De littekens van een zwart verleden
De dertienjarige Jojo en zijn kleine zusje Kayla groeien samen op bij hun zwarte grootouders in Mississippi. Het leven is eenvoudig, armoedig zelfs, maar Jojo en Kayla zijn bij grandpa en grandma in goede handen. Over hun jonge moeder, Leonie, kan dat niet worden gezegd. Waar het de opvoeding van haar kinderen betreft blijft ze enorm in gebreke. Ze is meer niet dan wel thuis, en als ze er is, zorgt dat vaak voor onrust. Wat Leonie vooral bezighoudt is haar drugsverslaving en Michael, de blanke vader van de kinderen die in de Parchman gevangenis zit. Als hij haar belt om te vertellen dat hij later die week vrijkomt, besluit Leonie dat ze hem samen met de kinderen gaat ophalen.
Samen met haar vriendin Misty - die in dezelfde kroeg werkt, ook aan drugs verslaafd is én een vriend in de gevangenis heeft – beginnen Leonie, Jojo en Kayla aan de tocht vanuit Bois Sauvage naar het noordelijk gelegen Parchman. Afwisselend lees je vanuit Jojo en Leonie hoe deze roadtrip, die allesbehalve gezellig is, verloopt. Voor Jojo bestaat de autorit voornamelijk uit honger en zorgen voor zijn zusje, die gedurende de trip steeds zieker wordt. Leonie maakt zich vooral zorgen om de drugs die ze bij zich hebben en de deals die ze onderweg hebben. Geweld, criminaliteit en een zeer onverantwoordelijke moeder is waar de twee kinderen steeds mee worden geconfronteerd. En alle personages kampen met demonen uit het verleden, sommigen zelfs letterlijk.
Want Jojo en Leonie zijn niet de enige vertellers, Jesmyn Ward (1977) voegde ook een geest aan Het lied van de geesten toe. De twaalfjarige Richie wordt geïntroduceerd door grandpa, die decennia geleden samen met hem in de Parchman gevangenis zat. Richie heeft daar een gruwelijke dood gevonden en wil terug naar grandpa om van hem te horen hoe het echt met hem is afgelopen. Waar grandpa Richie alleen in zijn herinnering terugvindt, kan Jojo hem als geest in het heden zien.
“‘Hoe heet ik?’ zegt hij.
‘Richie,’ mime ik.
Hij kijkt of hij wil glimlachen, maar doet dat niet.
‘Heeft hij je over mij verteld?’
Ik knik.
‘Heeft hij je verteld waar hij me van kent? Dat we allebei in Parchman zaten?’
Domme vraag. Ik knik weer.
‘Zo jong als jij sturen ze ze daar tegenwoordig niet meer heen.’"
In een interview vertelt Ward dat ze tijdens haar research naar de geschiedenis van deze gevangenis, stuitte op verhalen van kinderen die in de gevangenis zaten en daar als slaven werden behandeld. De schrijfster was geschokt door deze ontdekking en wist meteen dat ze een van deze jongens een stem wilde geven, een stem die hij in het verleden nooit had gehad. De enige manier waarop ze dat kon doen was door het karakter op te laten treden als een geest.
Niet alleen Jojo bezit de gave om geesten te zien, ook Leonie en Kayla kunnen dit. Als Leonie high is ziet ze haar broer Given, die vijftien jaar geleden werd gedood door Michaels neef en wiens afwezigheid nog steeds een grote stempel drukt op Leonie en haar ouders. Given treedt niet als verteller op, maar is wel een belangrijke spiegel voor Leonie.
“Ik hoop dat wanneer ik weer rechtop ga zitten Given-die-niet-Given is weer terug zal zijn naar waar hij ook maar uithangt wanneer hij mij niet stalkt, terug naar die rare uithoek van m’n brein die hem, die holle hersenschim, oproept als ik high ben. Maar Given is er nog, hij zit op de vloer in de gang naar de kinderkamer, met z’n rug tegen de muur, en wrijft met z’n handen over z’n gezicht.
Alhoewel zowel Leonie als Jojo steeds worden geplaagd door geestverschijningen, delen ze deze ervaringen niet met elkaar. Er is bar weinig dat ze wél met elkaar delen. Schrijnend is de ontbrekende moederliefde van Leonie voor haar kinderen. Steeds hoop je voor Jojo en Kayla op een ommekeer, maar ook voor Leonie zelf, die dondersgoed beseft dat ze geen goede moeder is.
“Het voelt lekker om gemeen te doen, om over het hoofd van het kind dat ik niet mag slaan heen dingen te zeggen en m’n woede op een ander te botvieren. Op degene voor wie ik het toch nooit goed doe. Voor wie ik nooit mama ben. Alleen Leonie, een naam die dezelfde bijklank van teleurstelling heeft als de drie lettergrepen die ik al m’n godganse leven van mama, papa en zelfs van Given heb moeten aanhoren.”
Wat vooral indruk maakt is de rauwe sfeer die Jesmyn Ward creëert. Racisme, armoede en afhankelijkheid van drugs worden zo levensecht beschreven dat je af en toe het liefst weg wil kijken vanwege de lelijkheid ervan. De manier waarop Leonie wordt afgestoten door Michaels familie vanwege haar huidskleur, lijkt niet meer van deze tijd, maar niets blijkt minder waar. Toch is het vooral Jojo die het dichtst bij de lezer komt en de meeste empathie opwekt.
Dat Ward zelf opgroeide in Mississippi en de grillen die met ongelijkheid gepaard gaan als geen ander kent, maakt dit verhaal ongekunsteld en puur. Ook haar unieke beeldspraak – die hier en daar wel wat uit de bocht vliegt – siert het verhaal. Knap hoe vertalers Harm Damsma en Niek Miedema deze eigen stijl van Ward over hebben gebracht naar het Nederlands. Het oorspronkelijk getitelde Sing, Unburied, Sing is na Salvage the Bones Wards tweede roman waarvoor ze een Nation Book Award ontving. Daarmee is ze tevens de eerste vrouw ooit die deze prijs twee keer heeft gewonnen. Terecht, Het lied van de geesten toont hoe een verleden dat is getekend door raciale ongelijkheid en armoede, nog steeds zijn weerklank vindt in het heden.
Het lied van de geesten is verschenen bij uitgeverij Atlas Contact.
Meer Hebban Crew Reviews lezen? Je vindt ze allemaal hier terug.