De Klassieker: Annelies Verbeke leest Mary Shelley
Door Dienke Cazemier
“Toen ik Engelse taal- en letterkunde studeerde las ik Mary Shelley's Frankenstein. Ik was zelf bijna net zo oud als toen Shelley haar roman publiceerde op 19-jarige leeftijd en het fascineerde mij dat ze dit fantastische werk geschreven had. Zeker omdat het voor een vrouw in haar tijd allesbehalve een voor de hand liggend onderwerp was om over te schrijven.
Het boek vertelt het tragische verhaal van Victor Frankenstein. Het verhaal begint als kapitein Walton op zijn schip ten noorden van de poolcirkel vast komt te zitten in het ijs. In de verte zien hij en zijn bemanning iemand met een hondenslee over de ijsvlakte trekken. De dag erna, als het ijs gebroken is en de boot van Walton vrijkomt, wordt een tweede hondenslee opgemerkt. De uitgehongerde en zieke man die deze hondenslee bestuurt blijkt Victor Frankenstein te zijn. Men neemt hem aan boord en Victor vertelt hoe hij er door uitvoerig onderzoek in slaagde dood materiaal tot leven te brengen en daarmee onbedoeld een levend wezen creëerde dat verre van volmaakt bleek. Dit monster ging zijn eigen leven leiden en verviel van kwaad tot erger, alle mensen die Victor lief waren dodend. Als enige over, probeert Victor zijn creatie te doden, maar slaagt daar niet in. Hij sterft aan boord van het schip. Kort daarna komt ook het monster aan boord. Vervuld van spijt belooft hij zichzelf van het leven te beroven en verdwijnt.
"Dat een jonge vrouw als Mary Shelley toen al zo’n goed zicht had op hoe sociale omstandigheden een voedingsbodem voor crimineel gedrag kunnen vormen en begrip weet te kweken door het monster te vermenselijken vond ik heel knap."
200 jaar na de eerste publicatie, heb ik het boek herlezen. Nu viel het me meer op dat het boek vanuit verschillende perspectieven geschreven is, ik herinnerde mij vooral het schrijversperspectief van het monster. Hoe hij tot moordenaar evolueert, niet omdat hij zo ‘geboren’ is maar omdat de maatschappelijke omstandigheden hem zo gemaakt hebben. De intense eenzaamheid en het isolement van het monster zijn heel aangrijpend beschreven. Dat een jonge vrouw als Mary Shelley toen al zo’n goed zicht had op hoe sociale omstandigheden een voedingsbodem voor crimineel gedrag kunnen vormen en begrip weet te kweken door het monster te vermenselijken vond ik heel knap. Daardoor weet de auteur te bereiken dat de lezer zich toch verwant aan het monster gaat voelen.
In het ‘Jaar zonder zomer’ 1816 zaten Lord Byron, Mary Shelley en haar echtgenoot, de dichter Percy Bysshe Shelley, in Zwitserland met nog enkele andere gasten. Byron las Duitse griezelverhalen voor en daagde het gezelschap uit ook zo’n verhaal te schrijven. Mary Shelley heeft altijd gezegd dat het verhaal voor de roman tot haar kwam in een ‘wakende’ droom: het hele verhaal zag ze voor zich, volgens eigen zeggen: “Ik kwam in de macht van een sterke verbeelding.”
Mary Shelley’s moeder was Mary Wollstonecraft, feministe avant la lettre en ook auteur. Als klein meisje moet zij haar moeder aan de schrijftafel hebben zien zitten en zo was het op zich voor haarzelf niet vreemd om ook te gaan schrijven. Frankenstein werd aanvankelijk in 1818 anoniem uitgebracht en pas in 1831 stond haar eigen naam op de titelpagina van het boek. Zelfs tot op de dag van vandaag zijn er critici die beweren dat het boek niet door Mary Shelley geschreven kan zijn, maar dat haar man de auteur is, of dat die haar er tenminste mee moet hebben geholpen. Hij heeft dat zelf altijd ten stelligste ontkend, evenals Lord Byron aan wie het werk ook is toegeschreven.
Naar aanleiding van deze roman heb ik een kort verhaal geschreven dat is verschenen in De Gids. Het wordt opgenomen in mijn nieuwe verhalenbundel, die nog even op zich zal laten wachten.”
Annelies Verbeke
Annelies Verbeke (1976) schreef de romans Slaap! (2003), Reus (2006), Vissen redden (2009) en Dertig dagen (2015), de verhalenbundels Groener gras (2007), Veronderstellingen (2012) en Halleluja (2017) en de journalistieke bundel Wakker (2011, met fotograaf Charlie De Keersmaecker), alle verschenen bij De Geus. In 2013 verscheen bij De BezigeBij Antwerpen haar Tirol inferno, een 'graphic novella' in jambische pentameters en rijm, met tekeningen van Klaas Verplancke. Verbekes werk verschijnt in 24 talen, waardoor ze vaak optreedt in het buitenland. Verbeke schreef filmscenario’s en toneelstukken, 'Liefde bij wijze van spreken' (met Yves Petry) als onderdeel van Stukken voor TgStan, ‘ALMSCHI! The Best of Alma Mahler’ voor SKaGeN en het Octopus Solistenkoor. Vorig jaar tourde het theaterstuk ‘Daar gaan we weer (White Male Privilege)’ dat geselecteerd werd voor het Nederlandse Theaterfestival 2018. Met Slaap! won Verbeke o.a. de Vlaamse Debuutprijs, met Dertig dagen de F.Bordewijkprijs, de NRC Handelsblad Lezersprijs en de Opzij Literatuurprijs, en het boek stond op de shortlist voor de ECI Literatuurprijs. Haar jongste verhalenbundel Halleluja stond eveneens op de shortlist van de ECI Literatuurprijs en won de Cutting Edge Award en de J.M.A. Biesheuvelprijs voor de beste verhalenbundel van het jaar.
www.anneliesverbeke.be
Boekenpost. Je raakt niet uitgelezen!
Boekenpost brengt verrassende artikelen over al het moois uit de literaire wereld. Het magazine staat vol achtergrondverhalen, interviews en volgt het laatste boekennieuws. Bovendien is er speciale aandacht voor leesclubs, onder meer door uitgebreide boekbesprekingen en talloze leestips.
Highlights uit de nieuwste Boekenpost: de reizen van J.J. Slauerhoff, boekbespreking over Uit het leven van een hond van Sander Kollaard en welke boeken je moet meenemen naar een onbewoond eiland...
Boekenpost is te koop in de winkel of online.