De existentiële puzzel van Håkan Nesser
Nederlandse lezers moesten er even op wachten, aangezien De levenden en de doden in Winsford in 2013 al in Zweden verscheen. Voor Nesser is het inmiddels een gewoonte geworden om te spreken over boeken die in zijn thuisland reeds verschenen zijn. Zijn boeken worden inmiddels in 30 landen uitgegeven, waardoor de stapel met internationale uitgaven ieder jaar weer groeit. ‘En dan vragen ze me soms in een interview waarom ik in hoofdstuk 12 van dat ene boek die beslissing maakte, terwijl ik dat 20 jaar geleden op papier zette,’ zegt Nesser met enige ironie in zijn stem. Gelukkig kan hij De levenden en de doden in Winsford nog prima voor de geest halen.
De ideale plek voor een schrijver
Na zijn ingenieuze roman De hemel boven Londen verkoos Nesser opnieuw Engeland als standplaats voor de setting van een boek. Zoals de titel van het nieuwe boek al vertelt, wordt de lezer meegenomen naar Winsford, een lieflijk dorp waar de natuur de overhand neemt en een ‘ons-kent-ons’ gevoel overheerst.
‘Mijn vrouw en ik verbleven enkele weken in Exmoor en daar kreeg ik het idee dat dit ideale plek voor een schrijver zou zijn om in de winter een boek te schrijven. Het gebied is bij toeristen vooral aantrekkelijk in de zomer, dus toen ik een verhuurder vroeg om het huis in de winter te betrekken, kreeg ik een verbaasde reactie.’ Vol goede moede betrok Nesser zijn woning op de hei, volledig afgesloten van de buitenwereld. ‘Je bent alleen, het mobiele netwerk heeft geen signaal en het internet werkt vrijwel niet. Ideale omstandigheden voor een schrijver.’
Nesser wachtte alleen nog op een persoon die het huis in zijn plot zou betrekken. ‘Ik wist dat er iemand zou aankloppen, die wegrende voor problemen en daarmee een reden zou hebben om zich terug te trekken in Winsford.’
Kruip in het hoofd van een ander
Hoofdpersoon in het boek is Maria, die samen met haar hond Castor een huis betrekt in Winsford. Ze draagt een gruwelijk geheim met zich mee en speelt met de gedachte om zelfmoord te plegen. Tot ze besluit om minstens haar hond te overleven. Nesser schreef dit boek vrijwel volledig vanuit een vrouwelijk perspectief. ‘Veel mensen denken dat het als mannelijke schrijver onmogelijk is om je te verplaatsen in een vrouw. Maar het is juist een uitdaging om in het hoofd van een ander te kruipen, ook van het andere geslacht, jong of oud. Je moet vertrouwen in jezelf hebben om deze stap te nemen en je in te leven in een ander.’
Nesser legt uit dat hij aanvankelijk voor Barbarotti een mannelijke partner in gedachten had, maar later besloot hij toch inspecteur Eva Backman op te voeren in zijn manuscripten. ‘Eigenlijk was ze Roger Backman,’ zegt de auteur met een glimlach, ‘maar ik realiseerde dat dit niet werkte voor mijn manuscript. De angst om als mannelijke schrijver in het hoofd van een vrouwelijk personage te kruipen is overdreven. Het is juist interessant.’
Mede het einde van De levenden en de doden in Winsford levert wat discussie op en Nesser is al meerdere keren benaderd met de vraag of zijn gekozen einde wel terecht is. ‘Lezers krijgen sympathie voor Maria, waarmee de gunfactor groeit. Maar dit einde heb ik steevast vanaf het begin in mijn hoofd gehad en is dus het enige correcte einde. Er bestaat geen alternatief.’
Lees verder op pagina 2.