Interview /
De apocalyps van Ammaniti
Niccolò Ammaniti spaart zijn lezers niet in zijn nieuwste boek Anna. Juist als ze een personage in het hart hebben gesloten, slaat de auteur meedogenloos toe. Het romankarakter overwint zware ontberingen of legt de laatste loodjes terwijl de lezer verder moet in een post-apocalyptisch landschap, in het verleden ook wel Sicilië genoemd. Je moet een hart van steen hebben om onaangedaan het slot te halen.
Ammaniti kennen we van twee varianten verhalen: of hij pakt bijna stripachtig uit met bizarre werelden als in Zo God het wil en Laat het feest beginnen, of hij gaat op de gevoelige toer met pubers die kwellingen ontstijgen met bijna onmenselijk doorzettingsvermogen, zoals in Ik en Jij. Het net verschenen Anna behoort bij de tweede categorie. De titelheldin zwerft over een toekomstig Sicilië, dat is getroffen door een mysterieuze Belgische ziekte (ja, Belgisch!). Alle volwassenen zijn al overleden, voor kinderen betekent het bereiken van de pubertijd een gruwelijk doodvonnis. Ook Anna’s moeder is bezweken en zij moet alleen voor haar broertje zorgen. Alleen al de scènes waarin Anna met het lijk van haar moeder geconfronteerd wordt, zijn emotionele hoogstandjes van Ammaniti. Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel, fijntjes parodieert Ammaniti tussendoor ons westerse consumentisme, laat hij een tragikomische dikke tweeling opdraven en weet als geen ander onlogische puberlogica weer te geven. En dan refereert hij ook nog regelmatig aan Goldings Lord of the Flies.
Uitgever Oscar van Gelder heeft Niccolò eigenhandig op de Nederlandse bestsellerlijsten gekatapulteerd met grootse tournees en veel jubelende BN’ers. Nu moet Ammaniti het op eigen kracht doen. Dat is de pezige charmeur wel toevertrouwd. In volvet Italiaans Engels vertelt hij over zijn problemen met Anna. En over die Belgische ziekte.
Waarom heb je in vredesnaam een Belgisch virus verzonnen? Vanwege de jihadisten in Molenbeek?
‘Ik ben lang voor de Brusselse problemen al begonnen met werken aan dit boek. Eerlijk gezegd weten we in Italië bijna niets van België. Het is Europees, niet te ver, niet te dichtbij. Ik weet het niet!’
Wat is dat voor ziekte, die tieners doodt zodra ze geslachtsrijp worden?
‘Bij adolescenten veranderen er allerlei dingen in hun lichaam. We dragen allerlei latente bacteriën, virussen en parasieten in ons, die wachten om toe te slaan. Bij de een wel, bij de ander niet. Soms na je dood, in dit geval tijdens de pubertijd. Ik heb biologie gestudeerd en ging bij mijn oude professor langs. Is dit mogelijk? Het kan, zei hij. Zodra de hormonen toeslaan, wekken ze dit Belgische virus.’
Ik ken lieve en prachtige baby’s, die andere kinderen haten. Zonder reden: ze hebben fantastische ouders maar proberen elkaar met speelgoed te slopen.
Pubertijd is sowieso gevaarlijk.
‘Bij aanvang van de adolescentie verandert hoe je naar de wereld kijkt, hoe je omgaat met andere mensen. Je sterft een beetje. Je verliest die magische kindertijd. Ik vond het interessant om te proberen om een leven dat maar 14 jaar duurt te beschrijven. Anna’s geschiedenis valt uiteen in drie delen. Eerst is ze alleen met haar broertje in het huis, waar ze zijn opgegroeid met hun moeder. Ze beschermt haar broer tegen de boze buitenwereld. Dan verlaat ze noodgedwongen het huis op zoek naar voedsel. Dat is de ‘gewone’ adolescentie: je vertrekt uit je ouderlijk huis, gaat voor het eerst naar de middelbare school. Daar lopen allerlei leeftijdsgenoten rond, soms al geslachtsrijp, soms niet. Heel beangstigend. Je moet een plek in de schoolse samenleving vinden. Uiteindelijk wordt Anna volwassen en maakt een soort nieuwe familie. In een paar maanden zie je Anna’s leven versneld voorbijkomen.’
De kinderen in dit verhaal staan elkaar naar het leven. Een nieuwe Lord of the Flies. Maar zijn kinderen niet van oorsprong goed en onbedorven?
‘Ik ken lieve en prachtige baby’s, die andere kinderen haten. Zonder reden: ze hebben fantastische ouders maar proberen elkaar met speelgoed te slopen. Het goede is mooi, maar het is makkelijker om het slechte te doen. Helemaal tijdens apocalyptische tijden. Daarom is het zo ongelooflijk dat Anna de kracht vindt om de ideeën van haar familie op gebied van moraal en ethiek vast te houden. Ze leeft in angstige tijden vol chaos, dan hecht je extra aan familietradities en –rituelen, aan bepaalde ethische basiswaarden.’
Wat zijn uw rituelen om uw dagelijkse levensangsten te overwinnen?
‘Mijn grootste probleem is om te slapen. Dat lukt slechts een paar uren. Ik moet altijd dezelfde routine afdraaien. Ook als ik op reis ben, heb ik mijn pillen nodig. Ik moet even lezen met een speciaal kussen, om zo een klein huis in een huis te creëren. Zo hanteer ik mijn angsten.’
Het begin van het schrijfproces is angstaanjagend, vreselijk moeilijk om de goede woorden te vinden. Alsof je niet kunt schrijven. Je hebt bakstenen die niet passen, die geen muur of gebouw vormen.
Een nieuw boek schrijven is nog enger.
‘Voordat ik start heb ik tien verhalen in mijn hoofd. De ene dag geef ik de voorkeur aan de ene, de volgende aan een andere. Anna begon met de scène waarin ze wordt aangevallen door een hond. Ik was er niet happy mee, twijfelde over het hele verhaal. Dus schreef ik vijftig pagina’s aan een ander boek, toen keerde ik terug naar Anna. Die tijd moet je jezelf gunnen. Op een dag word je wakker, lijkt de ‘koorts’ te zijn weggetrokken, voel je je fit en weet je: dit ga ik doen, stop die andere verhalen maar weg. Het begin van het schrijfproces is angstaanjagend, vreselijk moeilijk om de goede woorden te vinden. Alsof je niet kunt schrijven. Je hebt bakstenen die niet passen, die geen muur of gebouw vormen. Dat kan heel lang duren. Toch weet je dat je dit boek moet schrijven. Elke keer debuteer je opnieuw, begin je vanaf de basis te bouwen. Ik ken schrijvers die heel anders werken: ze gaan naar hun schrijfkantoor, werken elke dag drie uur en na een jaar hebben ze een boek. Ik zou echt willen dat het bij mij ook zo ging, desondanks blijft het eeuwig en altijd een enorm gevecht. Aan het eind ben ik totaal uitgewoond.’
Wat was er speciaal moeilijk aan dit boek?
‘Voor het eerst is mijn hoofdpersoon een meisje. Hiervoor had ik jongens, mannen, die ergens in Zuid-Italië rondlopen. Dat staat niet ver van me af. Maar ik ben geen meisje! Langzamerhand werd Anna een echte persoon, een echt mens in mijn hoofd. Ik werd verliefd op haar, zou wel seks met haar willen hebben. Natuurlijk in een meerderjarige variant, want anders is het niet mogelijk. Op een bepaald moment zegt Anna dat ze zich niet goed voelt, ‘ik voel alsof God voor mij beslist, ik ben een gekooid muisje’. Anna was niet blij met mij, ze vond me een kwaadaardige God. Dat hebben we moeten bijleggen, voordat ik verder kon schrijven.’
Er is een speciale hond, die een hoofdrol in het boek speelt. U hebt geen kinderen maar wel honden. Waar komt die fascinatie voor deze viervoeters vandaan?
‘Ik had de eerste scène met de hond geschreven. Als je hem vermoordt, verlaat ik je, riep mijn vrouw. Het arme beest moet nogal wat ellende doormaken. Ik heb zelfs dierenbeschermers achter me aan die na lezing van dit boek beweren dat ik dieren haat. Alsof het een waar gebeurd verhaal is! Deze hond is een engel, een engel die verandert in een superwezen. Een transformer. Niemand hoeft aan mijn liefde voor honden te twijfelen. Ik heb een Franse bulldog en een hazewindhond. Ik ga altijd met ze wandelen. Tijdens het wandelen door Rome kan ik nadenken, zonder tweets, internet of ringtone. Wat ik ook uitvreet, ze accepteren mij als hun leider. Voor hen ben ik de beste leider van de wereld. Of je nu rijk bent of arm: ze volgen je. Clochard of Romeinse adel: hen maakt het net uit. Ik ben nu op tournee, maar verheug me op mijn thuiskomst. Perfecte kickstart voor een nieuw boek.’
Anna is het eerste boek in de 7Days Reading Challenge. Doe mee en ontdek dit jaar twaalf boeken voor en over Young Adults.