De 77 beste Nederlandstalige thrillers / 52. Vertraging
Onder de winnaars van de Gouden Strop zijn er twee auteurs die de eer te beurt viel om het Boekenweekgeschenk te schrijven. In 1984 was dat Maarten ’t Hart die met de novelle De ortolaan kwam en voor de editie 2009 werd Tim Krabbé gevraagd. Hij schreef het cadeauboek Een tafel vol vlinders. ’t Hart won de Gouden Strop in 1994 met Het woeden der gehele wereld, Krabbé werd een jaar late bekroond voor zijn boek Vertraging. Een cross-over tussen de literatuur en het thrillergenre, het leek er bijna van te komen.
Wat sommige misdaadschrijvers betreft mag die scheiding tussen de misdaad- en de ‘gewone’ literatuur wel worden opgeheven. Maar er zijn ook puristen, literatuurpaus Arjan Peters van de Volkskrant bijvoorbeeld, die daar niets van willen weten. Een aantal jaren geleden, toen de Avond van het Spannende Boek nog Power of Plots heette, was Peters verzeild geraakt op dit evenement in de Melkweg. Het leek wel of Peters in een ander universum was beland. Hij zag auteurs die recensenten joviaal op de schouders sloegen. Hij concludeerde: ‘Veelzeggende vredigheid. Die betekent dat het Spannende Boek nog steeds niet volwassen is. Iedereen mag meedoen en alleen al voor de moeite krijg je al een nominatie.’
Hokjesgeest
Vooralsnog blijven de literatuur en de misdaadliteratuur gescheiden werelden. De reacties op het winnen van de Strop door ’t Hart en met name door Krabbé zorgden ervoor dat bij beide kanten de hakken in het zand werden gezet: de ene partij vond dat de Gouden Strop moest worden opgeheven en dat thrillers moesten kunnen meedraaien in het circus van de literaire prijzen, de andere partij meende dat een prijs voor het thrillergenre moest blijven bestaan, naast prijzen voor bijvoorbeeld poëzie en jeugdboeken.
Maarten ’t Hart zei in 1994 bij de aanvaarding van zijn prijs nog dat hij het moedig vond dat de jury de hokjesgeest in de Nederlandse literatuur had doorbroken. ‘Geef mij maar een spannend boek’, aldus de winnaar toen hij de cheque in handen gedrukt kreeg.
Een jaar later werd Tim Krabbé, voluit Hans Maarten Timotheus Krabbé (1943), als winnaar bekroond. De jury stipte aan dat zijn boek niet als thriller, zelfs niet als literaire thriller werd geafficheerd, maar dat het boek wel een thriller was. ‘Het boek telt van alle door ons gelezen boeken het minste aantal bladzijden. Het lijkt wel alsof de auteur elk overbodig woord heeft geschrapt en alle andere gewikt en gewogen tot alles precies daar stond waar hij het wilde hebben.’
De jury noemde Vertraging ‘een ongemeen spannend verhaal’ over een BN’er, de schrijver en quizmaster Jacques Bekker, die in Sydney strandt door vertraging van zijn vlucht en besluit de uren die hij plotseling tot zijn beschikking heeft te gebruiken om een oude vakantieliefde op te sporen. Hij vindt haar, de Belgische Moniek, net als zij haar koffers in haar auto aan het laden is. Zij is inmiddels een succesvolle zakenvrouw, maar ze is verwikkeld geraakt in financiële malversaties, waardoor zij zich gedwongen ziet te vluchten. Het loopt uit op een tocht met een oude Ford Falcon door Australië.
Literaire keuze
Krabbé stelde bij de aanvaarding van de prijs dat hij niets met misdaadromans te maken heeft of wil hebben, dat Vertraging geen misdaadboek is. Hij nam de prijs alleen in ontvangst vanwege de bekroonde ‘spannendheid’ van het boek.
Een aantal thrillerschrijvers was niet blij met ‘weer een literaire keuze’ van de jury. Tomas Ross vond dat auteurs als Krabbé en ’t Hart niet zouden mogen meedoen. ‘Voor dat soort mensen is de PC Hooftprijs, laten ze die maar gewoon krijgen’, tekende de Volkskrant op. Collega René Appel meende dat Vertraging een plot ontbeert. ‘Daarmee valt het eigenlijk buiten de definities van het genre.’ Misdaadschrijver Chris Rippen vond dat de reglementen moesten worden aangescherpt. ‘Hoe doen ze dat in de Verenigde Staten? Daar wint toch nooit een niet-thriller een Edgar Award?’
Uiteraard had Krabbé zijn reactie al klaar. In zijn dankwoord tijdens de uitreiking zei hij: ‘Ik schrijf om te schrijven wat ik denk dat ik te schrijven heb. Dat sommige van mijn boeken ook als thrillers kunnen worden gelezen, dat weet ik, en ik heb er niets op tegen, maar ik zweer dat dat per ongeluk gaat. Ik voel me wat dat betreft als die man die mop, die met een vioolkist bij de tramhalte staat en die op de vraag van iemand anders of hij viool speelt, antwoordt: ‘Hoezo, hoort u iets?’’
Overigens leidde de commotie onder de ‘echte’ thrillerschrijvers wel tot een lichte aanpassing van de reglementen. De inzendingen moeten nu vallen in het interessegebied ‘spannend boek’. Het gaat om verhaaltypen met misdaad als centraal gegeven en spanning als dominant verhaaleffect.
Bekijk hier de canon tot nu toe