Rijnevelds favoriete stapelwolken
Pagina 3 van 3
1. Koortsmeter
Als je twee mensen hebt van wie de één aan synchroon zwemmen doet
en de ander niet, gaat alles fout. Op den duur staken we koortsmeters in
elkaars mond om de betekenis te begrijpen, woorden hebben meestal met
temperatuur te maken of met hoe vaak een synchronisatie samenvalt zoals
we aan de keukentafel zitten met de oceaan tussen ons in, het boterkuipje
als sloep en jij je arm strekt, ik er te laat achteraan kom. Ik zeg dat ik dit
soort situaties ken en dat de zee ook niet overal gelijk is maar niemand daar
naar omkijkt omdat het te geleidelijk gaat net zoals de bodem ook nooit ineens
onder je wegzakt, je daarvoor aan iets ergs hebt gedacht of te sterk naar de
overkant verlangde waar de wereld pas echt zou beginnen. Wij bevonden ons
op een tussenstation waar ze lauwe koffie verkochten, kaassoufflés en plastic
wereldbollen waar we geen stopcontact voor vrij hadden, nooit wisten hoeveel
zee te overbruggen en hoeveel uren we onderweg zouden hebben om op onze
gelijkheid te oefenen, lenigheid in overwegingen en figuren onder water maken,
uitgesloten: koffie drinken zonder te praten, alleen maar zinken en lucht
veroorzaken. Ik klem je hand tussen mijn hoofd en schouder, vertel over mijn
jeugd toen God een vaderfiguur was en mijn moeder nog eenzaam, dat wat in het
dorp mijn waarheid was, werd later mijn gebrek, alles wat ik zei met groene zeep
verwijderd. Koortsmeters vaker stuk waren maar nooit dit effect met zich
meebrachten. Ik denk nog steeds aan mijn vaders woorden op vakantie toen we
klein waren en naar zee gingen, hij aan de zijlijn stond met zijn waterschoenen
aan, riep dat we nooit verder dan onze navel moesten omdat die diende als een
overloopopening zoals bij een wastafel, je anders zou verdrinken en je hoofd in
een zwanenhals veranderde.