Dossier /
Book review: Jacqueline Carey - Naamah's Blessing
Na een lange reis arriveren Moirin en haar echtgenoot Bao weer in Terre D’Ange, terug van hun avonturen in het oosten. Hoewel Moirin haar lotsbestemming heeft gevolgd en vele uitdagingen in Ch’in heeft overwonnen, weet ze dat haar avonturen nog niet voorbij zijn. Er zijn behoorlijk veel losse eindjes die ze nog aan elkaar moet knopen. Zo wordt ze geconfronteerd met de dood van de dochter van de koningin. Haar moeder was een van Moirin’s minnaressen en is overleden in het kraambed terwijl Moirin op reis was. De koning is niet hersteld van de dood van zijn tweede vrouw en zijn toestand leidt tot een enorme politieke crisis wanneer zijn kanselier wat meer ambitie aan de dag legt dan passend is in zijn functie. Dan is er ook nog Raphael de Mereliot, een andere voormalig minnaar van Moirin en een regelrechte megalomaan. Om deze knoop te ontwarren zal Moirin opnieuw op reis moeten. Dit keer naar de recent ontdekte nieuwe wereld, waar een confrontatie met Raphael wacht.
Carey neemt ons dus wederom mee naar een deel van de wereld dat ze nog niet eerder aangedaan heeft. We bezoeken de rijken van de Azteken en de Incas op een continent dat pas ontdekt is door Aragonia (lees: Spanje). Eerder in de boeken werd al aangegeven dat de ontdekking gedaan is na de geboorte van Moirin, dit is een van de weinige echt duidelijke historische ijkpunten die Carey in haar serie verwerkt heeft. Blijkbaar zitten we dus vroeg in de zestiende eeuw. Het laat ook zien hoeveel vrijheid Carey neemt met de geschiedenis zoals we die kennen. Zo onderdrukt ze het gebruik van buskruit in de burgeroorlog in Ch’in. Een technologie die in onze geschiedenis al wijd verspreid was in Europa. Er zit best veel historisch materiaal in de serie maar Carey laat deze details het plot duidelijk niet in de weg zitten. Persoonlijk had ik het wel prettig gevonden als ze iets consequenter was geweest maar het blijft natuurlijk fictie.
Een van de werken die Carey duidelijk geraadpleegd heeft ter voorbereiding op het schrijven van deze roman is het boek Guns, Germs and Steel van Jared Diamond. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het zelf niet gelezen heb maar de thesis die Diamond in het boek verwerkt is vrij bekend. Hij schrijft de dominantie van Europese culturen toe aan een combinatie van geografische en milieukundige factoren in plaats van genetische factoren of de door sommigen veronderstelde intellectuele superioriteit van de Europeanen. Carey heeft in het vorige boek al één van de drie in de titel van Diamonds boek aangehaalde elementen geëlimineerd. Ze gaat in dit boek rustig verder met het in balans brengen van de verhoudingen. Raphael biedt de Nuhuatl (lees: Azteken) een geneesmiddel aan voor de ziekte die Aragonia geïntroduceerd heeft. Aragonia is hiermee, om het zacht uit te drukken, niet blij. Voor het verhaal is het echter wel goed. Raphael begon wat al te zeer op de archetypische schurk te lijken dus een beetje meer grijs in zijn karakter is niet verkeerd. Ook het derde element uit Diamonds titel, staal, wordt aangehaald als iets dat Aragonia graag voor zichzelf houd. Carey verprutst het effect enigszins door een scène in het boek op te nemen waarin iemand in een slag onthoofd word met een maquahuitl (een wapen dat iets weg heeft van een zwaard maar waarin obsidiaan ingebed wordt in hout). Die actie kwam me wat onwaarschijnlijk voor en haalt, in het verhaal in ieder geval, superioriteit van stalen wapens onderuit. Niettemin worden paarden en harnassen zeer doeltreffend ingezet in de gevechten.
Op religieus gebied betreedt Carey ook duidelijk een nieuwe wereld. In haar creatie beïnvloeden vele goden de aardse wereld en op dit nieuwe continent komt Moirin ook weer nieuwe religies tegen. Waar ik me in het boek aan stoorde is de manier waarop Carey omgaat met mensenoffers. Carey is nooit voorzichtig geweest met het beschrijven van gedrag dat in veel culturen taboe zou zijn maar hier overschrijdt ze wat mij betreft een grens. Structureel gebruik maken van mensenoffers is vrij zeldzaam in de menselijke geschiedenis, zeker op de schaal waarop de Azteken het zouden hebben bedreven. Zelfs als we de vrijwel uitsluitend Spaanse bronnen hierover met een korreltje zout nemen, moet er aardig wat bloed vergoten zijn. In de wereld van Moirin is offers brengen aan de goden noodzakelijk en, in het verlengde hiervan, dus ook het offeren van mensen. Aragonia probeert het gebruik de kop in te drukken maar verderop in het boek, blijkt een mensenoffer de uitweg voor de problemen van Moirin. Alle offers die zij tot nu toe bracht aan de goden, hoe verschrikkelijk ook, waren persoonlijk van aard. Zal Moirin ook dit keer blind haar goddelijke kompas volgen? Het antwoord zal beslist niet alle lezers bevallen.
Als Moirin uiteindelijk aankomt bij het bolwerk van Raphael krijgt het verhaal voor mij een absoluut hilarische wending. Dat is niet zozeer de schuld van Carey, maar meer het gevolg van een rare associatie van mijn kant. In Naamah’s Kiss is Raphael erin geslaagd de taal van de mieren te leren van een demon die een onwetende Moirin voor hem opgeroepen had. Het leek eerder een vloek dan een zegen. De mieren bleken niets interessants te melden te hebben. Enkele jaren later is hij er echter in geslaagd deze ogenschijnlijk nutteloze gave om te vormen tot een wapen. Het is hem gelukt om zijn lichaam de feromonen te laten produceren waarmee hij de mieren kan laten gehoorzamen. Dat is op zich al een vrij absurd concept maar het wordt nog erger.
Een jaar of 20 geleden heb ik me eens bezondigd aan het lezen van een aantal afgrijselijk slechte westerns. Ze waren vrij populair in de jaren ’70 en werden geschreven door een Duitser die zo verstandig was een pseudoniem te gebruiken voor zijn werk. Hij schreef onder de naam Conrad Kobbe. De meeste verhalen speelden in het westen van de Verenigde Staten maar zo af en toe maakte onze held, een geweldenaar genaamd Conny Coll, ook wel eens uitstapjes naar het zuiden. Tijdens een van deze avonturen kwam hij oog in oog te staan met een hongerig leger trekmieren. Een buitengewoon vermakelijk maar ook totaal belachelijk verhaal. Ik kan me niet eens meer herinneren hoe Coll zich ontdoet van de mieren maar hij schoot ongetwijfeld sneller dan zijn schaduw. Jullie voelen denk ik al aankomen wat Raphael met zijn mieren van plan is. De lachstuipen waren onmogelijk te onderdrukken.
Alles bij elkaar genomen is Naamah’s Blessing eigenlijk niet echt een sterk boek. Het ontsnapt bijvoorbeeld niet volledig aan het grote probleem dat het tweede boek kenmerkte: de volgzaamheid van Moirin. Gelukkig zijn de goden in dit boek wel iets cryptischer zodat ze gedwongen wordt wat meer zelf keuzes te maken. Het plot is overigens wel heel mooi afgerond. Carey weet inmiddels hoe je een verhaal in elkaar zet en laat geen losse eindjes achter. Dat neemt echter niet weg dat de trilogie als geheel de belofte van het eerste boek niet in kan lossen. De goden zien kans om Moirins temperament te blussen en haar van een interessant, levenslustig en nieuwsgierig meisje een doortastende maar vrij volgzame vrouw te maken. Haar rebelse eigenschappen zijn in de loop van het verhaal volledig uitgedoofd. Fans van de serie zullen dit boek ongetwijfeld verslinden maar met wat meer afstand bekeken is het bepaald niet haar sterkste roman. Daar staat tegenover dat Carey wel weer wat hersteld is van de in mijn ogen bedroevende trilogie over Imriel. Niet haar beste boek en ook niet haar slechtste. Naamah’s Blessing is vrij middelmatig, dat is eigenlijk het beste wat ik er van kan maken.