Column /
Buddy Tegenbosch: Vliegen, een bron van inspiratie
Ik heb twaalf jaar binnen Europa gevlogen en inmiddels vlieg ik alweer bijna vier jaar intercontinentaal. In die tijd heb ik een vluchtige blik mogen werpen op verschillende mensen in verschillende steden in verschillende werelddelen. Natuurlijk mag je niet generaliseren. En natuurlijk is alles wat niet mag een stuk leuker dan alles wat wel mag.
Dus daar gaan we:
Chinezen houden van lawaai.
India’ers (Indiërs? Mensen uit India) houden van veel lawaai. Minder van stoplichten en voetgangers, en al helemaal niet van overstekende voetgangers. Wel van heel hard rijden in een tuktuk. O ja, en van koeien.
Japanners houden niet van geluid.
Brazilianen houden vooral van vlees, veel vlees. Zowel op het bord als op het strand.
Van elke Amerikaan ben je een goede vriend.
Van elke Canadees ben je een goede bekende.
Voor elke Chinees ben je lucht.
Amerikanen praten graag luid.
Chinezen praten graag door een luidspreker.
Japanners praten graag niet.
Venezolanen houden van volle bussen met open deuren.
Afrikanen houden van volle bussen zonder deuren.
Amerikanen houden van hop-on-hop-off-bussen.
Japanners houden niet van bussen.
Venezolaanse taxichauffeurs, zingen, bellen, dansen, rijden en zweten tegelijk.
Indiase tuk-tukchauffeurs praten. En praten. En praten. Ze zweten niet.
Amerikaanse taxichauffeurs rijden graag een blokje om to show their great city.
Chinese taxichauffeurs zijn blind.
Japanners nemen de trein.
Brazilianen houden van warmte.
Afrikanen houden van hitte.
Koeweiti’s houden van airconditioning.
Amerikanen houden van Amerika.
Tot zo ver de mensen en hun gebruiken als bron van inspiratie. Nu het vliegen zelf. Zoals ik hierboven al schreef, doe ik het al een tijdje en toch blijven sommige dingen lastig te begrijpen. Ik zal het uitleggen aan de hand van een paar voorbeelden, misschien dat het aan mij ligt en dat jij het wel logisch vindt:
Het was maandag toen we vertrokken naar Kuala Lumpur. Na aankomst ging ik wat eten en daarna dook ik mijn bed in. Toen ik wakker werd was het woensdagmiddag.
Als je alsmaar naar het noordoosten vliegt, kom je uiteindelijk op de noordpool terecht. Datzelfde geldt voor een koers naar het noordwesten. Sterker nog, elke richting, behalve oost of west, voert je naar één van de polen.
Toen ik laatst van Japan terugvloog, ging het eerste halfuur in oostelijke richting. We vlogen niet om.
Op een nachtvlucht naar Vancouver ging de zon heel even onder, in het westen natuurlijk. Een kwartier later kwam hij weer op. Ook in het westen.
Halverwege de vlucht van Kuala Lumpur naar Jakarta draaide de aarde opeens rechtsom in plaats van linksom. De kortste verbinding tussen twee punten is een rechte lijn. Er bestaan geen rechte lijnen op aarde. Wel oneindig veel meridianen.
Een kompas richt zich naar het magnetisch noorden. Dat magnetisch noorden bevindt zich niet in de buurt van de noordpool. Op dit moment ligt het ergens in Canada, over tien jaar ergens in Rusland. Het magnetisch noorden verplaatst zich namelijk naar het oosten. Niemand kent de exacte locatie.
Nadat we waren opgestegen in Maleisië vlogen we nog maar over twee landen voordat we Europa bereikten. De vlucht duurde bijna dertien uur.
Vliegen, tja. Ik begrijp het wel, maar echt snappen zal ik het nooit.
Lees hier de eerste column van Buddy Tegenbosch over zijn ontmoeting met schrijfheld John Green.