De Hebban Leesclub over 'De Schönwalds': 'Oordeel niet te snel'

De leesclubvragen

Vraag 1. De buitenkant van het boek

A. Lees jij normaliter de achterflap van een boek? Wat vond je van de achterflaptekst van De Schönwalds?

B. Hoe bevalt de omslag van het boek?

Vraag 2. What's in a name?

A. Wat roept de titel bij je op? Vind je die passend?

B. Heb je wel eens gehoord van 'speaking names'; namen in een boek die betekenis hebben, die iets zeggen over de persoon in kwestie? Heb je een naam opgezocht, gezocht naar de betekenis? Denk je dat de auteur de namen bewust gekozen heeft met achterliggende betekenis? Zo ja, welke naam vind je opvallend passend?

C. De hoofdstukken hebben telkens een titel (naam). Viel je iets op aan die titels?

Vraag 3. Waar gaat het over?

A. Probeer een omschrijving te maken van dit boek in enkele zinnen. Waar gaat het volgens jou over? Wat is de kern van de zaak?

B. Welke verschillende thema's kun je onderscheiden en hoe worden die uitgewerkt door de auteur? Welk thema sprak jou het meeste aan en waarom?

Vraag 4. Heb jij een favoriet of juist niet?

A. Welk personage is jouw favoriet? Beschrijf wat je zo leuk, mooi, interessant of boeiend aan die persoon vond.

B. Kies een van de personages en beschrijf die in 5 á 6 kernwoorden, zonder te verklappen wie dit is. Laat de andere deelnemers raden wie jij bedoelt.

C. Welke personage vond je het minst leuk, sympathiek of interessant en waarom?

D. Kies minimaal twee personages uit de roman en geef aan waarmee jij die persoon associeert. Dat mag een geur, een kleur, een smaak (of gerecht), een cijfer of letter zijn. Leg uit waarom deze associatie bij je opkomt.

Vraag 5. Hoe schrijft ie dat?

A. Hoe heb jij de schrijfstijl ervaren? Hoe zou je de schrijfstijl omschrijven aan iemand die het boek wil gaan lezen?

B. Welke zinnen vond je mooi, irritant, grappig, bijzonder, lastig?

Vraag 6. Verloop met begin en einde

A. Wat kun je zeggen over het begin van het boek? Begint dit verhaal helemaal vanaf het begin, aan het einde of juist in het midden?

B. Hoe is het verhaal opgebouwd? Hoe ontwikkelt de plot zich? Is er wel een plot? Hoe belangrijk vind jij een plot in een roman?

C. Mag je hier spreken van een open einde? Waarom zou de auteur hiervoor gekozen hebben?

D. Heb je kunnen genieten van het verhaal dat de auteur vertelde? Waarom wel of niet?

Vraag 7. Een alternatief einde of een verkooppraatje?

A. Hoe beoordeel je in het algemeen een boek dat buiten je comfortzone ligt? Welke aspecten neem je mee in je beoordeling? Denk bijvoorbeeld aan het leesplezier.

B. Misschien ligt dit boek jou wel helemaal niet. Kun je dan wel nog aspecten noemen die je goed gedaan vindt door de auteur?

C. Schrijf in enkele zinnen een alternatief einde voor dit boek.

D. Schrijf in enkele zinnen hoe jij dit boek zou aanprijzen aan andere lezers waarvan je denkt, weet of vermoedt dat ze dit boek kunnen waarderen.

Vraag 8. Relaties en andere thema's

A. Welke vormen van relaties heb jij herkend in deze roman? Welke relatie vond jij het meest interessant en waarom?

B. Wat maakt dat Ruth en Hans-Harald nog bij elkaar zijn na al die jaren? Zijn ze op de een of andere manier tevreden met hun samenzijn? En vind je Benni en Emilia bij elkaar passen? Licht je antwoord toe.

C. Welke andere thema's vielen jou op? Welk thema vond je het meest, mooist of best uitgewerkt?

Vraag 9. Bijzondere elementen en terugblik op verwachtingen

A. Welke elementen gebruikt de auteur om het verhaal literaire spanning en emotionele diepgang mee te geven? Denk daarbij aan perspectiefwisselingen, flashbacks, flashforwards en de keuze voor de verteller (vertelperspectief).

B. Welke verwachtingen had je vooraf en wat is daarvan uitgekomen en wat niet?

C. Bij vraag 3 heb je een korte beschrijving gemaakt van het boek. Kijk nog eens terug en ga na of je daar nog hetzelfde over denkt of dat jouw beeld misschien is veranderd nu je alle bovenstaande vragen hebt beantwoord.

D. Welke 4 of 5 kernwoorden beschrijven dit boek voor jou?

Vraag 10. De afronding

A. Welke vraag die nog niet behandeld is, is in jouw hoofd blijven spelen? Grijp nu je kans om deze vraag te beantwoorden.

B. Als je een personage uit het boek of de auteur een vraag zou mogen stellen, welke zou dat dan zijn? Als je geen vraag kunt bedenken mag je ook een tip, advies of bemoedigend woordje voor een persoon formuleren.

Heb jij een goede discussie gehad over dit boek en wil je graag jouw leeservaring op papier zetten? Schrijf een recensie op de Hebban boekpagina!