De Klassieker: Lammert Voos lees Isaak Babel
Door Dienke Cazemier
In De Rode ruiterij van Isaak Babel (1894-1940) zijn 35 korte verhalen gebundeld over de Sovjetcampagne tegen Polen kort na de Eerste Wereldoorlog. Op zowel realistische als impressionistische wijze doet een joodse oorlogsverslaggever kond van zijn ervaringen met het rode kozakkenleger, dat zich volkomen overgegeven heeft aan primitief geweld. De mannen plunderen, moorden, verkrachten zonder enige aanziens des persoons en dat lijkt hun standaard te zijn. De hoofdpersoon moet zijn eigen Joodse achtergrond verloochenen, want uiteraard viert het antisemitisme hoogtij bij de ruiters. Je voelt het innerlijke conflict van de hoofdpersoon als hij het joodse leven op afstand probeert te houden. Dit alles beschrijft hij als ‘bebrilde buitenstaander’ op laconieke wijze, of het hem niet aangaat. Daardoor grijpen de verhalen de argeloze lezer nog meer bij de keel.
"Ik kan wel zeggen dat het boek mijn wereldbeeld veranderde."
Dit overkwam ook Lammert Voos toen hij het boek rond 1984 las. 'Het veegde me compleet van mijn voeten. De manier van schrijven, de beelden die de verhalen opriepen, de vreemde onverschilligheid waarmee de grootste gruweldaden werden beschreven, ik kan wel zeggen dat het boek mijn wereldbeeld veranderde. En dat het misschien wel de bakermat van mijn eigen schrijven betekende. Het poëtische taalgebruik, die prachtige metaforen, zoals: "het maanlicht glijdt als melk de kamer binnen," "een oranje zon rolt langs de hemel als een afgeslagen hoofd," zó wilde ik ook schrijven!'
De jonge Babel werd thuis geschoold omdat hij als Jood niet werd toegelaten tot de universiteit. Zo maakte hij kennis met de Franse literatuur en startte zijn schrijverscarrière met het schrijven van verhalen in het Frans. Toen hij in 1915 naar St. Petersburg verhuisde maakte hij kennis met de auteur Maksim Gorki. Hij liet hem het verhaal Geschiedenis van mijn duiventil lezen over zijn ervaringen tijdens de pogrom van 1905. Gorki adviseerde hem om zijn literaire talent te laten rijpen door meer onder de mensen te komen en zo belandde Babel – uiteraard onder een andere naam – bij het Russische leger.
Babel was zelf wel een communist, maar schreef geen propaganda. In de verhalen over de rode ruiterij schreef hij juist over de snoeiharde realiteit van de oorlog. Dat leverde hem machtige vijanden op. In de loop van zijn leven raakte hij minder overtuigd van het communisme en werd hij steeds minder productief doordat de communistische partij van auteurs een voorgeschreven stijl verwachtte. Op latere leeftijd droeg hij bij aan verschillende films, maar na de dood onder verdachte omstandigheden van Maksim Gorki in 1936 en de start van de Grote Zuivering, begreep ook Babel dat zijn situatie precair werd. Tenslotte werd Babel beschuldigd van spionage voor Frankrijk en geëxecuteerd op 27 januari 1940. Pas in 1954 werd hij postuum in ere hersteld. Helaas zijn zijn manuscripten nooit teruggevonden. Onder zijn grote schare fans bevinden zich Maarten ’t Hart en Tommy Wieringa.
Lammert Voos is zeer gefascineerd door de duistere kant van de mens, zoals ook al mag blijken uit zijn succesvolle novelle Malterfoske, die zich afspeelt op het Groningse platteland. Ook de periode rond 1920 in de geschiedenis van Rusland en de Balkan fascineert hem. 'De duisternis over de velden van dit inerte land, de kunst, Kazimir Malevitsj, auteurs als Konstantin Paustovski. En ook het feit dat Rusland na de revolutie niet veranderd is, een stilstaand volk, waar de Middeleeuwse mentaliteit van heersers en volgers in de genen ingebakken lijkt – ook nu nog. De rode ruiterij is geen boek dat je in één ruk uit zult lezen, daarvoor zijn de onderwerpen te zwaar, het taalgebruik te boeiend, daarom kun je lang doen met dit boek. Stuk voor stuk zijn de verhalen meeslepend, prachtig. Met niets te vergelijken.'
Lammert Voos
Dichter/schrijver/essayist Lammert Voos is in 1962 geboren in het Noord-Groningse Eenrum. Hij was kok, straatvechter, uitsmijter, barkeeper, jongerenwerker, groepsleider en chauffeur. In de tachtiger jaren was hij zanger van de roemruchte Friese band Umberto di Bosso é Compadres. Twee decennia later was hij docent poëzie aan de Schrijversvakschool te Groningen en van 2011 tot 2013 stadsdichter van Deventer. Voos publiceerde vier dichtbundels, waarvan een in Gronings dialect, en weinig succesvol drie boeken met kort proza en een roman. Hij trad met zijn poëzie op uiteenlopende festivals op zoals Het Tuinfeest, De Prinsentuin, Lowlands en De Zwarte Cross.
“Voos is […] geen zwijmelaar, maar een woordkunstenaar van het type ruwe bolster, blanke pit, die als het ware met de handrem erop schrijft en tegelijkertijd zichzelf bloot weet te geven. Hij is een scherpe observator”, schreef Guus Bauer over het verhalende proza van Lammert Voos. In 2016 verscheen bij AFdH Abdou en de anderen – Ooggetuigenverslag van een ex-vluchtelingenwerker, een geëngageerd essay over de hypocriete wijze waarop Europa met het migrantenvraagstuk omgaat. December 2018 verscheen bij AFdH de novelle Malterfoske, die bijzonder goed ontvangen werd. Momenteel werkt Voos aan de roman Canisius, die in principe volgend jaar bij AFdH verschijnt. Ook wil hij nog eens een verhalenbundel uitbrengen en zijn beste poëzie bundelen. Maar Voos vindt dat hij alle tijd heeft.
Boekenpost. Je raakt niet uitgelezen!
Boekenpost brengt verrassende artikelen over al het moois uit de literaire wereld. Het magazine staat vol achtergrondverhalen, interviews en volgt het laatste boekennieuws. Bovendien is er speciale aandacht voor leesclubs, onder meer door uitgebreide boekbesprekingen en talloze leestips.
Highlights uit de nieuwste Boekenpost: de reizen van J.J. Slauerhoff, boekbespreking over Uit het leven van een hond van Sander Kollaard en welke boeken je moet meenemen naar een onbewoond eiland...
Boekenpost is te koop in de winkel of online.