Column /
Buddy Tegenbosch: Een ontmoeting
Een ontmoeting
Vliegen en schrijven.
Twee werelden die nogal een eindje uit elkaar liggen. Tijdens het schrijven wil ik vooral creatief en inventief zijn, tijdens het vliegen wil ik dat vooral niet. Bij het schrijven probeer ik nieuwe dingen te verzinnen, wil ik gebeurtenissen net even anders laten verlopen dan je zou verwachten. Bij het vliegen probeer ik juist alles elke keer weer op precies dezelfde manier te doen. Tja… het is nu eenmaal niet de bedoeling om een noodsituatie aan boord op de meest originele, meest vindingrijke manier op te lossen.
En toch…
Toch komen de twee werelden ook vaak samen. Het overgrote deel van mijn nieuwe boek, Oog om oog, heb ik tijdens het vliegen geschreven. Nou ja, niet tijdens het vliegen, maar in de tijd tussen de heen- en terugreis. En dat onderweg schrijven heeft zo zijn voordelen:
- Er valt geen vervelende post op de deurmat.
- Ik hoef niet te stofzuigen/af te wassen/ de lekkende dakgoot te repareren.
- Vanwege de andere omgeving kom ik sneller op nieuwe ideeën.
- En ik weet van heel wat cafeetjes in heel wat steden waar zich de stopcontacten bevinden.
En heel soms…
Heel soms komen de twee werelden wel heel erg dicht bij elkaar. Fantastisch dicht. Geweldig dicht. Zoals op die zaterdagmiddag in Chicago.
Vroeger toen ik heel klein was, had ik posters van Wham op mijn slaapkamer, buttons van Doe Maar op mijn spijkerjasje en plaatjes van the A-team in mijn plakboek (ik had ze allemaal, de rode én de gele). Nu heb ik geen idolen meer. En toch, als je me zou vragen ‘met wie zou je het allerliefst een praatje willen maken?’ dan zou ik over het antwoord niet lang hoeven nadenken.
Op mijn website houd ik een blog bij. Dat gaat óf over vliegen óf over schrijven. Precies één keer schreef ik een blog over een boek. Omdat het mijn favoriete YA-boek is. Van mijn favoriete YA-schrijver. En heel soms dagdroomde ik, dat ik die schrijver tegen zou komen.
Goed, ik was dus in Chicago. Het was mooi weer en ik besloot om naar het Millenniumparc te gaan. Ik wilde namelijk ‘The Bean’ bekijken, een kunstwerk (dat officieel een heel andere naam heeft, maar iedereen in Chicago noemt het The Bean omdat het nogal lijkt op een enorme chromen koffieboon). De reden dat ik die boon wilde zien, was omdat ik erover gelezen had in een YA-boek, Will Grayson, Will Grayson. En een van de auteurs van dit boek is John Green. Juist, mijn favoriete schrijver.
Het was warm en druk in het park. Ik bekeek de Boon, zocht een plekje in de schaduw en ging zitten lezen. Een paar minuten later keek ik op van mijn boek en voordat ik het besefte, was ik aan het rennen. Ik had iemand herkend en mijn lichaam had gereageerd. Pas toen ik vlak bij hem was, bedacht ik dat ik hem natuurlijk in het Engels moest aanspreken. Paniek! ‘Are you John Green?’ hoorde ik mezelf zeggen. ‘Yes I am, actually,’ was zijn antwoord (gelukkig maar). We kletsen wat. Hij vertelde me zijn diepste geheimen. En ik hem de mijne. En we leefden nog lang en… of eigenlijk: ik hakkelde wat in mijn middelbare school-Engels en hij lachte vriendelijk. Ik gaf hem mijn eerste boek, Pokerface, dat ik toevallig (túúrlijk, Buddy) bij me had. Hij zei vereerd te zijn, hoewel hij niet vaak Nederlandse boeken las. En hij filmde mij, zwaaiend naar hem via de reflecterende ‘Bean’.
Hoe toevallig is dat? Dat je in Chicago bent. Dat je naar ‘the Bean’ gaat omdat je daarover gelezen hebt in een boek waarvan je favoriete schrijver de co-auteur is, en dat je hem daar tegen het lijf loopt. En wat betekent dat? Dat het toeval is? Dat toeval niet bestaat? Voor mij betekende het dat ik niet langer moest aarzelen en moest beginnen aan mijn tweede boek. Terug in het hotel schreef ik de eerste regels van Oog om oog.
Een paar weken later kreeg ik een mailtje van een lezer via mijn website. Hij wilde me laten weten dat hij genoten had van Pokerface. En hij voegde daar nog iets aan toe: hij was op het idee gekomen mijn boek te gaan lezen, nadat hij het voorbij had zien komen in een vlog (video-log) van John Green op youtube.
Kijk, niet alleen was het geweldig om John – als collega-auteur mag ik natuurlijk John zeggen – te ontmoeten, maar ik heb er ook nog minstens één boek extra door verkocht.
De vlog van John Green. Zie minuut 2:50 voor Buddy's ontmoeting met de auteur.