Column /
Buddy Tegenbosch: Lijstjes (1)
Lijstjes
Aan het eind van het jaar maken we de balans op. We kijken terug en vragen ons af: wat voor jaar was 2015?
En wat doen we dan? We maken lijstjes. Lijstjes van de beste boeken die we lazen, van de beste muziek die we luisterden en van de beste films die we zagen.
Ik heb ook een lijstje gemaakt. Een ander lijstje. Een persoonlijke top drie. En ja, ik weet best dat het inmiddels alweer januari is, maar… dit is mijn column en dus hoef ik me van dat soort onzin niks aan te trekken.
Maar welke top drie dan? De top drie van meest bizarre steden die ik in 2015 bezocht.
Nummer drie: Shenyang.
Shenyang ligt in Noordoost China en heeft meer dan zeven miljoen inwoners. Voordat ik er heenvloog, had ik nog nooit van de stad gehoord. Toen ik na acht dagen (eindelijk) weer naar huis mocht, wist ik dat ik deze stad niet snel meer zou vergeten. Waarom?
Omdat er geen stad is die overdag zo veel herrie maakt (en ’s nachts zo rustig is) als Shenyang.
Ons hotel staat in de hoofdstraat. Wij krijgen altijd een kamer die zich op minstens de twintigste etage bevindt om zo min mogelijk last te hebben van de herrie. De kamers hebben dubbel glas en de ramen kunnen niet open. Dat helpt. Een beetje.
Wanneer je overdag het hotel verlaat, kom je terecht in een onbeschrijflijk kabaal. Elke winkel probeert de buren te overstemmen. Deuren open, boxen op straat, volume op tien. In de stad rijden tienduizenden brommers rond die niet brommen omdat ze elektrisch zijn. Lekker geruisloos, zou je denken. Ware het niet dat de helft van die brommerrijders een radio hebben omhangen met daaraan een soort megafoon. Daar komt herrie uit. Soms muziek. Meestal gewoon herrie.
’s Nachts is een totaal ander verhaal. Het enige wat dan open is, is de McDonalds bij het centraal station, waar zwervers, treinreizigers en de slapelozen zich verzamelen. Maar interessanter dan de Mac zijn de wegwerkzaamheden. Zo druk als het overdag op de weg is, zo rustig is het ’s er nachts. En in die uurtjes wordt aan de weg gewerkt en die arbeiders schaften niet bij de Mac. Nee, zij doen dat op straat. Het eten komt naar ze toe. Er rijden namelijk de hele nacht Shenyangers met bakfietsen rond, met in die bakfietsen een smerig barbecuetje en… eten. Het bbq-tje gaat aan, eten erop en schaften maar.
Omdat de stad het kleurrijkste park heeft dat ik ken.
Het was zomer. Elke dag steeg de temperatuur tot diep in de dertig graden en na vier dagen Shenyang moest ik de stad ontvluchten. Dat is helaas zo makkelijk nog niet, want de stad is veel te groot. Het kost uren om haar te verlaten. De metro heeft maar twee lijntjes. De straten buiten het centrum zijn slecht. Er staat overal file. En de belangrijkste reden: de taxichauffeurs praten alleen Chinees en zeggen nooit ‘nee’. Die combinatie vergroot de kans dat je je hotel nooit meer terugziet aanzienlijk. Ik ging dus niet de stad uit, maar ik ging naar het park.
Beiling Park ligt ten noorden van het centrum, is bijna drieënhalf miljoen vierkante meter groot, heeft bloementuinen, historische gebouwen, graftombes, vijvers en stadspoorten. Maar dat was niet wat me opviel. Wat me opviel waren de mensen. Het was een uur of vier ’s middags toen ik aankwam. Het was rustig. En na wat gewandeld en gelezen te hebben, wilde ik weer teruggaan naar het hotel. Bij de ingang van het park aangekomen, besloot ik nog even te blijven. Uiteindelijk vertrok ik toen de nacht al gevallen was.
Hoe kwam dat? Net toen ik wilde gaan, stroomde het park vol. Blijkbaar heeft de Shenyanger de gewoonte om na het werk massaal het park in te trekken. Ik zag:
o Mensen luidkeels zingend baantjes trekken in vuile vijvers.
o Mensen badmintonnen met lichtgevende shuttles.
o Mensen marcheren op communistische marsmuziek.
Dit moet ik even toelichten. In totaal marcheerden er drie pelotons van ongeveer tweehonderd leden per groep door het park (ze liepen in rijen van vijf, dus dat was makkelijk schatten). Voorop liep iemand met een radio en daarachteraan marcheerde de rest. De eerste rijen liepen strak in het gelid, maar hoe verder je naar achter ging in de groep, hoe meer het een zootje werd. De laatste rijen waren allang blij dat ze de groep enigszins konden volgen.
o Een klassiek orkest van Shenyangers die hun instrument en bladmuziek hadden meegenomen en die werden geleid door een zeer enthousiaste dirigente.
o Een groep van ongeveer tachtig Shenyangers die een soort Tai-Chi uitvoerden met behulp van badmintonrackets (zie video).
o Overal kleine eettentjes ontstaan, die wij hier heel hip ‘pop-up-restaurantjes’ zouden noemen.
Kortom het park was een wereld op zich. Het leuke daarbij is dat de Shenyanger je niet raar aankijkt wanneer je hún staat te bekijken. Sterker nog, je wordt helemaal niet aangekeken. En dat vind ik fijn. Het geeft je de mogelijkheid schaamteloos te observeren. En daarbij viel me één ding op. Ze hadden het erg naar hun zin.
Shenyang staat dus op nummer drie in mijn lijstje van meest bizarre steden die ik bezocht heb in 2015. Benieuwd naar de nummers één en twee? Lees dan de volgende, en tevens laatste, column in deze reeks.
Buddy
© Foto's en video's Buddy Tegenbosch
Nog twee video's bekijken? Klik hier.
De Hebban Young Adult Leesclub stelde vragen aan Buddy Tegenbosch.
Lees het interview hier
Lees ook de eerdere columns van Buddy Tegenbosch!
Column 1: Een ontmoeting
Column 2: Vliegen, een bron van inspiratie
Column 3: Beginnen