Interview /
De 5 w’s van Tais Teng
Wie is meesterverteller en kunstenaar Tais Teng?
Tais Teng: "Om te beginnen heet ik eigenlijk Thijs van Ebbenhorst Tengbergen. Nu is zo'n naam te lang om nog ruimte te laten voor een mooie plaat en een ordentelijke titel. 'Vijftig tinten grijs' zou bijvoorbeeld nooit passen en enkel 'Grijs' is niet genoeg. Bij die Thijs stel ik mij trouwens een dirigent met een parmantig sikje voor en golvende lokken. Een dirigent van the Letlands Radiokamerorkest. Wat de reden is dat ik mijn naam inkortte tot Tais (Thijs lekker ordinair uitgesproken) Teng (Het bruikbaarder stukje van mijn achternaam). In een andere tijd zou ik waarschijnlijk een rondreizende verhalenverteller zijn geweest die na een ferme tromroffel zijn kleedje uitrolt op dorpsplein. Sjamaan mag ook. Als iemand je over het doen en laten van geesten kan vertellen, ben ik het wel. Als kind leed ik al aan een ernstig geval van fantasie. Mijn vriendjes kwamen mij vaak vragen om het verstoppertje spelen wat spannender te maken. Dan kon ik ze bijvoorbeeld vertellen over de tentakel-arm die naar buiten zou schieten als je te dicht langs dat konijnenhol sloop. En die holle wilg daar at graag jongetjes maar het duurde een tel of vijftien voor hij je opmerkte. Het mooiste van dat soort verzinsels is dat je er al snel zelf half in gelooft. Naar die verzinsels opschrijven is dan een kleine stap. Ik hou trouwens nog steeds van griezel en geniet van mijn nachtmerries. Wat het tekenen betreft, daar was ik nog serieuzer in dan in het vertellen. Zo bezit mijn moeder nog een tekening van mij met Sinterklaas op het dak. Het paard waar hij op rijdt, lijkt nog het meest op een rat en de goedheiligman heeft bezemhanden, maar ik heb wel alle 73 dakpannen getekend. Als dat niet van toewijding getuigt ... Sindsdien heb ik zo'n honderd-en-elf boeken geschreven, uiteenlopend van prentenboeken tot lijvige fantasytrilogieën als de Gran Terre Saga. Als ik een serie schrijf dan het liever een tweedelige dan een trilogie. Al zondig er daar soms tegen: mijn Griezelklas heeft negen delen. Een lijst met al mijn boeken vind je hier. Ik heb intussen een boekenrij vol met omslagen gemaakt en waarschijnlijk duizenden illustraties. Mijn meest recente 750 boekomslagen en illustraties vind je hier. Ik kan nog prima met de hand tekenen en schilderen maar ik geef toch de voorkeur aan digitaal. Op mijn computer is mijn olieverf in een microseconde droog in plaats van pas na een week of twee. Een bespreker noemde mij 'een Photoshop wizard' en veel hoger kun je het als moderne illustrator niet schoppen. Over mijn gebruik van fractals kun je hier lezen.
Wat kun jij je lezers voorschotelen in 2015 en 2016?
Tais Teng: "Ik ben bijzonder druk met het schrijven van deel twee van Bloed & Barnsteen voor Zilverspoor. Het gaat HET IJZEREN WOUD waar elk blad een dolk is heten. Ik zit intussen op 8000 woorden en het moeten er ongeveer 50 tot 60.000 worden. Deel een komt door ziekte van de uitgever nu waarschijnlijk op de Imagicon uit. De titel is Een schip van bloed en barnsteen. De tweedelige serie is historische fantasy met een flinke scheut horror en speelt in de Hanzetijd omstreeks 1400. Deel een loopt van Deventer tot Novgorod en deel twee brengt Nadia en Jord helemaal tot Constantinopel, met een uitstapje naar de andere wereld. Mijn vrouwelijke hoofdpersoon, Nadia, heeft de Russische heks Baba Yaga als grootmoeder. Baba Yaga woont in een wandelende hut met kippenpoten en vliegt door de hemel in een manshoge koperen vijzel, roeiend met de stamper. Hoe bizar dat ook klinkt, als je haar ooit mocht ontmoeten dan vergaat je het lachen snel. Een handelaar beschrijft haar op deze manier: 'Goed als de heilige maagd? Denk je dat de boeren daarom zo respectvol over haar spreken? Tja, Baba Yaga is de gruwelijkste en gemeenste heks van heel het Noordland. Ze eet baby's en stroopt de huid van maagdekes af om zelf aan te trekken en jongemannen te verleiden. Anders zouden ze hem nooit omhoog krijgen. Onze Baba heeft een neus als een knoestige tak en borsten als wijnzakken na een nacht doorzuipen. Toch, dat soort figuren kun je beter 'Edele dame" of "Hooggeboren Vrouwe" noemen.' En dan is er Koschei de Doodloze nog. Een stukje dialoog tussen een Samodiva, het gevaarlijker soort boomnimf, en Koschei. 'Ik heb over je gehoord,' zei Vali. 'Hopelijk niets kwaads?' zei Koschei. 'Och, je steelt bruiden op hun huwelijksnacht. En als hun echtgenoten met getrokken zwaard achter hen aankomen, dan lachen die dames ze in hun gezicht uit. "Met jou terugkeren? Naar je wurmpje dat niet langer dan een baby-duim is?" Ze haken hun arm in de jouwe en kijken vol verering naar je op. "Scheer je weg, Ivan Ivanovitch. Ik heb een echte man gevonden."' Monster blijven monsters, ook als ze aan jouw kant staan. Bij Verschijnsel komt binnenkort weer een mooie gebonden uitgave uit, mijn Ondierentuin Omnibus. Rijk geïllustreerd zoals je hier kunt zien. Het bevat drie van mijn Ondierentuin boeken waarvan er een, Oogjes, overal oogjes nog niet eerder gepubliceerd is. De laatste tijd zit ik samen met Jaap Boekestein zo eens per maand Engelse verhalen te schrijven, onder meer voor Tokyo Yakuza, een erg leuk Amerikaans project over een alternatief Japan in de nabije toekomst. Japan heeft de Tweede Wereldoorlog gewonnen dankzij een atoombom op Pearl Harbor. Het Derde Rijk viel de Sovjet-Unie nooit aan en nu zeilt Werner von Brauns mijlwijde ruimtestation door de hemels, een reusachtige swastika die je met je met het blote oog kunt zien. Denk aan een combinatie van hard-boiled detective, cyberpunk en manga. Alle drie zaken die zowel Jaap als ik wel kunnen waarderen. Jaap en ik vormen een bijna perfect team en de stukken die we schrijven sluiten naadloos op elkaar aan. Ons meest recente werk is een Cthulhu-mythos annex Sword & Sorcery verhaal met Jaaps Kadhal dansmeisjes: Dancing for Azathoth. Verder maak ik regelmatig boekomslagen voor de Amerikaanse markt, meestal griezel."
Waar liggen jouw grootste struikelblokken bij het schrijven?
Tais Teng: "Ik heb nooit last van gebrek aan inspiratie. Ik kan nog steeds sneller verzinnen dan ik kan typen. Wat soms gebeurt, is dat bijfiguren met het verhaal op de loop gaan. Neem Vali uit Het IJzeren Woud nu, de boomnimf die Nadia's baby moet stelen. Ze is een Samodiva, dodelijk gevaarlijk voor het mannelijk geslacht. Wie haar aankijkt, wordt onmiddellijk dodelijk verliefd op haar en dat dodelijk is letterlijk bedoeld: het slachtoffer kwijnt, dromerig voor zich uit starend en gedichten mompelend, in een week of drie weg. Te verliefd om meer dan een hap bierpap te nemen of zijn kroes gegiste geitenmelk leeg te drinken. Vali had gewoon slecht moeten zijn, een soort monster op de achtergrond, maar na de eerste bladzijde begreep ik dat ze een verdraaid goede reden had om die baby te stelen. Vijfduizend van de achtduizend woorden gaan intussen over Vali. Help! dit boek moet over Nadia en Jord uit het eerste deel gaan. Meestal moet je gewoon meebuigen met de wind als een verhaal zichzelf wil schrijven. Hetzelfde overkwam mij bij deel twee van de Gran Terre Saga. Kalief Haroen, de redelijk erge schurk uit deel een werd ineens een hoofdpersoon. Mijn grootste struikelblok is mijn slordigheid: ik laat vaak woorden, vooral lidwoorden, weg. Ik heb absoluut een redactrice nodig die alles nakijkt voor het gedrukt wordt. Net als veel schrijvers ben ik woordblind voor mijn eigen teksten."
Waarom moeten we allemaal de boeken van Tais Teng lezen?
Tais Teng: "Och, laat ik maar eens wat redenen opnoemen. Ze zijn volkomen origineel, spannend en vaak genoeg humoristisch, ook al vind je niet bijster veel clowns of strategisch neergelegde bananenschillen. Wat mijn boeken ook zijn, is behoorlijk informatiedicht en daar moet je van houden. Als je een bladzijde overslaat kan het zomaar gebeuren dat je niets meer van het verhaal snapt. Voor rustgevend gekabbel kun je maar beter niet bij mij zijn. Elk verhaal is een wedstrijd die ik tegen mijzelf speel: als je kunt voorspellen wat er in het volgende hoofdstuk gebeurt, heb ik verloren. Net als alle schrijver wijd ik soms uit en verlies ik mij in gewauwel of vulsel. Wat ik aan het eind echter altijd doe, is zulke stukken wegstrepen tot de tekst strak achterblijft. Ik streef naar ongeveer een vijfde van de eindtekst wegstrepen. Het moet 'lean and hungry' zijn zoals ze in het Engels zeggen. Elk woord moet tellen."
Wanneer ben je als schrijver uitgeleerd?
Tais Teng: "Never nooit niet! Al is het helaas wel mogelijk dat je je scherpte verliest. Ik zie dat de laatste tijd bij een paar van de door mij bewonderde giganten gebeuren: Larry Niven, Terry Pratchett en William Gibson. Hun verhalen worden onsamenhangend, spanningsloos. Dat geldt vooral voor hun romans: in de korte verhalen kunnen ze ineens weer opbloeien."
Tais Teng op het internet:
Gran Terre
Atlantis ongezonken
Tais Teng (Engelstalig)
Deviant Art website (kunst)
Covers and illustrations
E-boeken
Facebook