Dossier /
Book Review: Hannu Rajaniemi - Jean le Flambeur-serie
Deel één verscheen in 2010 en het derde deel is sinds juli 2014 beschikbaar. Hannu Rajaniemi had naar verluid het eerste hoofstuk van The Quantum Thief zo vol mogelijk met verschillende ideeën gestopt, voordat hij het aan zijn agent gaf om het te presenteren aan uitgevers. Dit om te laten zien hoe groot zijn ambitie met de serie was. Dit leverde hem een deal voor drie boeken op. The Causal Angel sluit de serie ook daadwerkelijk af.
Het eerste boek begint met de postmenselijke Jean le Flambeur, die opgesloten zit in de Dilemma Gevangenis, waar hij in miljoenen kopieën verspreid over eindeloze kamers, steeds weer wacht op de dodelijke confrontatie met zichzelf of met de All Defector. Een volkomen uitzichtloze situatie, tot Jean ontzet wordt door Mieli, een opgevoerde krijgster met vleugels, en haar ruimteschip Perhonen. Zo ontsnappen ternauwernood aan de wraak van de Archons, de beheerders van de gevangenis, en vluchten naar de Snelweg, een ruimteroute die langs alle belangrijke locaties in het zonnestelsel voert. Daar legt Mieli uit waarom ze Jean gered heeft en wat ze van hem wil. Het heeft natuurlijk te maken met zijn grootste talent, want hij is de beste, gevaarlijkste en sluwste dief die de mensheid ooit gekend heeft.
Dit is de introductie tot de bizarre wereld waar we in deze boeken in terechtkomen. Het zonnestelsel is geheel gekoloniseerd, van de oppervlakte van de zon tot en met de Oortwolk aan toe. Het is een postmenselijke wereld, zonder dat er een technologische singulariteit heeft plaatsgevonden. Met andere woorden: mensen zijn door het uploaden naar computers en simulaties enorm veel sneller, slimmer en beter geworden, Kunstmatige Intelligenties zijn ver ontwikkeld, maar nooit slimmer dan mensen geworden. Daarom heeft de technologie nooit de macht overgenomen, zoals dat in heel veel andere post human boeken (denk aan de Culture van Iain M. Banks of de Polity van Neal Asher) wel gebeurt.
Er zijn twee hoofdfacties die om de macht strijden: de Sobornost en de Zoku, maar daarnaast zijn er ook andere, fascinerende culturen die tussen de grootmachten proberen te overleven, zoals de Oortianen en de bewoners van de Oubliette. Sobornost kenmerkt zich door het gebruikmaken van kopieën van geüploade mensen, voor het uitvoeren van allerlei taken. Van het besturen van huis-, tuin-, en keukenmachines tot het uitvechten van enorme ruimtegevechten. Aan het hoofd van de Sobornost en hun Grote Gezamenlijke Taak staan de miljarden gogols van de zeven Stichters, waarvan er één Mieli’s baas is. Aan de andere kant staan de Zoku, de doorgeëvolueerde virtual reality tovenaars die voortgekomen zijn uit MMORPG gaming clans op de oude Aarde. Het grote conflict gaat om het verschil in inzicht over het zijn van een individu met eigen beschikkingsrecht, waar de Zoku voor staan, tegenover het algemene goed van iedereen, waar de Sobornost zich voor in zeggen te spannen.
Hannu Rajaniemi schrijft compromisloos: hij legt bijna niets uit. Dus in het begin is het enorm puzzelen op wat alle termen betekenen, wie waar voor staat en wat alles met elkaar te maken heeft. Gogols, vasilevs, sobornost, tzaddik, guberniyas, gevulot, zoku, q-dots, spimescape, phoboi… je moet je er zelf een voorstelling van maken, want Rajaniemi neemt het schrijversadagium ‘show, don’t tell’ erg letterlijk. Dit is hem vaak op kritiek komen te staan, maar voor doorzetters geeft het juist een extra dimensie.
Gedurende de boeken komen we overal in het zonnestelsel, maar de hoofdlocaties zijn Mars (in de lopende stad Oubliette), het ruimteschip Perhonen, de onherkenbaar veranderde Aarde (in de stad Sirr) en de manen en spimescapes rond Saturnus. Elke locatie wordt zo helder en gedetailleerd beschreven dat je de ongebruikelijke omgevingen toch voor je ziet, zeker als je de terminologie onder de knie hebt.
Rajaniemi’s proza is bijzonder rijk, behalve taalkundig mooi en spannend is de tekst ook gelardeerd met wiskundige, psychologische en literaire concepten en experimenten. Zo wisselt hij bijvoorbeeld af tussen de eerste (Jean) en derde persoon (alle andere personages) en is er zelfs een hoofdstuk in de tweede persoon (de ‘je vorm’), die wonderwel past en werkt voor het verhaal. Daarnaast wisselt hij af tussen het ‘nu’ en terugblikken, soms, maar niet altijd, in flashbackvorm. Ook gebruikt hij raamvertellingen, intermezzo’s, overlappende scènes (dus dezelfde gebeurtenis vanuit verschillende personages) en verhalen over verhalen. Verder zijn er een aantal psychologische en wiskundige theorieën die essentieel zijn voor de plot en bepaalde denkbeelden van personages. Dat alles schrijft hij in een stijl die het een naadloos geheel laat zijn. Bijzonder knap.
Het verhaal wordt gedurende alle drie boeken gedragen door Jean le Flambeur zelf. Hij heeft om en om een hoofdstuk voor zichzelf, terwijl de andere hoofdstukken per boek door andere personages ingevuld worden, af en toe afgewisseld met intermezzo’s. Jean is een onbetrouwbare verteller, die zelfs zo ver gaat dat hij af en toe iemand anders is in zijn eigen tekst. Nooit wordt helemaal duidelijk in hoeverre je van hem op aan kunt. Dan zijn de andere ‘point of view’ karakters een stuk rechter door zee: Isidore Beautrelet bijvoorbeeld, een jonge detective, woonachtig in de Oubliette, die een vreemde misdaad op het spoor is. Of Tawaddud in de Aardse stad Sirr, die een Sobornost krijgsheer rondleidt.
Al met al een geweldige serie, die elke liefhebber van sciencefiction gelezen zou moeten hebben, al zijn het wel verhalen voor gevorderden. Als ik de indeling van Michael Underwood zou aanhouden, dan komen deze boeken in de 600-700 sferen terecht. Dat komt door het hoge abstractieniveau, het enorme aantal en de gevarieerdheid van ideeën (narratief, wiskundig, psychologisch, natuurkundig), de consequente ‘show, don’t tell’ stijl en de extreem doorgedachte en geextrapoleerde toekomstvisies. Dus wees gewaarschuwd.