Column /
De jeugdboekherinnering van Sander
En toen riep ik tijdens ons redactieoverleg: ‘Ja! Dat gaan we doen! We schrijven allemaal een blog over onze herinneringen aan een of meerdere jeugdboeken!’ Dat was ik, die dat riep. Nu ik de eerste jeugdboekenherinneringen van mijn collega-redactieleden voorbij zie komen, besef ik de impact van mijn toffe idee.
Ik ben 41 en ik roep al járen, meestal gekscherend, tegen mijn vrienden dat mijn herinnering aan vroeger begint rond mijn zestiende. Toch is dat niet helemaal een grapje… Ik heb maar weinig échte herinneringen aan mijn jongste jeugd. Flarden, dat wel. Natuurlijk herinner ik me de vele uren die we om en op het schoolgebouw wegspeelden. Natuurlijk zie ik ons onze gehaaide plannen smeden rondom het heilig vormsel (‘Alles voor de cadeautjes en dat zilveren kruisje’) en hoe we de handen tegen elkaar sloegen om het pact te bezegelen. Maar veel andere herinneringen komen slechts tot leven aan de hand van foto’s of aan ‘de overlevering’.
Maar goed. Voordat ik op een bepaald ogenblik in mijn jeugd, ook al vrij vroeg trouwens, de boekenkast van mijn moeder plunderde om me te verliezen in mysteries van Agatha Christie en andere policiers, waren er dus jeugdboeken. Zoals velen in mijn generatie groeide ook ik op met de boeken van De vijf en De kameleon. Toch was er een boek dat ik letterlijk stuk heb gelezen: Abeltje van Annie M.G. Smidt. Een avonturenroman over de kleine Abeltje die gaat werken als liftjongen in een warenhuis. Hij weet heel goed dat hij niet op het geheimzinnige bovenste knopje van de lift mag drukken, maar hij is zo nieuwsgierig dat hij het meteen al op zijn eerste werkdag toch doet. De lift vliegt het pand uit, op weg naar een onbekende bestemming. Met hem zitten ook in de lift Jozias Tump (vertegenwoordiger in mottenballen), zanglerares Juffrouw Klaterhoen en het meisje Laura. Annie M.G. Schmidt schreef Abeltje in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Later zouden er zelfs een film, een tv-serie en een hoorspel van worden gemaakt. Een echte klassieker.
Ook een klassieker is een ander boek waar ik hele mooie herinneringen aan koester: Beekman en Beekman van Toon Kortooms. Hoewel het meestal wordt aangegeven als ‘streekroman’ heb ik altijd gedacht dat het een jeugdboek was. Ik herinner mij nog hele passages van het verhaal over de boerentweeling Mathieu (Matje) en Hein (Heintje) Beekman uit de Peel en van hun vriend Hendrik van Ham, maar vooral ook hoeveel lol we daarom hebben gehad. Kortooms schreef drie verhalen over de gebroeders Beekman, die in deze versie gebundeld waren. Van de trilogie uit 1949 werden volgens uitgeverij Gottmer meer dan twee miljoen exemplaren verkocht. Dat is ongeveer evenveel als de Vijftig tinten-trilogie. Over klassiekers gesproken.
Het opdiepen van mijn vroege leesherinneringen maakt één ding heel duidelijk: wat heeft de boekenkast van mijn moeder een belangrijke rol gespeeld in mijn leven. Bij mij ontstond de wil en de lust om te lezen niet met verplichte kost en de opgelegde leeslijstjes van school (au contraire) maar enkel en alleen door de aantrekkingskracht van de boeken in mijn directe omgeving. Alleen daarom al verdient elk huis een goed gevulde boekenkast.