De Leesclubassistent | Wij zijn licht
Over het boek
Melodie van Hellingen, haar zus Elisabeth, Petrus Zwarts en Muriël de Vree leven al zo’n tien jaar samen in de woongroep ‘Klank & Liefde’. Als het boek begint, is Elisabeth buiten kennis en volkomen verzwakt. De drie anderen zitten om haar heen, maar ondernemen, onder invloed van Melodie, geen nadere actie om haar te helpen.
Elisabeth overlijdt, de dienstdoende arts merkt de dood aan als verdacht en de drie andere woongroepleden worden gearresteerd en naar het politiebureau gebracht. De rechercheurs Liesbeth, Asif en Ton onderzoeken wat er precies is gebeurd en in hoeverre de drie iets ten laste gelegd kan worden.
In 25 hoofdstukken, waarin 25 wij-vertellers aan het woord zijn (personages, maar ook bijvoorbeeld voorwerpen, locaties en zelfs een geur) belicht de roman de gebeurtenissen en de voorgeschiedenis. Wij zijn licht stelt vragen omtrent schuld en verantwoordelijkheid en laat zien wat er kan gebeuren als je de regie over je eigen leven uit handen geeft of als je juist denkt dat je andere mensen kunt leiden.
YouTube
Door de coronacrisis werd de roman op bijzondere wijze gepresenteerd via YouTube (ca. 30 minuten):
Over de auteur
Gerda Blees (1985) schrijft proza en poëzie en volgt ook de opleiding autonome beeldende kunst aan de kunstacademie. Ze debuteerde met de verhalenbundel Aan doodgaan dachten we niet (2017). Daarna volgde de dichtbundel Dwaallichten (2018) die werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut. Wij zijn licht is haar eerste roman.
Discussietips
1. Welk beeld heeft Melodie van zichzelf? En welk beeld rijst op van haar uit de verhalen van andere vertellers? Welke ontwikkeling heeft zij doorgemaakt volgens jou?
2. Wat is de motivatie van Melodie geweest om de woongroep te starten denk je?
3. Wat zochten Petrus en Muriël bij de woongroep? In hoeverre heeft het leven in de groep hen veranderd?
4. Hoe gaat Melodie om met de woedeaanvallen van Petrus?
5. In hoeverre maken de drie overblijvende groepsleden een verandering door tijdens hun verblijf op het politiebureau?
6. Heeft Muriël op de avond dat Elisabeth overleed nu wel of niet hardop gezegd: ‘Moeten we niet 1-1-2 bellen’? Waarop baseer je je mening?
7. Welk beeld heb jij door alle invalshoeken gekregen van het slachtoffer Elisabeth? In hoeverre blijven er zaken onduidelijk? Hoe denk je over de stelling van ‘De plaats delict’ dat Elisabeth zichzelf bevrijd heeft?
8. Hoe was de relatie tussen de ouders van Elisabeth en Melodie?
9. In hoeverre biedt het WhatsAppgesprek tussen de broers en zus van Elisabeth en Melodie een duidelijk beeld van de gezinssituatie?
10. Haar vader herinnert zich vrijwel niets van Elisabeth. Hoe interpreteer je dit gegeven?
11. De drie politiemensen hebben ieder een eigen kijk op de gebeurtenissen. Welke visie spreekt je het meest aan, vind je het meest overtuigend?
12. Hoe heb je de opzet van de roman met 25 verschillende ‘wij-vertellers’ ervaren? Wat vind je van het idee om voorwerpen, locaties en bijvoorbeeld een sinaasappelgeur als vertelinstanties te laten optreden die kunnen waarnemen en oordelen?
13. In hoofdstuk 17 is ‘Het verhaal’ aan het woord. Deze verteller levert onder andere kritiek op de schrijver en de lezer. Hoe denk je over die opmerkingen? In hoeverre krijgt ‘Het verhaal’ gelijk met de voorspellingen over het verdere verloop?
14. Hoofdstuk 18 is een ‘verbeelding’ van het verschijnsel dementie. Hoe heb je die weergave ervaren?
15. ‘Wij zijn de plaats delict. Maar welk delict kun je je afvragen’ (p. 23) lees je in hoofdstuk 2. En in hoofdstuk 4 vragen de buren zich af of ze hadden moeten ingrijpen. In hoeverre is er voor jou sprake van een delict, is er sprake van schuld in juridische en/of morele zin en zo ja wie heeft/hebben er schuld?
16. In het laatste hoofdstuk maakt Muriël ’s nachts aanstalten om te vertrekken. Daar eindigt de roman. Wat denk jij dat ze zal doen?
17. In haar recensie op de website Tzum schrijft Miriam Piters: ‘Bij het dichtslaan van deze debuutroman rest slechts één verlangen: een hoofdstuk dat begint met de woorden “Wij zijn wij”. Dat hoofdstuk zou ons nog iets meer mee de diepte in kunnen nemen over de vraag waarom wij mensen ons vertrouwen vaak maar wat graag in de handen leggen van iemand die de belangen van een gemeenschap zegt te vertolken.’ Hoe denk je over die wens? In hoeverre is er een perspectief dat jij nog graag in de roman had teruggezien?
18. Judith Eiselin eindigt haar recensie in NRC Handelsblad met: ‘De communeleden in de roman denken dat niet eten hen helpt. Dat is laakbaar, en knots bovendien, maar dankzij Blees toch een beetje voorstelbaar geworden.’ Is Blees er voor jou in geslaagd enig begrip op te wekken voor de communeleden? Waarom wel of niet?
Achtergronden
1. Video: Interview met Gerda Blees in het programma Kunststof, Radio 1, 28 april (2 blokken van ca. 30 minuten).
2. Video: Boekverkoper Ronnie Terpstra tipt Wij zijn licht op de Facebookpagina van boekhandel Van der Velde in Leeuwarden.
3. De website van de woongroep die de inspiratiebron vormde voor de roman.
4. In Boekenpost nummer 169 (september/oktober 2020) is een leesclubdossier rond Gerda Blees opgenomen. Daarin onder meer een interview met de schrijfster en een uitgebreide romananalyse.
5. Lezersrecensies op Hebban.
6. Lees het eerste hoofdstuk van de roman.
De Leesclubassistent
Lezen is leuk, leerzaam, ontspannend en verrijkend. Dat weten we allemaal. Met anderen praten over boeken in een leesclub biedt voor veel mensen nog wat extra. Je leest boeken die je misschien zelf niet had uitgekozen en doet nieuwe ontdekkingen in gesprekken met anderen. De Leesclubassistent helpt je besprekingen voor te bereiden met discussietips en achtergrondinformatie bij heel verschillende boeken. Het zijn suggesties die aanknopingspunten bieden voor een gesprek, de vragen zijn zeker niet bedoeld als checklist die je af moet handelen. Hopelijk dragen ze bij aan mooie discussies in je leesclub!
Wie is De Leesclubassistent?
Frank Hockx verzorgt de informatie op De Leesclubassistent. Hij was van 2001 tot 2016 hoofdredacteur van Boek-delen, het tijdschrift voor leesclubs. Daarnaast was hij jarenlang hoofdredacteur van de databanken LiteRom (literaire recensies uit dag- en weekbladen) en Uittrekselbank (de naam spreekt voor zichzelf), die in alle Nederlandse bibliotheken beschikbaar zijn. Bij de vrijwilligersorganisatie Senia werkt hij mee aan de 'ontmoetingen rond cultuur' die deze stichting organiseert door mensen bijeen te brengen in leesclubs en muziekluistergroepen en tijdens culturele excursies. Daarnaast werkt hij mee aan Boekenpost, het tijdschrift voor alle boekenliefhebbers dat ook veel informatie biedt voor leesclubs, en Boekblad, het vakblad voor boekhandel en uitgeverij.
Leesdossiers-kanaal
Frank Hockx is De Leesclubassistent. Via dit kanaal helpt hij lezers boeken te vinden die uitermate geschikt zijn voor leesclubs én gidst hij scholieren door de wereld van het Lezen voor de Lijst door middel van uitgebreide leesdossiers over populaire romans.