De Leesclubassistent | Nederland Leest - Winterbloei van Jan Wolkers
De Nederland Leest-leesclubs vindt u hier. Het is gedurende heel november mogelijk om bij de leesclub van uw keuze aan te sluiten (muv de Vlaamse leesclub).
Opwarmvragen
Motto
1. De bundel wordt voorafgegaan door een citaat uit Robinson Crusoe. In hoeverre vind je dit een toepasselijk motto voor het thema van ‘Nederland Leest’ en voor de auteur Wolkers?
Giphart
2. In zijn voorwoord schetst Ronald Giphart de bedoeling van de campagne ‘Nederland Leest’. Wat vind je van de gedachte dat het aanreiken van een boek de discussie rond een maatschappelijk onderwerp op gang kan brengen?
Blom
3. In zijn inleiding vertelt Onno Blom dat de winter het jaargetijde was waarvan Wolkers het meest hield. Waar zit dat in denk je? In hoeverre blijkt dat uit het boek? Wat is jouw favoriete jaargetijde? Waarom?
Wespen/Grazige weiden/Rottumerplaat (blz. 27 - 93)
4. Hoe typeer je de houding van de jonge ik-figuur in de eerste twee autobiografische verhalen ten opzichte van de natuur? In hoeverre verandert de manier waarop de oudere Wolkers zich tot de natuur verhoudt?
5. Welk beeld geeft het verhaal ‘Wespen’ van de relatie tussen de vader en de zoon? Welke relatie tussen vader en zoon spreekt uit de brieven van Wolkers aan Jeroen?
6. In ‘Grazige weiden’ vertelt Wolkers hoe hij als jongen in de ban was van de boeken over de natuur van Jac. P. Thijsse. Zou je Wolkers op grond van dit boekje een opvolger van Thijsse kunnen noemen? In hoeverre propageert hij een zelfde of juist een andere omgang met de natuur?
7. Wolkers is helemaal in zijn element gedurende de week die hij doorbrengt op Rottumerplaat: ‘Ik zou nooit vuren aanleggen om weer in de bewoonde wereld terug te komen’ (p. 84). Hoe heb jij de beschrijving van dit verblijf ervaren? Zou het iets voor jou zijn om op deze manier een week in afgelegen natuur door te brengen? Zou jij een Bomans of een Wolkers zijn als je een week op Rottumerplaat verbleef (zoals beschreven in de column ‘Afweermechanisme’ van Aaf Brandt Corstius)?
8. Twintig jaar later keert Wolkers nog eens terug naar Rottumerplaat. Hoe ervaart hij die hernieuwde kennismaking?
9. Wat is jouw interpretatie van ‘Daphne een sprookje’? In hoeverre is dit een verhaal over de natuur?
10. De tien verhaaltjes uit de bundel De achtertuin lijken geschreven voor een jeugdig publiek. Vind je ze op hun plaats in deze bundel als je denkt aan de doelstelling van ‘Nederland Leest’?
Twee vragen naar aanleiding van het in 1994 geschreven essay ‘De schuimspaan van de tijd’, waarin Wolkers zich een ideaal Nederlands landschap van 2010 voorstelt.
11. Een stelling uit ‘De schuimspaan van de tijd om over in gesprek te gaan:
‘Wie zijn gedachten laat gaan over het landschap van de toekomst ontkomt er niet aan om aan steden en dorpen een halt toe te roepen. Het is nog niet te laat, maar als we zo nog enige decennia doorgaan hebben we geen landschap meer over.’
Hoe denk je over die stelling? Wat heeft het beteugelen van steden en dorpen voor consequenties?
12. In ‘De schuimspaan van de tijd’ schrijft Wolkers ook dat hij in dat toekomstige Nederland vele Oostvaardersplassen tegen wil komen, ‘afgewisseld met weilanden zoals ik ze uit mijn jeugd ken’. Hij vervolgt dan:
‘Dat zal economische consequenties hebben die niet op de boerenstand afgewenteld mogen worden. De melkprijs moet verdubbeld worden, maar omdat we een snelheidsbegrenzer op de witte motor gaan zetten, want melk moet wel maar slechts de helft, zal dat ternauwernood nadelig hoeven te zijn voor de consument. Want je proeft het als die dorre, groene lopende banden van onze zuivelindustrie weer veranderd zullen zijn in echte weilanden. En er is nog een belangrijk voordeel. Het mestprobleem zal opgelost zijn omdat het vee het zelf mondjesmaat verspreidt en het woord ‘bullshit’ zal vanzelf uit onze taal verdwijnen.’
Het is een actuele passage in het licht van de huidige discussie rond boeren, milieu en stikstof. Maar wat vind je van Wolkers’ ‘oplossing’?
Algemeen
13. Dood, leven en liefde zijn centrale thema’s in het werk van Wolkers. Of in zijn eigen woorden: ‘Dood, hel, verrotting en seks’. Hoe zie je dat terug in zijn schrijven over de natuur?
14. In Winterbloei heb je kennisgemaakt met Wolkers als auteur in diverse genres: (autobiografische) verhalen, brieven, dagboekfragmenten, columns, essays en een gedicht. Welke Wolkers spreekt je het meest/het minst aan? Waarom?
Leesclubvragen rond de columns van Aaf Brandt Corstius
15. Medeplichtig (blz. 16)
In haar column ‘Medeplichtig’ schrijft Aaf Brandt Corstius dat demonstreren voor het klimaat lastig is, onder andere omdat je een eigen verantwoordelijkheid hebt. Ze citeert een protestbord van zangeres Merol: ‘Yo overheid doe iets! Ik heb zelf geen discipline.’ Kun je zelf rustig afwachten en boos zijn op de regering? Hoe zou Wolkers hierover denken?
16. Interview (blz. 52)
In ‘Interview’ schrijft Brandt Corstius over haar bezoek aan de dan 81-jarige Wolkers op Texel. Welke termen komen bij je op om de auteur – op basis van Brandt Corstius’ beschrijving – te typeren?
17. Afweermechanisme (blz. 92)
In haar column ‘Afweermechanisme’ beschrijft Brandt Corstius hoe verschillend Bomans en Wolkers de week op Rottumerplaat beleefden. Volgens Bomans moet Wolkers zich ook eenzaam hebben gevoeld, maar bracht hij door zijn bezig zijn met zeehonden en scholeksters een ‘afweermechanisme’ in stelling. Had Bomans daar gelijk in denk je?
18. Slakken (blz. 118)
In deze column, die aansluit bij Wolkers’ verhaal ‘Wandelend slijm’, vergelijkt Brandt Corstius de herinnering van Wolkers aan de slakken die hij als jongen in zijn zak had, met de ‘madeleine van Proust’, een herinnering die je geheugen activeert. Heb jij een herinnering die je terugvoert naar je kindertijd en hoe je toen tegen natuur aankeek?
De Leesclubassistent
Lezen is leuk, leerzaam, ontspannend en verrijkend. Dat weten we allemaal. Met anderen praten over boeken in een leesclub biedt voor veel mensen nog wat extra. Je leest boeken die je misschien zelf niet had uitgekozen en doet nieuwe ontdekkingen in gesprekken met anderen. De Leesclubassistent helpt je besprekingen voor te bereiden met discussietips en achtergrondinformatie bij heel verschillende boeken. Het zijn suggesties die aanknopingspunten bieden voor een gesprek, de vragen zijn zeker niet bedoeld als checklist die je af moet handelen. Hopelijk dragen ze bij aan mooie discussies in je leesclub!
Wie is De Leesclubassistent?
Frank Hockx verzorgt de informatie op De Leesclubassistent. Hij was van 2001 tot 2016 hoofdredacteur van Boek-delen, het tijdschrift voor leesclubs. Daarnaast was hij jarenlang hoofdredacteur van de databanken LiteRom (literaire recensies uit dag- en weekbladen) en Uittrekselbank (de naam spreekt voor zichzelf), die in alle Nederlandse bibliotheken beschikbaar zijn. Bij de vrijwilligersorganisatie Senia (www.senia.nl) werkt hij mee aan de 'ontmoetingen rond cultuur' die deze stichting organiseert door mensen bijeen te brengen in leesclubs en muziekluistergroepen en tijdens culturele excursies. Daarnaast werkt hij mee aan Boekenpost, het tijdschrift voor alle boekenliefhebbers dat ook veel informatie biedt voor leesclubs, en Boekblad, het vakblad voor boekhandel en uitgeverij.