Column /
Buiten je comfort zone | Debbie las Klassieke Literatuur: ‘Hadzji Moerat’
Uit je comfortzone stappen doet niemand graag. Toch kan het spannend zijn en vernieuwend, je kunt ervaringen opdoen die naar meer smaken. De start van mijn aandeel in ons project voor het Hebban redactieteam vervulde me dan ook met een gonzend gevoel van voorpret. Ik ging een Rus lezen en wel een literaire Rus, zo’n oude. Ik ging Tolstoj lezen.
Mensen denken dat je enorm veel mag lezen als je in het boekenvak werkt, maar dat is niet zo. Je besteedt vooral erg veel tijd aan het aan het lezen zetten van anderen. De titels en boeken vliegen je om de oren, en je kijkt er verlangend naar, maar tijd om alles te lezen wat je graag zou willen, is er niet. Daarom koos ik niet voor Anna Karenina of Oorlog en vrede, de twee machtige boekwerken van Tolstoj. Ik koos voor een iets makkelijker te verorberen boekje: Hadzji Moerat, net in een nieuwe Nederlandse vertaling verschenen bij Van Oorschot, in een aantrekkelijk kaftje, voor een mooi prijsje.
Het twee bladzijden tellende proloogje bracht me in vervoering. Ik deed veel te lang over dat kleine stukje, omdat ik het herlas en herlas. Hadzji Moerat is Tolstojs allerlaatste werk, hij begon er in 1896 aan en leverde het af in 1904, zes jaar voor zijn dood. Dit begin had zich echter ook in 2016 kunnen afspelen, op het boerenland, midden in de zomer.
‘Wat een verwoestend, wreed wezen is de mens toch, wat een veelheid aan levende wezens en planten heeft hij niet vernietigd om zijn eigen leven in stand te houden, dacht ik, onwillekeurig speurend naar iets levends te midden van dat doodse, zwarte land.’
De verteller vindt iets levends, een distel en de distel doet hem denken aan Hadzji Moerat, een Tsetsjeense rebellenleider rond 1850. Wat volgt zijn 125 bladzijden historische verslaggeving. Tolstoj deed jarenlang research voor dit verhaal en veel is op waarheid berust, al is het verhaal door de schrijver vast met persoonlijke visie ingekleurd. Het is boeiend, veel, traag, informatief en een tikje saai. We volgen Hadzji Moerat die zich in de nesten steekt en ‘between a rock and a hard place’ terecht komt en bij elke beslissing dieper wegzakt. Ondanks zijn wil om het juiste te doen, voor zijn gezin, gebeurt er helemaal niks, behalve een boel politieke positionering en het bijna als een kermisattractie ontvangen en ‘bewaren’ van de rebellenleider. Uiteindelijk duurt het Moerat te lang en neemt hij het heft in eigen handen, met fatale afloop. Een veldslag die in George Martins Game of Thrones had gepast. We springen terug naar de geplette, maar fier overeind staande distel in het verder doodse, zwarte land.
Mijn ‘uit-je-comfortzone’-boek beroerde me voor zolang de distel in beeld was, maar verloor me al snel door al die personages die platter dan plat bleven en een schijnbaar zinloze doorgeverij van Moerat als een soort bokaal. Hij was ook een speelbal. De zinloosheid van Moerats laatste maanden is voelbaar, maar het geeft het boek geen hoge ‘doorlees’-factor. En daar heb je het, ik vond Tolstoj dus saai. Ik werd een beetje blij van de veldslag aan het einde en de terugkeer naar de distel, die het geheel zo prachtig afsloot.
Ben ik van de blockbustergeneratie? Zoek ik directe bevrediging en een voortstuwing van de plot die niet Des Literatuurs is? Wel ben ik nieuwsgierig naar alles wat hier onder zit, naar al het onvertelde. Of is dat nou net wat de hoge literatuur doet? Je laten verlangen naar wat niet gezegd is?
Dan wil ik wel graag meer horen over de mooie mjoerid Eldar. Die arme man kan niet een keer in het boek op komen draven zonder wellustig te worden beschreven. In zijn eerste scène heeft hij ‘mooie schapenogen’ en ‘sterke benen’ en in zijn allerlaatste sluiten zijn prachtige schapenogen zich voorgoed.
Lees hier de columns van alle Hebban-redacteuren die buiten hun comfort zone stapten.