De 77 beste Nederlandstalige thrillers / 18. Het gouden ei
‘Ik denk dat de officiële kritiek vaak niet goed weet wat ze met me aan moet. Ben ik een sportschrijver, een thrillerschrijver of gewoon een schrijver? Een spannend boek, dat moet wel gebrek aan literaire waarde hebben. Ik zit er niet zo mee.’
Dat zei Tim Krabbé in een interview met Vrij Nederland uit 1994. Een jaar later won hij de Gouden Strop met Vertraging en moest hij zich verdedigen vanwege zijn uitspraak dat hij geen misdaadauteur was, maar wel de prijs accepteerde vanwege ‘de bekroonde spannendheid’ ervan.
Krabbé had toen al succes geboekt met zijn ‘sportroman’ De renner uit 1978. Zes jaar later volgde een nog groter succes met Het gouden ei. ‘Sindsdien’, zei Krabbé, ‘zit ik in de aantrekkelijke omstandigheid dat ik mijn handen vrij heb voor fictie.’
Het gouden ei leverde tot dusver 49 drukken op, tien vertalingen en twee verfilmingen, beide door regisseur George Sluizer: Spoorloos, winnaar van het Gouden Kalf in 1988, en The Vanishing, de gekuiste en jammerlijk geflopte Amerikaanse versie. In 1993 werd Het gouden ei door de Nederlandse middelbare scholieren bekroond met de Diepzeeprijs: het boek was op dat moment dé topper op de verplichte leeslijst.
Tussen de schrijver en officiële literaire kringen schuurde het altijd een beetje. In 1985 werd hem door het toenmalige Fonds voor de Letteren een aanvullend honorarium geweigerd voor Het gouden ei vanwege ‘te geringe literaire kwaliteit’ – zevenentwintig overwegend lovende recensies ten spijt.
Perfectionist
Het verhaal van Het gouden ei: Rex Hoffman en Saskia Ehlvest zijn al de hele dag in de auto onderweg naar hun vakantiebestemming in het uiterste zuiden van Frankrijk. Om een uur of zeven zijn ze nog ongeveer een uur verwijderd van de plaats waar ze zullen overnachten. Ze stoppen bij een tankstation. Daar gebeurt iets onbegrijpelijks. Als Saskia iets te drinken gaat halen, verdwijnt ze spoorloos. Niemand heeft iets gezien en ook jaren later ontbreekt nog elk spoor. Rex krijgt een nieuwe vriendin, hij pakt de draad van zijn leven weer op, maar de gedachte aan wat er met Saskia is gebeurd, laat hem niet los.
Op een dag neemt Raymond Lemorne, een scheikundeleerkracht, contact met Rex op. Hij is bereid te praten, mits Rex bereid is hetzelfde als Saskia te ondergaan. De leraar neemt hem mee naar het benzinestation waar hij Rex een slaapmiddel toedient. Terwijl ze wachten tot het middel begint te werken legt de leraar aan Rex uit wat hij gedaan heeft. Hij vertelt dat hij vroeger was geobsedeerd door het plegen van de perfecte misdaad. Om dit te verwezenlijken had hij een meisje meegelokt en met zelfgemaakte chloroform wordt bedwelmd. Dan valt Rex in slaap en ondergaat dezelfde nachtmerrie als Saskia. Hij wordt wakker in een doodskist en raakt in paniek wanneer hij begrijpt dat hij, net als Saskia, levend begraven werd.
Krabbé geeft in het VN-interview toe dat hij een perfectionist is. ‘Ik vind: je hebt de plicht om er telkens weer voor te gaan zitten alsof je aan je definitieve boek schrijft. Dat is natuurlijk een erg gewichtige manier om te zeggen dat ik mijn best doe. Het is gewoon zoeken en schaven en als een dompteur met die zinnen bezig zijn tot ze op hun tonnetje zitten. Je moet elke keer je eigen hoogste niveau halen. Daarin mag je niet falen.’
Bekijk hier de canon tot nu toe