Column /
Bram Bakker: Gezonde schrijvers
Gezonde schrijvers
Er was een tijd dat literatoren zich erop beriepen enorme hoeveelheden drank te consumeren en hun hersenen als enige onderdeel van hun lichaam echt te benutten. Geslachtsdelen uitgezonderd wellicht. Een enkeling uit deze lang vervlogen tijd, het gaat om de vorige eeuw, predikt nog steeds ‘De beste gymnastiek is hersengymnastiek’ en heeft jenever als favoriete vloeibare versnapering. Maar dan hebben we het wel over mensen met een leeftijd waarmee je nu nog met pensioen mag. Blowhoofd Vinkenoog is ons ontvallen, en van de jongere schrijvers zijn er weinig die een voorliefde voor cannabis publiekelijk delen met hun lezersschare.
Er vindt een heuse culturele revolutie plaats in de beroepsgroep, die overigens niet losstaat van de rest van de samenleving: ook de serieuze beoefenaren van bijvoorbeeld denksporten doen tegenwoordig aan fitness. Het beroemde schaaktoernooi in Wijk aan Zee stond vroeger blauw van de rook en het stonk er naar drank; tegenwoordig rennen gerenommeerde grootmeesters tussen de wedstrijden door over het strand.
Steeds meer schrijvers geven toe dat ze niet alleen van sport houden, maar zelf ook actief sporten. Dat je voetballiefhebber bent, is ook onder intellectuelen inmiddels geaccepteerd. Genieten van de Tour de France mag ook, en boeken over wielrennen zijn al jaren in trek bij lezers én schrijvers. Wie leverden al niet een bijdrage aan het literaire wielertijdschrift De Muur ?
De populairste sport om zelf te doen is in literaire kringen echter met voorsprong het hardlopen. De meest uiteenlopende schrijvers lopen hard, ontdek je als je een tijdschrift als Runner’s World leest: Thomas Rosenboom, Kees van Beijnum, Kader Abdolah, Kluun, Herman Koch, Jessica Durlacher en zo zijn er nog vele anderen. En er zijn schrijvers die het lopen een vaste plek in hun oeuvre hebben gegeven, zoals Dirk van Weelden en Abdelkader Benali.
De vraag is nu of het hier een modeverschijnsel betreft, of een bezigheid die het schrijven ten goede komt. Vermoedelijk het laatste, want als je er niet iets meer uit zou halen dan het gevoel deel uit te maken van een culturele elite, hield je het nooit vol. Je moet je wel in het zweet werken tenslotte.
Als schrijver ben je productiever met een fit lichaam, hoor je van veel rennende literatoren. Uit eigen waarneming, dus onbetwistbaar. En het levert volgens velen inspiratie, zonder dat er een duidelijke verklaring is hoe dat komt.
Zelfs schrijvers met een hekel aan sport vragen zich soms stiekem af of ze niet iets aan hun conditie moeten gaan doen. De behandeling van het ‘schrijversblok’ zal niet veel verschillen van die van het chronisch vermoeidheidssyndroom of de burn-out: gedoseerd bewegen, en geleidelijk sterker worden door een gebalanceerde verhouding tussen inspanning en rust. Dat het menens is met het bewegen der schrijvers, journalisten en andere mensen uit het boekenvak is onder meer duidelijk geworden door de introductie van een heuse hardloopwedstrijd voor schrijvers, boekenvakkers en lezers, met de toepasselijke naam ECI Letterenloop. Een evenement dat zelfs wordt ondersteund door schrijvers die vermoedelijk niet eens hardloopschoenen hebben, zoals John Coetzee, Midas Dekkers, Adriaan van Dis, Lilian Blom en Renate Dorrestein. Wees niet flauw, en doe mee. Je wint een sportboek als je me verslaat…
ECI Letterenloop, 8e editie: zondag 7 juni, start en finish: ijsbaan Haarlem.
Zie www.letterenloop.nl
Bram Bakker
www.brambakker.com