De 77 beste Nederlandstalige thrillers / 68. De handen van Kalman Teller
'De sensatie voor de Maand van het Spannende Boek', meldt uitgeverij Atlas welgemutst in april 2010 over De handen van Kalman Teller van Gauke Andriesse. Een jaar later zou het boek opnieuw voor een kleine sensatie zorgen. Want Andriesse slaagde erin met de thriller gewoon de Gouden Strop te winnen. Een cheque van 10.000 euro en een sculptuur was zijn deel. En een fraai rapport van de jury. Die was gevallen voor ‘de durf’ van de auteur. ‘In een genre waarin doorgaans de losse eindjes keurig aan elkaar worden geknoopt, durft Andriesse het aan gewoon wat eindjes open te laten. En die knagen lang na.’
De jury was unaniem in haar keuze voor Andriesse. Zijn thriller was een van de eerste uit 111 inzendingen die ze las. ‘Zo'n honderd boeken later kon ze constateren dat het mysterie van 'Kalman Teller' nog niets van zijn kracht had verloren.’
Medische misser
In het winnende boek gaat een van de verhaallijnen over de jonge Mira Roes die het slachtoffer wordt van een verkeerd uitgevoerde medische ingreep. Dan begint voor haar en haar man Frederik een tien jaar durende lijdensweg langs tal van medische beroepsorganen en gerechtelijke instanties. Ondanks haar ernstige verminkingen vallen de rechterlijke uitspraken keer op keer in haar nadeel uit en lijkt het er steeds meer op dat de schuldige de hand boven het hoofd wordt gehouden.
Als Roes’ zaak hopeloos is vastgelopen, besluit haar protégé, de vermogende Joodse zakenman Kalman Teller, de hulp in te roepen van privédetective Jager Havix, de detective die al een aantal thrillers van Andriesse meegaat. Wanneer Havix een belangrijke getuige weet te achterhalen, loopt het spoor dood. Maar Kalman Teller laat Havix niet meer met rust. Waarom is hij zo vasthoudend en wat is er waar van de geruchten dat deze overlevende van de Holocaust zo'n teruggetrokken bestaan leidt, omdat hij iets heeft te verbergen? ‘Andriesse weet in een paar scherpgetroffen scènes een complete en boeiende hoofdpersoon neer te zetten.’
Naast Andriesse, die in 2009 ook al voor de Gouden Strop werd genomineerd (met Stilzwijgen), waren drie auteurs en een duo doorgedrongen tot de shortlist: Peter Buwalda (Bonita Avenue), Lupko Ellen (Herenboer), Jacob Vis (De imker) en het Nederlands-Vlaamse echtpaar Kisling & Verhuyck (De duim van Alva).
Gauke Andriesse (1959) werkte tien jaar als ontwikkelingseconoom in het Andesgebergte van Ecuador. Nu reist hij regelmatig naar Indonesië en de Filippijnen om instellingen te ondersteunen die microkredieten verlenen. Van zijn hand verschenen eerder De dode opdrachtgever (2007), De verdwenen schilderijen en Stilzwijgen. Drie jaar geleden verscheen Nu ik er niet meer ben, zijn voorlopig laatste thriller met Jager Havix als held. Dit jaar was Andriesse opnieuw in de race voor de Gouden Strop, maar nu onder het pseudoniem Felix Weber. In Tot stof beschrijft hij het onderzoek van een voormalig verzetsstrijder die ontdekt dat in een Limburgs internaat gehandicapte kinderen een onnatuurlijke dood zijn gestorven. De schrijver koos met een duidelijke reden voor een pseudoniem. ‘Ik beschouw het als een nieuwe start, aangezien ik na vijf thrillers in herhaling viel’, zei hij in een interview op Hebban.
Inspiratiebron
Overigens had Andriesses winst zes jaar geleden nog een klein staartje. Advocaat Paul Ruijs schreef in 2007 het boek Medische missers, juridisch gesjoemel. De zaak Brongers. Het non-fictie boek was een inspiratiebron voor De handen van Kalman Teller, maar dat werd nergens vermeld. Andriesse heeft dat zelf ook toegegeven, zei Ruijs in een radioprogramma. ‘Nadat hij de prijs had gewonnen, belde hij me ook op om dat te zeggen.’
Ruijs liet destijds weten er gemengde gevoelens over te hebben. ‘Vooral omdat mijn eigen verhaal destijds door de Volkskrant exclusief heel groot gebracht zou worden. Op de dag voor publicatie trok de krant echter die belofte in. Het is dus stil gebleven rond mijn boek. En jaren later krijgt een boek dat op mijn boek is gebaseerd een prijs.’ De advocaat heeft de thriller wel gelezen. ‘Een mooi boek. Maar ik had het wel aardig gevonden als Andriesse aan bronvermelding had gedaan.’
Bekijk hier de canon tot nu toe