'De Amerikaanse prinses' in de race voor Librisprijs

De prijs wordt op 30 oktober door juryvoorzitter Henk van Os uitgereikt aan de schrijver van het beste historische boek van het jaar. Een vakjury beoordeelt of het boek een algemeen publiek aanspreekt, prettig leesbaar is en gebaseerd is op grondig historisch onderzoek. De prijs is een initiatief van Libris boekhandels, het Rijksmuseum, NTR/VPRO, de Volkskrant, het Historisch Nieuwsblad en het Nederlands Openluchtmuseum. De winnaar krijgt een bedrag van 20.000 euro. Alexander Münninghoff ontving in 2015 de Libris Geschiedenis Prijs voor zijn boek De stamhouder. 

Machiel Bosman is genomineerd met De Roofkoning. Het boek gaat over prins Willem III van Oranje en zijn invasie van Engeland in 1688. Stadhouder Willem III wordt ook wel de grootste staatsman genoemd die Nederland ooit heeft voortgebracht.

Philip Dröge schreef Moresnet, waarin hij vertelt over de vergeten geschiedenis van het gelijknamige ministaatje. Moresnet bestond van 1816 tot 1918, lag tussen Nederland en België in en had slechts 300 inwoners.

Schrijfster Elsbeth Leijnse is genomineerd met het boek Cécile en Elsa. Dat waren twee zussen die rond de vorige eeuwwisseling leefden, waarvan er een koos voor haar huwelijk en de ander voor het feminisme. Leijnse kon voor haar boek putten uit een enorme verzameling brieven en dagboeken. Ze won al de Erik Hazelhoff Biografieprijs 2016.

De vergeten bankencrisis van Lodewijk Petram gaat over de crisis in de jaren 20, toen Colijn minister van Financiën was. Ook toen werd gekozen voor staatssteun om de banken overeind te houden.

Annejet van der Zijl is in de race met haar boek De Amerikaanse prinses, over het opvallende leven van Allene Tew, die van Amerikaans plattelandsmeisje door haar huwelijken en haar zakeninstinct een van de rijkste mensen ter wereld werd, Bernhard von Lippe Biesterfeld aan prinses Juliana wist te koppelen en peetmoeder werd van prinses Beatrix.