De Klassieker: Philip Huff leest Nescio
Door Geraldine te Gussinklo
“Toen ik op de middelbare school zat kwam ik voor het eerst met Nescio in aanraking. Ik las hem voor mijn leeslijst, verplichte kost, en ik vond het goed hoor, maar écht indruk maakte het niet. Maar tijdens mijn studie vertelde een van mijn beste vrienden me dat Nescio zijn favoriete auteur was, dus toen ben ik het nog maar eens gaan lezen. Ik was op hetzelfde kruispunt in mijn leven als die jongens, en Nescio raakte me. Ik las De uitvreter en Titaantjes. Ik was zelf precies op de leeftijd van de hoofdfiguren, en ik herkende zo veel. Het voelde alsof ik er een paar vrienden bij had. Ja, er zat zo ongeveer honderd jaar tussen ons in, maar wat is een eeuw nou helemaal in de geschiedenis van de wereld? Neem bijvoorbeeld hoe studenten hun vrije tijd doorbrengen. In Nescio’s tijd ging je met vrienden in het park, in de kroeg, of op je kamer zitten praten, of je ging met elkaar een stukje fietsen of wandelen. Dat was aan het begin de eenentwintigste eeuw toen ik studeerde, eigenlijk niet veranderd. Ik kan van Nescio het verzameld werk openslaan, een pagina of drie, vier lezen en dan heb ik meteen weer dat gevoel.
"In Nescio’s tijd ging je met vrienden in het park, in de kroeg, of op je kamer zitten praten, of je ging met elkaar een stukje fietsen of wandelen. Dat was aan het begin de eenentwintigste eeuw toen ik studeerde, eigenlijk niet veranderd."
In april 2018 werd in het Noord-Hollands Archief in Haarlem een avond georganiseerd door Stichting Literair Haarlem en de Kennemer Boekhandel om te vieren dat het een eeuw geleden was dat Nescio debuteerde met z’n eerste bundeling van Dichtertje, De uitvreter en Titaantjes. Lieneke Frerichs, die werkt aan een biografie van Nescio, sprak er, en ik werd gevraagd om te vertellen over mijn band met Nescio en waarom zijn werk nog steeds zeer de moeite waard blijft. Ik boog me over de vraag wát zijn werk nou precies zo goed maakt. Als je iets aanraadt kom je altijd op clichés uit, dat wordt snel flauw, maar ik kan niet anders dan concluderen dat de waarachtigheid van Nescio’s verhalen hun grootste kracht is. Tijdens het lezen heb je het gevoel dat het precies zo gebeurd is, dat het echte mensen zijn. Zó heeft Japi het gezegd, Nescio heeft het letterlijk uit zijn mond opgetekend, die zin kan op geen enkele andere manier worden opgeschreven. Terwijl je weet: Japi heeft natuurlijk nooit écht bestaan. Het mooie is dat ik de kans heb gekregen om in het Literatuurmuseum de notitieboekjes van Frits Grönloh – zoals Nescio eigenlijk heette – in te kijken, en dan zie je ineens hoeveel hij heeft zitten krassen in de verhalen, zoekend naar de juiste bewoordingen. En als je je verdiept in Grönlohs biografische gegevens kom je erachter dat híj Japi is, maar hij heeft het zo raak opgeschreven dat het net is alsof je geen boek leest.
In een recensie van mijn boek Niemand in de stad (2012) in de Volkskrant werd ik “een literaire nakomeling van de grote Nescio en diens Uitvreter” genoemd. Natuurlijk was dat vleiend, ik vind De uitvreter en Titaantjes tot de beste bijdragen aan de Nederlandse literatuur van de vorige eeuw horen. Ik begreep de inhoudelijke vergelijking met Nescio wel, Niemand in de stad heeft eenzelfde soort thematiek als Nescio’s verhalen: jongens in de grote stad die worstelen met de hypocrisie van de maatschappij, de beklemmende verwachtingen van hun vaders, en de betekenis van hun vriendschappen. Toevallig heeft mijn personage Jacob, ook nogal een uitvreter die op zijn vaders zak teert, een naam die doet denken aan Nescio’s Japi, maar dat was geen opzet. Nescio is grappig met een soort ironie, hij schrijft over de stad, over de natuur, over hoe jongens met elkaar omgaan; wat dat betreft voel ik wel een verwantschap. En als je iets bewondert, kruipt het in je manier van naar de wereld kijken.”
Philip Huff
Philip Huff (1984) studeerde filosofie en geschiedenis in Amsterdam. Hij woont in New York. Hij publiceerde poëzie, verhalen en essays in onder andere De Gids, Hollands Maandblad, The Dublin Review en Five Dials. Zijn debuut Dagen van gras verscheen in 2009, gevolgd door de roman Niemand in de stad (2012), bekroond met de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs, en de verhalenbundel Goed om hier te zijn (2013). In 2014 publiceerde hij de roman Boek van de doden. Zijn meest recente boek is Het verdriet van anderen uit 2015. Deze essaybundel is Huffs persoonlijke leesgeschiedenis, waarin hij vertelt hoe het werk van bekende en minder bekende auteurs als John McGahern, Alejandro Zambra, Virginia Woolf en Gerbrand Bakker zijn wereldbeeld heeft bepaald. Hij betoogt dat het lezen van romans je empathische vermogens oefent, dat het je ontvankelijker maakt voor je omgeving, en dat het inzicht geeft in de ontwikkeling van het verhaal van je eigen leven. De bioscoopverfilming van Niemand in de stad, onder regie van Michiel van Erp, is op 27 september 2018 in première gegaan als openingsfilm van het Nederlands Filmfestival.
Boekenpost. Je raakt niet uitgelezen!
Boekenpost brengt verrassende artikelen over al het moois uit de literaire wereld. Het magazine staat vol achtergrondverhalen, interviews en volgt het laatste boekennieuws. Bovendien is er speciale aandacht voor leesclubs, onder meer door uitgebreide boekbesprekingen en talloze leestips.
Highlights uit de nieuwste Boekenpost: de reizen van J.J. Slauerhoff, boekbespreking over Uit het leven van een hond van Sander Kollaard en welke boeken je moet meenemen naar een onbewoond eiland...
Boekenpost is te koop in de winkel of online.