Dossier /
De 77 beste Nederlandstalige thrillers / 35. Het lijk in de Haarlemmer Houttuinen
Janwillem van de Wetering was een man van de spreekwoordelijke twaalf ambachten en dertien ongelukken. Bij zijn laatste ambacht, dat van schrijver, behaalde hij uiteindelijk wereldwijd succes. Hij is ook de enige misdaadauteur die uitgenodigd werd het Boekenweekgeschenk te schrijven. Dat verscheen in 1980 en droeg de titel De verdachte Verheugt.
Vijf jaar eerder publiceerde Van de Wetering Het lijk in de Haarlemmer Houttuinen. Daarin introduceerde hij het politieduo Grijpstra en De Gier. Van de Wetering koos voor een geheel eigen aanpak. Zijn politiemannen waren zachtmoedig en losten misdrijven op, terwijl ze keuvelden over alledaagse beslommeringen. Het was zeker even wennen voor de lezer: de twee waren geen standaard politiemensen. Ze vermaakten zich met het bespelen van de dwarsfluit (De Gier) en het afranselen van een drumstel (Grijpstra). Deze licht absurdistische terzijdes waren tekenend voor de sfeer die Van de Wetering opriep.
In deze roman worden beide heren geconfronteerd met de dood van Piet Verboom, directeur van de Hindistische Stichting. Ogenschijnlijk handelde Verboom in Oosterse wijsheid, macrobiotisch voedsel en zielerust. Als snel blijkt dat hij ook zijn zakken vulde met de handel in verdovende middelen. Verboom beleefde zijn laatste ogenblikken hangend aan een balk in een prachtig pand aan de Haarlemmer Houttuinen. Op het oog lijkt het zelfmoord, maar het zou moord kunnen zijn. Wellicht door Verbooms vrouw, die hem in de steek heeft gelaten en in Parijs woont. Maar ook zijn kompanen in de stichting zouden een motief kunnen hebben. Zij werden door hem gebruikt om tegen lage kosten de stichting draaiende te houden. En Piets inwonende moeder is niet helemaal in orde en weet niet goed wat ze doet door alle medicatie die ze gebruikt. En hoe zit het met Van Meteren, zijn onderhuurder en bodyguard? En wat hebben Ringma en Beuzekom, handelaren in verdovende middelen, met de zaak van doen? Of de accountant De Kater? Kortom, voldoende verdachten met motief voor een definitieve oplossing van het probleem Piet Verboom.
In een artikel voor HP/De Tijd beschreef Van de Wetering de ontstaansgeschiedenis van het boek. Hij ramde op een Remington dat het een lieve lust was en zijn familie vroeg nieuwsgierig wat hij aan het doen was. 'Ik maak een filosofiche detectiveroman', antwoordde Van de Wetering. Dat wordt geheid een mislukking, voorspelde zijn familie. 'Detectiveromans worden wereldwijd alleen in het Engels geleverd. Beter gezegd, in het Amerikaans, dus vergeet dat meteen maar. En bovendien', zei de familie, 'leest niemand meer. Er wordt nog slechts gekeken.'
Het lijk in de Haarlemmer Houttuinen verscheen en had succes. 'Zeiden we het niet', zei de familie. 'Nu nog even de film'. Want dat is beter dan een boek. 'Kijkend publiek telt miljoenen, lezend publiek is met tienduizend al groot.' In 1979 ging de verfilming in première in Tuschinski. Vooraf speelde het Amsterdamse Politie Orkest op straat. Van de Wetering: 'Het grappigste stukje (een cadeau van de regisseur) werd door dansende jongens gebracht, die, billen omhoog, elkaars winden lieten vlammen.' Van de Wetering begreep niet waarom de film een kaskraker werd. 'Van bevrijdende filosofie was niets te zien. Rutger Hauer had er weinig te doen, een verkwisting van een groot talent. Rijk de Gooijer kwam meer naar voren, deed dat voorbeeldig, maar kreeg ook geen gelegenheid goed aan bod te komen.'
In 1986 verscheen nog een Nederlandse film, gebaseerd op een boek van Van de Wetering, De ratelrat. De schrijver: 'Even op, toen weer al verdwenen en vergeten, hoewel ik er toen wel echt geld voor kreeg.' Later werden Van de Weterings beken als serie uitgezonden bij RTL4 met Jack Wouterse en Roef Ragas in de hoofdrollen.
Janwillem van de Wetering stierf begin juli 2008 op 77-jarige leeftijd. Hij overleed aan kanker na een verblijf van twee dagen in een ziekenhuis in Blue Hill, vlakbij zijn woonplaats Surry in het Amerikaanse Maine.
Hij werd als Janwillem Lincoln van de Wetering in 1931 geboren in Rotterdam. Tussen 1950 en 1965 woonde hij onder meer in Zuid-Afrika (waar hij lid werd van een motorbende), Engeland (waar hij lector werd aan het London College) en Japan (waar hij zen studeerde in het Daitoku-ji-klooster in Kyoto). Volgens zijn boek De lege spiegel luidde hij in het klooster per ongeluk een ceremoniële klok die alleen bij hoge feestdagen mocht worden geluid. Na een gesprek met de hoofdmonnik werd hij aangenomen voor een training. Hij woonde en leefde onder de barre omstandigheden die bij de Zentraining horen. Vooral de meditatiesessies vielen hem zwaar, en in het klooster wist men ook niet altijd wat men met deze vreemde buitenlander moest. Van de Wetering liep onder meer dronken door een wand van latjes en rijstpapier, maar de abt van het klooster bleef immer even vriendelijk. Na ongeveer een jaar in het klooster, mocht hij intrekken bij een Amerikaanse gevorderde leerling van dezelfde meester.
Gedurende zijn verblijf in Japan raakte Van de Wetering bekend met de detectives van de Nederlandse sinoloog en diplomaat dr. Robert van Gulik. Later in zijn leven schreef Van de Wetering een biografie over deze sinoloog en zette hij zich in voor de herpublicatie en vertaling van meerdere van diens boeken. Van de Wetering wilde Van Gulik nooit ontmoeten, naar eigen zeggen omdat hij hem mateloos aanbad. Na zijn 'Zen-avonturen' in Japan woonde Van de Wetering vier jaar in Zuid-Amerika. In de Colombiaanse hoofdstad Bogota werkte hij als manager bij een chemicaliënbedrijf. Hier leerde hij de zeventienjarige Juanita kennen, met wie hij in het huwelijk trad. In 1964 verhuisden zij, inmiddels met dochter, naar Peru en een jaar later naar Australië, waar hij respectievelijk in visnetten en onroerend goed handelde.
Van 1966 tot 1975 leidde hij een klein textielbedrijf in de binnenstad van Amsterdam. Tevens werd hij daar, ter vervanging van de militaire dienstplicht, lid van de Vrijwillige Gemeentepolitie, waar hij zeven jaar lang diende als agent en hoofdagent gedurende avonden en weekeinden. Hij haalde de brigadier- en inspecteurexamens, maar verkoos als agent het leven aan de zelfkant van dichtbij mee te maken. Hier deed hij zijn ideeën op voor zijn latere Grijpstra en de Gier-serie.
Sinds 1975 woonde hij samen met zijn vrouw Juanita aan de kust van Maine. Van de Wetering schreef ook kinderboeken. Hij werd in 2008 door de Daily Telegraph genoemd als een van de vijftig beste misdaadauteurs van de wereld. Van zijn boeken verkocht hij meer dan twee miljoen exemplaren in vijftien landen. 'Ik kreeg het er hoog van in mijn bol', zei hij ooit in het tijdschrift Knack over zijn succes. 'Gelukkig was ik hier in Maine actief met zen bezig, dus kon ik niet al te zeer over mezelf opscheppen. Maar ik vond mezelf een hele gozer. Dat is het probleem met succes. Als je succes hebt, denk je altijd: Natuurlijk ik verdien het. En als alles slecht loopt, denk je: Het is mijn schuld niet. De hele wereld is tegen me. Applaus krijgen is moeilijk. Iedereen is gewend om te mislukken. Dit is de planeet van de mislukking. De demonen wrijven in hun handjes als je succes hebt. Dan is er werk voor hen aan de winkel.'
(Bronnen: o.a. HP/De Tijd, Moorden met woorden, De grote Crimezone Thriller Encyclopedie, Daily Telegraph)
Eerder verschenen in de serie De 77 beste Nederlandstalige thrillers:
6. De zesde mei van Tomas Ross
29. Cleopatra van Felix Thijssen
61. Koude lente van Lieneke Dijkzeul