Dossier /
De 77 beste Nederlandstalige thrillers / 29. Cleopatra
Felix Thijssen (1933) schreef ooit misdaadromans waarin de hoofdrol was weggelegd voor de gangster Charlie Mann, een figuur van het type ruwe bolster, met een niet zo politiek correcte blanke pit. In 1998 introduceert Thijssen in de thriller Cleopatra de speurder Max Winter. Zijn bolster is iets meer gepolijst, maar herbergt minder pit.
Het idee om de rol van de vrouw in zijn boeken meer te benadrukken, ontstaat volgens Thijssen lang geleden na een opmerking van zijn oudste dochter Maria. 'Die vond dat alle vrouwen in de Charlie Mann verhalen uit de jaren tachtig hetzelfde waren', aldus de auteur in een interview uit 2006. 'Dat was eigenlijk ook wel waar. Een gangster met een gouden hart. Ik verdiep me niet genoeg in vrouwen, dacht ik toen.'
Sommige zaken ruiken bij voorbaat naar veel gesjouw en geploeter voor weinig resultaat, is de weinig optimistische beginzin van Cleopatra. Sinds hij bij de politie vanwege een onduidelijk akkefietje - zijn vriendin Marga noemt het de Harmonie van het Toeval - op een zijspoor werd gerangeerd en hij vervolgens het korps de rug toekeerde, verdient Winter een dunbelegde boterham als detective. Ex-officier van justitie Bernard Meulendijk, die een eigen onderzoeksbureau is begonnen, schakelt hem in nadat een bulldozer een lijk heeft opgegraven in de tuin van het huis van de voormalig minister van Buitenlandse Zaken. Van wie is het geraamte, dat hoofd en handen mist? Is het Cleopatra, de eerste echtgenote van minister Cleveringa? Maar die is in 1980 omgekomen bij een vliegramp. Althans, dat is de officiële lezing. Haar dochter zegt twee jaar na die ramp nog een ansichtkaart van haar moeder te hebben ontvangen. Aan Winter de taak dit raadsel op te lossen.
Thijssen trekt bij de beschrijving van Winters zoektocht alle registers open. Financiële manipulaties, corruptie, chantage, overspel en zelfs bigamie: de arme speurder krijgt het allemaal op z'n bordje. En op weg naar de waarheid laat hij zich nog in elkaar slaan ook. Maar een echte 'poor, lonesome detective' is Winter nou ook weer niet. Voor wat omstreden fysieke arbeid schakelt hij enkele autodealers van schokbeton in, de bevriende computerexpert CyberNel kraakt alom bestanden en soms moet pottenbakster Marga haar vrijer ook nog helpen met het ambachtelijke 'combineren en deduceren'.
Het boek is opgedragen aan echtgenote Fe Mylene Sagra. Tijdens de Mystery Lunch op 24 juni 1999 in Amsterdam maakte de jury van de Bruna Gouden Strop bekend dat de prijs dat jaar werd toegekend aan Cleopatra. Thijssen verslaat daarmee zijn collega's Peter de Zwaan (genomineerd voor De regels), Jacob Vis (Wetland) en Charles den Tex (Deal). Volgens de jury is het winnende boek 'geschreven in een buitengewoon aangename stijl, dat leest als een trein, dat vaart en spanning houdt, dat een sterke compositie heeft, dat goed gedoseerde humor bevat, dat in zijn plot onderweg enkele fraaie verrassingen biedt, dat een sympathieke held presenteert die met aangenaam cynisme verslag doet van zijn belevenissen, en dat ten slotte een zeldzaam voorbeeld vormt van een geloofwaardige Nederlandse private eye-thriller'.