maken. Een literaire tekst zonder humor vind ik niet om door te komen. En dan mogen het allerlei vormen van humor zijn, van malle grappen tot onderhuidse ironie. Humor is sowieso belangrijk in het leven, dus ook in literatuur.
Goede humor in literaire teksten wordt toch vaak als een hele kunst gezien.
Bij mij gaat het best wel vanzelf. Als je personages hebt die qua karakter een beetje clashen, en je zet ze in bepaalde situaties, dan gaan er grappige dingen gebeuren. Al zou je het natuurlijk ook allemaal heel dramatisch kunnen opschrijven, en het vreselijk kunnen vinden als een jongere met een gejat verkeersbord wordt gesnapt en een boete moet betalen.
'Hoe jongeren praten vind ik heel erg leuk. Bij hen gebeurt er iets met taal.'
Verkeersborden jatten, was dat ook een jeugdfascinatie?
Nee, dat niet. Maar dat bord met slipgevaar, dat vond ik vroeger al heel gek. De bandensporen die je erop ziet, die zijn helemaal niet mogelijk. Dat had ik blijkbaar ergens in een hersencel opgeslagen en het kwam op het goede moment naar boven.
In De krater weet je de tienerstem heel goed te vangen. Hoe komt dat?
Mensen denken altijd dat dat komt doordat ik docent ben, maar ik geef in het Engels les op een internationale school. Ik denk dat ik sowieso wel een zintuig heb voor hoe mensen praten. En hoe jongeren praten vind ik heel erg leuk. Bij hen gebeurt er iets met taal waar je als oudere soms met argusogen naar kijkt. Soms erger je je ook, maar het kan ook interessant en levendig zijn. Zo gebruiken kinderen tegenwoordig vaak het woord 'letterlijk', maar het krijgt een nét iets andere betekenis. 'Dat gebeurde letterlijk,' zeggen ze, als iets echt gebeurd is. En iedereen is ineens weer helemaal 'oprecht'. Dat ouderwetse woord hoor je nu heel vaak en daar zit een hele gevoelswereld achter.
Wat kunnen we leren van de jeugd van tegenwoordig?
Ik denk dat we veel kunnen leren van hun aanpassingsvermogen. De flexibiliteit in hun denkvermogen is heel indrukwekkend. Ik merk dat ik ook al star begin te worden, maar zij passen zich meteen aan. Het is ook een manier om te overleven, de wereld verandert te snel om star te blijven zitten.
Blijf jij voorlopig even zitten of ben je al met een nieuwe roman bezig?
Heel voorzichtig ben ik bezig, maar ik kan daar nog niets over vertellen. Ik had vrij van mijn werk op school, dus er begonnen wat ideeën te stromen. Eerst richt ik me op de tournee langs boekhandels in de Boekenweek.
Om De krater te bemachtigen moeten lezers deze Boekenweek voor minimaal € 15 aan Nederlandstalige boeken kopen. Welke zou je aanraden?
Edzard Mik is een schrijver met een heel rijk en gevarieerd oeuvre. Zijn boek Damian is een heel toegankelijk boek over mantelzorg. Dat is een aanrader.
En ik wil graag voor mijn eigen winkel opkomen, omdat ik denk dat voor veel lezers De krater de eerste kennismaking is met mijn werk. Wie enthousiast is, vier van mijn romans verschijnen komende tijd in een mooie nieuwe uitgave. Dus probeer bijvoorbeeld De droomfabriek of Wilgeneiland.
Hebban viert de Boekenweek
Het traditionele lezersfeest in boekhandels en bibliotheken viert in 2025 zijn 90-jarig jubileum. De 90e Boekenweek vindt plaats van woensdag 12 tot en met zondag 23 maart 2025. Bij aankoop van boeken ter waarde van ten minste € 15 krijg je het Boekenweekgeschenk cadeau van de boekhandel.