Interview /
De gouden jaren van Annegreet van Bergen
Oké, journalistiek is deze w niet, maar daarom wel gemeend. WAUW, gewonnen. Gefeliciteerd. Had je het verwacht?
‘Publieksprijzen zijn onvoorspelbaar. Je mag alleen maar hopen dat je wint, nooit verwachten. Des te fijner vind ik het dat ik de Hebban Award voor non-fictie heb gewonnen. Maar eerlijk is eerlijk: de waardering voor mijn boek komt niet helemaal uit de lucht vallen. Op 14 november overhandig ik bijvoorbeeld het 200.000e exemplaar van Gouden jaren aan Pieter Broertjes (hij was ooit mijn collega bij de Volkskrant en is nu burgemeester van Hilversum). Bovendien belanden mijn boeken niet in de boekenkast, maar worden ze gelezen. Goed gelezen zelfs. Telkens vertellen lezers me dat 'Gouden jaren' de hele familie is rondgegaan.’
WIE denkt Annegreet van Bergen wel dat zij is?
‘Iemand van wie de droom is uitgekomen! Als klein meisje wilde ik al journalist worden. Ik ging economie studeren omdat ik a. meende dat dat een goede ondergrond voor een journalistieke loopbaan zou zijn en ik b. niets van economie snapte terwijl de kranten er bol van stonden. Die keuze voor een saaie, taaie studie is goed uitgepakt, want ik leef al meer dan dertig jaar van mijn pen. ‘Gouden jaren’ zie ik als de kroon op mijn werk.’
WAT dreef je om een boek te schrijven van de ongekende economische groei na WO II, die ons leven heeft veranderd?
‘Als economen vooruitkijken (en dat doen ze bijna allemaal, terwijl de voorspellingen van alle economen één ding gemeen hebben: ze komen toch niet uit), zijn ze somber en zien ze altijd wel problemen en gevaren. Maar als ze terug zouden kijken en de gevolgen van de ongekende naoorlogse economische groei op een rijtje zouden zetten, zouden ze zien hoe ingrijpend ons dagelijks leven is veranderd. Ik had geen zin me te scharen onder de koffiedikkijkers, ik wilde iets anders: terugblikken en de daadwerkelijk gerealiseerde veranderingen in kaart brengen. Bovendien: als je dat nu niet doet, weten we straks niet meer hoe het vroeger was. Bijvoorbeeld: dat tot in de jaren zestig was het voor veel mensen heel gewoon om hun billen met oude kranten schoon te vegen. “Vies hoor,” zegt Margot (1952), “er stonden allemaal letters op mijn kont.”’
WAAR komt toch die enorme aantrekkingskracht voor zo’n economisch vraagstuk vandaan? En de behoefte daarover te schrijven?
‘Ik wilde laten zien waar ik me mee heb beziggehouden sinds ik in 1974 economie ben gaan studeren. En ik wilde anderen laten delen in mijn verbazing over de grote rijkdom die in korte tijd zo gewoon is geworden.’
WANNEER kan de lezer een volgend boek van jou verwachten?
‘In maart volgend jaar komt bij mijn huidige uitgever Atlas Contact De lessen van burn-out opnieuw uit. Dit autobiografische boek verscheen oorspronkelijk in 2000, maar nog steeds krijg ik mailtjes van lezers die mij bedanken voor dit verhaal: het heeft hun inzicht, steun en troost gegeven. Daarnaast hoop ik eind 2016 met een vervolg op Gouden jaren te komen.’
WAAROM denk je dat Gouden jaren zo aanspreekt bij een groot publiek?
‘Gouden jaren haalt allerlei herinneringen naar boven. Mensen vragen zich bijvoorbeeld af wanneer zij telefoon kregen, wanneer zij voor het eerst met vakantie gingen, wanneer zij voor het eerst avocado’s aten of wanneer de postbode bij hen voor de laatste keer een papieren bankafschrift bracht. Daarover praten zij met elkaar en zo maakt Gouden jaren de tongen los. Het boek biedt heel veel gespreksstof. Ik zou graag op als vlieg op de muur bij de verjaardagen willen zitten en de verhalen willen horen die bovenkomen naar aanleiding van de anekdotes en de mooie foto’s uit ‘Gouden jaren’.