De 77 beste Nederlandstalige thrillers / 62. De derde persoon
Toegegeven, eind jaren 80 van de vorige eeuw waren er nog niet zo heel veel Nederlandse thrillerauteurs. Anders dan nu het geval is, werd de toon gezet door een klein clubje van voornamelijk mannen, die elkaar door en door kenden. Een aantal van hen kwam in 1986 op het lumineuze idee om het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs op te richten én een thrillerprijs in het leven te roepen: de Gouden Strop.
Veel inzendingen waren er nog niet in de beginjaren van de prijs. Het is zelfs twee keer voorgekomen dat de prijs bij gebrek aan titels niet werd toegekend.
In dit klimaat begon taalwetenschapper René Appel zich met het schrijven van misdaadromans bezig te houden. Daarvoor had hij tien jaar lang voor NRC Handelsblad binnen- en buitenlandse thrillers gerecenseerd. Appels eersteling, Handicap (1987), was meteen goed voor een plekje op de shortlist van de Gouden Strop. Hetzelfde overkwam thriller nummer twee, Spijt (1989). Bij de derde keer was het raak: Zijn psychologische thriller De derde persoon verwierf de Gouden Strop.
‘Toen ik het manuscript van mijn eerste boek bij uitgeverij Bert Bakker inleverde, heb ik direct gezegd meer ideeën te hebben’, zegt Appel in een interview met Hebban. ‘Daardoor begrepen zij dat het niet om een losse flodder ging, dat ik van plan was ermee door te gaan. Ik wilde regelmatig thrillers produceren. En dat is aardig gelukt. Al vroeg in mijn schrijversloopbaan ben ik van 5 dagen naar 3 dagen werken bij de universiteit gegaan. Zo kon ik in principe twee dagen in de week schrijven. Anders was het nooit gelukt. Er zijn ook andere dingen in het lieven: films, sport, voetbal. Mijn tweede geluk is dat ik snel en makkelijk schrijf. Ik lees wel eens over schrijvers die 1 pagina per dag produceren. Jezus, wat doe je dan? Ik moet doorschrijven, daar voel ik me het prettigst bij.’
De interactie tussen mensen is het belangrijkste ingrediënt in de psychologische thrillers van Appel. De derde persoon is daar een goed voorbeeld van. Hoofdpersoon Magda heeft een tijdje een verhouding gehad met Freek. Hij blijft volhouden dat ze voor elkaar bestemd zijn, ook al gelooft zij daar absoluut niet in. Freek is er altijd. Hij belt haar, staat voor haar deur en komt langs op haar werk. Hij achtervolgt haar op de fiets. Net als Magda lijkt te bezwijken onder de druk van haar stalker krijgt ze steun van de aardige Cees. Maar is die hulp wel zo onbaatzuchtig?
Hij is goed in karakters, stelt de auteur. ‘Ik denk dat ik van mijn personages mooie karakters kan maken, dat ik vaak een interessante, verrassende plot kan verzinnen en dat ik een levendige en ook levensechte dialoog kan schrijven.’
Misdaad dicht bij huis
Misdaad dicht bij huis is het werkterrein van Appel. ‘In elke relatie zit wel een kiem van bederf’, aldus de schrijver enkele jaren geleden in een interview. ‘Het hangt maar net van de omstandigheden af of een bepaalde chemische reactie zich gaat voordoen. Waarbij de boel ontploft, uiteenvalt, stuk gaat, wat dan ook.’
Ideeën voor romans ontstaan terloops. ‘Soms haal ik dingen uit kranten of ik zie iets op tv, waarbij ik denk: daar zit misschien een verhaal in. Een andere keer hoor ik iets of wordt me iets verteld. Niet dat er allerlei moorden in mijn omgeving gebeuren, maar je vangt iets op van het soort conflict dat mensen hebben. Dan denk ik er over na hoe dat conflict verder uit de hand zou kunnen lopen.’
Het lag overigens bepaald niet voor de hand dat Appel later schrijver zou worden. ‘Ik schreef geen schoolkranten vol. Eigenlijk is het begonnen toen ik Nederlands studeerde en een vriendenkring had, waaruit later mensen in de literatuur of aanverwante kringen terecht zijn gekomen. Je leest graag dingen en op een gegeven moment maak je die omslag naar zelf dingen willen schrijven.’
Bekijk hier de canon tot nu toe