De 77 beste Nederlandstalige thrillers / 15. De stille zonde
Over het fenomeen literaire thriller valt veel te zeggen. Dat de term bijvoorbeeld zou zijn bedacht door Rinus Ferdinandusse, die het ooit plakte op Het geheugenspel van Nicci French. Dat uitgeverij Ambo|Anthos sindsdien op elke roman die geacht wordt spannend te zijn het stempel drukt en dat concurrerende boekdrukkers het vervolgens na-apen om maar zo veel mogelijk exemplaren te kunnen afzetten. Het stempel is de laatste tijd een beetje aan het vervagen, maar Ambo|Anthos houdt nog steeds vast aan het predicaat.
Wat een spannende roman nu tot een literaire thriller maakt, lees je nergens. Oké, het zijn veelal boeken met een mysterieuze foto op de cover van een engelenbeeld, een vrouwenlichaam in een donker bos of een in nevelen gehuld meer. Toevallig zijn de meeste 'literaire thrillers' ook nog door vrouwen geschreven. Maar een spijkerharde definitie, ho maar.
Klein gegeven
Wellicht dat De stille zonde, het thrillerdebuut van kinderboekenschrijfster Lieneke Dijkzeul uit 2006, straks als standaard beschouwd gaat worden. Want ze paart in deze mooie roman spanning aan geraffineerd uitgewerkte personages en een ragfijne stijl. De lezer die prijs stelt op een in mooie beelden opgediend verhaal waarin elk cliché wordt gemeden, kan zijn hart ophalen in De stille zonde. En dat terwijl ze eigenlijk maar een klein gegeven beschrijft in dit boek.
Tijdens een druk bezochte schoolreünie wordt Eric Janson, docent Engels, vermoord aangetroffen bij een toiletruimte. Aan de wat oudere rechercheur Paul Vegter de taak om de zaak op te lossen. Geen sinecure, want er zijn in eerste instantie verdachten te over: oud-leerlingen, collega-docenten, de rector. En wat te denken van de amanuensis.
Dijkzeul concentreert zich in de uitwerking van het verhaal op een klein groepje mensen, die elk een portie sores met zich mee sjouwen. Zo is rechercheur Paul Vegter, die in volgende delen zal terugkeren, in het eerste boek een vereenzaamde speurder, wiens vrouw is overleden en die in zijn appartement machteloos moet toezien dat hij ook de strijd tegen de afstervende kamerlinde zal verliezen. De lezer maakt kennis met Jansons ex-vrouwen, de uiterst formele rector en zijn zieke, maar innerlijk ijzersterke echtgenote en dan zijn er nog oud-leerlingen Eva Stotijn, een alleenstaande, graatmagere, jonge moeder wier vader gedurende haar schooltijd de cel in moest wegens fraude, en de manipulatieve David Bomer, een rijkeluiszoontje dat alles al heeft gezien.
Dijkzeul brengt diverse lijntjes uiteindelijk op respectabele wijze samen en weet te overtuigen met het feit dat het recht zijn loop kan hebben zonder dat een rechter er aan te pas komt.
Het leven gaat door
In een interview met Vrij Nederland uit 2007 zei Dijkzeul dat ze met haar overstap ‘niet ineens’ iets anders wilde. ‘Ik had al jaren een goede plot op de plank liggen en besloot daar nu maar eens werk van te maken. Dat betekent niet dat ik ben uitgekeken op het kinderboekengenre.’
Al sinds begin jaren 90 schrijft ze voor haar plezier. ‘En dat wil ik graag zo houden.’ Literaire prijzen houden haar niet zo bezig. ‘Voor mij is het schrijven zelf van meer belang dan welke prijs ook. Het is natuurlijk prettig er een te winnen, maar de ervaring heeft me geleerd dat het leven daarna gewoon weer doorgaat. Het belangrijkste is – om eens een deftige beeldspraak te gebruiken – dat de geest kan blijven waaien.’
Bekijk hier de canon tot nu toe